Taalverwervingstheorieën

Taalverwervingstheorieën
aangeboren of aangeleerd? 
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Taalverwervingstheorieën
aangeboren of aangeleerd? 

Slide 1 - Diapositive

In welke stelling uit oefening 1 kan jij je het meeste vinden?
Taal is aangeleerd
Taal is aangeboren

Slide 2 - Sondage

Aangeleerd of aangeboren?
Duid telkens aan welke stelling het bewijs ondersteunt. 

Slide 3 - Diapositive

Woorden zijn een willekeurige koppeling tussen een vorm en een betekenis. Je moet de woordenschat van een taal echt studeren om die te kunnen.
A
Taal is aangeleerd
B
Taal is aangeboren

Slide 4 - Quiz

Ook al richt je je als volwassene maar weinig rechtstreeks tot het kind, toch leert elk kind op ongeveer dezelfde leeftijd spreken en hanteert het jouw taal.
A
Taal is aangeleerd
B
Taal is aangeboren

Slide 5 - Quiz

De gevoelswaarde van woorden is zeer plaatsgebonden. In Nederland komt 'wenen' over als een formeel en plechtig woord. Vlamingen gebruiken het echter als neutraal woord.
A
Taal is aangeleerd
B
Taal is aangeboren

Slide 6 - Quiz

Op het Amerikaanse eiland 'Martha's Vineyard' werd 1/115 inwoners doof geboren door een genetische eigenschap van de eerste kolonisatoren. Op dit eiland ontstond spontaan een eigen gebarentaal onder de bewoners, die volledig uitgerust was om het over eender welk onderwerp te hebben.
A
Taal is aangeleerd
B
Taal is aangeboren

Slide 7 - Quiz

Overal ter wereld leren kinderen in hetzelfde tempo en op dezelfde manier taal. Het maakt niet uit of ze het Nederlands, Hongaars (twintigtal naamvallen) of het Engels (grootste woordenschat) leren. De kinderen ronden hun moedertaalverwerving ook op dezelfde leeftijd af.
A
Taal is aangeleerd
B
Taal is aangeboren

Slide 8 - Quiz

Japanners en Chinezen moeten het verschil tussen /r/ en /l/ niet gebruiken in hun taal, daarom maken zij ook geen onderscheid tussen /rat/ en /lat/ als ze het bijvoorbeeld over een meetlat hebben. Als je Japanse of Chinese baby's echter confronteert met r- en l-woorden, horen ze het onderscheid wel.
A
Taal is aangeleerd
B
Taal is aangeboren

Slide 9 - Quiz

Hoewel de baby's maar zo'n 10 km van elkaar geboren worden, is er toch een duidelijk verschil tussen kinderen uit Zelzate en Terneuzen. Van zodra het kind zijn eerste woordjes zegt, hoor je het Vlaamse of Nederlandse accent.
A
Taal is aangeleerd
B
Taal is aangeboren

Slide 10 - Quiz

Wie het Frans tot in de puntjes wil beheersen, doet er goed aan om enkele jaren in Parijs te leven. Pas daar ontdek je welke woorden hip of not done zijn door jouw leeftijdscategorie. Zo val je niet te snel door de mand!
A
Taal is aangeleerd
B
Taal is aangeboren

Slide 11 - Quiz

Pidgintalen ontstaan bij volwassenen die geen gemeenschappelijke taal bezitten en daarom een rudimentaire mengtaal creëren. Wanneer hun kinderen met die taal aan de slag gaan en daar een volwaardige taal van maken (een zgn. creooltaal), merk je dat zij spontaan werken met structuren als 'zinsbouw', 'werkwoordstijden' enz.
A
Taal is aangeleerd
B
Taal is aangeboren

Slide 12 - Quiz

Conclusie: taal is aangeboren
Het vermogen om taal te leren, is aangeboren. 
  •  Alle kinderen leren op dezelfde manier en in dezelfde tijdspanne taal. 
  •  Ook doven ontwikkelen volwaardige (gebaren)taal.
  •  Kinderen liggen aan de basis van pidgin- en later creooltalen.
  • Er is een kritische periode voor taalverwerving. 

Slide 13 - Diapositive

Conclusie: taal is aangeleerd
Een specifieke taal is afhankelijk van plaats, tijd en omgeving: geografische en situationele taalvariatie zijn aan te leren. 
  •  Woordenschat: arbitraire koppeling tussen woorden en de werkelijkheid. 
  •  Klanken: kan je pas afleiden uit de omgeving. 
  •  Gevoelswaarde en situationele bruikbaarheid: pas af te leiden door gebruik. 
  •  Mogelijkheid tot taal moet door de omgeving geactiveerd en gestimuleerd worden. 

Slide 14 - Diapositive