Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Gevoelswaarde van woorden (1)
Welkom!
Maïté Michiels
1 / 18
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Secundair onderwijs
Cette leçon contient
18 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Welkom!
Maïté Michiels
Slide 1 - Diapositive
Heb je zin om morgen met mij te gaan eten in een sterrenzaak?
Ik trakteer!
A
Heb je zin om morgen met mij te gaan eten in een eettentje?
Ik trakteer!
B
Slide 2 - Diapositive
Met welk verzoek zouden jullie eerder akkoord gaan?
A
B
Slide 3 - Sondage
De gevoelswaarde van woorden
Slide 4 - Diapositive
Beschrijf de mensen op de foto's. Kies een woord om de leeftijd te omschrijven.
Slide 5 - Diapositive
Hoe omschrijf jij deze personen?
Slide 6 - Carte mentale
Beschrijf de mensen op de foto's. Kies een woord om de leeftijd te omschrijven.
Slide 7 - Diapositive
Hoe omschrijf jij
deze personen?
Slide 8 - Carte mentale
Beschrijf de mensen op de foto's. Kies een woord om de leeftijd te omschrijven.
Slide 9 - Diapositive
Hoe omschrijf jij
deze personen?
Slide 10 - Carte mentale
Welk woord, dat jullie net hebben ingevuld, kan volgens jullie voor sommigen negatief klinken?
kinderen
jongeren
ouderen
Slide 11 - Sondage
Je maakt individueel oefening 2 op pagina 53-54 in je werkboek.
Slide 12 - Diapositive
denotatie
= De feitelijke woordenboekdefinitie van de uitspraak.
Er wordt dus enkel gekeken naar de betekenis!
--> Bijvoorbeeld: 'bijzonder' en 'speciaal' hebben dezelfde denotatie.
connotatie
= De emotionele of sociale gevoelswaarde van dat woord, los van de betekenis.
Een woord kan zowel een positieve als negatieve connotatie hebben!
--> Bijvoorbeeld: 'sterrenzaak' klinkt positiever dan 'eettent'.
Slide 13 - Diapositive
Per drie maak je oefening 4 op pagina 55 in je werkboek.
Slide 14 - Diapositive
"Het gerecht was niet te vreten! Het was walgelijk! Je verdient een pluim als je dit gerecht volledig opgegeten krijgt!"
"Het gerecht dat ik besteld had, bleek uiteindelijk toch niet volledig mijn ding te zijn. Het lag me niet zo goed."
Slide 15 - Diapositive
"Het gerecht was niet te vreten!
Het was walgelijk!
Je verdient een pluim als je dit gerecht volledig opgegeten krijgt!"
"Het gerecht dat ik besteld had, bleek uiteindelijk toch niet volledig mijn ding te zijn.
Het lag me niet zo goed.
"
= klinkt negatiever
= klinkt positiever
Slide 16 - Diapositive
eufemisme
= een stijlfiguur waarmee iets mooier, vriendelijker of minder onaangenaam wordt voorgesteld dan het in werkelijkheid is.
--> Bijvoorbeeld: 'niet erg slim'
klinkt positiever dan 'dom'.
dysfemisme
= een stijlfiguur waarbij iets kwetsender, grover, viezer wordt voorgesteld dan het in werkelijkheid is.
--> Bijvoorbeeld: 'moddervet' klinkt negatiever dan 'zwaarlijvig'.
Slide 17 - Diapositive
Per twee maak je oefening 1 en 2 op pagina 56 - 57 in je werkboek.
Slide 18 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
T6L7: Restaurantrecensies
Février 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs
Gevoelswaarde van woorden
Janvier 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Framing
Mai 2024
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
H8Les1: Statistische data
Mai 2022
- Leçon avec
17 diapositives
Wiskunde
Secundair onderwijs
Taalverwervingstheorieën
Mai 2023
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Synoniemen les 2
Novembre 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Taalverwervingstheorieën
Avril 2023
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Framing
Mai 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs