4M 4.3 Bacteriën en schimmels

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Startopdracht

Wat weet je nog van de cellen?
De cellen van de organismen uit de 4 rijken hebben verschillende kenmerken.
--> Schrijf in je schrift de 4 rijken en de bijbehorende kenmerken


  1. Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
  2. Ga zitten op je stoel
  3. Oortjes doe je uit
  4. Je jas hang je over je stoel
  5. Pak je boek, schrift + pen

timer
4:00

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thema Ordening
  • Ontwikkeling van het leven op aarde en stambomen 
  • Organismen ordenen
  • Bacteriën en schimmels
  • Planten, dieren en determineren

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
  • Herhaling hoofstuk "Ordening" --> bacteriën en schimmels
  • Leerdoelen
  • Uitleg over bacteriën en schimmels (4.3)
  • Puzzel
  • Afsluiting --> Quizvragen in LessonUp over de leerdoelen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 4.3
  • Je kunt organismen indelen door te kijken naar gemeenschappelijke kenmerken.
  • Je kunt de kenmerken noemen van de cellen van bacteriën,  en schimmels.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bacteriën
Zijn micro-organismen

Ze hebben een:
  • Celwand
  • Celmembraan
  • Chromosomen in het cytoplasma (GEEN CELKERN)
  • Soms zweepharen/zweepstaart

Dus geen celkern!

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bacteriën
Celdeling door middel van celdeling/mitose: ze kopiëren zichzelf

Je kunt ze alleen zien met het blote oog als ze in grote groepen liggen: kolonies

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nuttige bacteriën
Door middel van biotechnologie maken bacteriën:
  • insuline voor diabetes patiënten
  • aspartaam (zoetstof in cola light)
  • wasmiddel: enzymen die het schoonmaakt
  • Melkzuurbacteriën --> het maken van yoghurt en zuurkool
Bacteriën zorgen ook voor de afbraak van voedingsstoffen in onze darmen!

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ziekteverwekkende bacteriën
  • Als een ziekteverwekker je lichaam binnendringt en zich vermenigvuldigt heb je een infectie.
  • Bacteriën kunnen bestreden worden met antibiotica (voor bacteriën). 

  • Ze zorgen ook voor voedselbederf

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schimmels
Planten zich voort door sporen: cellen waaruit nieuwe schimmels kunnen ontstaan

Paddenstoelen zijn vruchtlichamen van een meercellige schimmel

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gisten en schimmeldraden
Gisten zijn eencellige schimmels en zijn eivormig/rond.
Meercellige schimmels bestaan uit lange draden.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nuttige schimmels
  • Voedsel --> kaas, champignons.
  • Gist voor brood, bier en wijn.
  • Van schimmels maken we ook antibiotica.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reducenten
Bepaalde schimmels en bacteriën zorgen voor afbraak van dode organismen. 
Bijvoorbeeld --> bladeren die van de bomen vallen in de herfst.

Deze noem je reducenten

Zijn dus erg belangrijk in de voedselkringloop!

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Voedselbederf
Voedselinfectie: bacteriën of schimmels komen op voedsel terecht en zorgen ervoor dat je ziek wordt.

Conserveren: langer houdbaar maken van voedsel -> De groei van schimmels en bacteriën op voedsel kun je tegengaan, door ze te doden of de leefomstandigheden zo ongunstig mogelijk te maken.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedsel conserveren remt de groei
  1. Drogen -> te weinig water
  2. Verhitten (steriliseren = lang verhitten op 120 graden & pasteuriseren = kort verhitten op 70 graden) -> te hoge temperatuur
  3. Koelen/vriezen -> te lage temperatuur
  4. Conserveermiddel toevoegen (zuur, zout, suiker, alcohol)
  5. Vacuüm/gas verpakken -> te weinig zuurstof
Het langer houdbaar maken van voedsel

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk

Lezen 
4.4 Planten en dieren



Slide 17 - Diapositive

Klaar: puzzel laten maken
Leerdoelen 
  • Je kunt organismen indelen door te kijken naar gemeenschappelijke kenmerken.
  • Je kunt de kenmerken noemen van de cellen van bacteriën en schimmels.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bacteriën hebben...
A
wel een celwand geen celkern wel bladgroenkorrels
B
wel een celwand wel een celkern geen bladgroenkorrels
C
geen celwand geen celkern wel bladgroenkorrels
D
wel een celwand geen celkern geen bladgroenkorrels

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe planten bacteriën zich voort?
A
Door zaden
B
Door deling
C
Door sporen
D
Door eicellen en zaadcellen

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bacteriën zijn
A
Prokaryoot
B
Eukaryoot

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Schimmels hebben...
A
alleen een celwand
B
een celkern en een celwand
C
een celwand en bladgroenkorrels
D
een celwand, celkern en bladgroenkorrels

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Schimmels maken sporen om zichzelf voort te planten. Waar maken schimmels die sporen?
A
In de schimmeldraden.
B
In bedorven voedsel.
C
In de stam van bomen.
D
In de paddenstoel.

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Gist is een eencellige schimmel.
Op welke manier plant deze schimmel zicht voort?
A
door deling
B
door spoorvorming
C
door eicellen en zaadcellen
D
met een paddenstoel

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is een schimmel een prokaryoot of eukaryoot?
A
Eukaryoot
B
Prokaryoot

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions