3M 4.3 Bacteriën en schimmels

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Startopdracht

Wat weet je nog van de cellen?
De cellen van de organismen uit de 4 rijken hebben verschillende kenmerken.
--> Schrijf in je schrift de 4 rijken en de bijbehorende kenmerken


  1. Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
  2. Ga zitten op je stoel
  3. Oortjes doe je uit
  4. Je jas hang je over je stoel
  5. Pak je boek, schrift + pen

timer
4:00

Slide 2 - Diapositive

Thema Ordening
4.1 Ontwikkeling van het leven op aarde
4.2 Organisme ordenen
4.3 Bacteriën en schimmels
4.4 Planten en dieren
4.5 Geleedpotigen en gewervelden
4.6 Organismen determineren

Slide 3 - Diapositive

Programma
  • Leerdoelen
  • Uitleg basisstof 4.3 --> bacteriën en schimmels
  • Voortplanting bacteriën uitrekenen
  • Afsluiting --> Quizvragen in LessonUp over de leerdoelen

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen 4.3
  • Je kunt de kenmerken noemen van de cellen van bacteriën en schimmels.
  • Je kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels nuttig zijn voor de mens en natuur.
  • Je kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels schadelijk kunnen zijn voor mensen.

Slide 5 - Diapositive

Bacteriën
Zijn micro-organismen

Ze hebben een:
  • Celwand
  • Celmembraan
  • Chromosomen in het cytoplasma (GEEN CELKERN)
  • Soms zweepharen/zweepstaart

Dus geen celkern!

Slide 6 - Diapositive

Bacteriën
Celdeling door middel van celdeling/mitose: ze kopiëren zichzelf.

Je kunt ze alleen zien met het blote oog als ze in grote groepen liggen: kolonies

Slide 7 - Diapositive

Nuttige bacteriën
Door middel van biotechnologie maken bacteriën:
  • Insuline voor diabetes patiënten
  • Aspartaam (zoetstof in cola light)
  • Wasmiddel: enzymen die het schoonmaakt
  • Melkzuurbacteriën --> het maken van yoghurt en zuurkool

Bacteriën zorgen ook voor de afbraak van voedingsstoffen in onze darmen!

Slide 8 - Diapositive

Ziekteverwekkende bacteriën
  • Als een ziekteverwekker je lichaam binnendringt en zich vermenigvuldigt heb je een infectie.
  • Bacteriën kunnen bestreden worden met antibiotica (dit maakt hun celwand stuk) 

  • Ze zorgen ook voor voedselbederf

Slide 9 - Diapositive

Voortplanting 
van bacteriën
Bacteriën planten zich voort door te delen.
1.  Eén bacterie deelt in tweeën.
2.  Die 2 groeien groeien groot.
3.  Dan gaan die 2 zich ook weer delen.
4.  Dan zijn er 4 en die gaan zich ook delen..

Als de omstandigheden gunstig zijn kunnen bacteriën zich elk half uur delen. Er moet dan voedsel en vocht zijn en de temperatuur moet goed zijn. Dan kan elke bacterie uitgroeien tot een grote groep = kolonie. 


Slide 10 - Diapositive

Voortplanting bacteriën uitrekenen

Een bacterie deelt zich elke 30 minuten. Hoeveel bacteriën heb je na 2 uur? Machtsverheffen!

Slide 11 - Diapositive

Voortplanting bacteriën  =  deling
Tijdstip                Aantal                                
0 minuten                = 1 bacterie
20 minuten       1x2 = 2 bacteriën
40 minuten       2x2 = 4 bacteriën
60 minuten       4x2 = 8 bacteriën
80 minuten       8x2 = 16 bacteriën
100 minuten   16x2 = 32 bacteriën

Slide 12 - Diapositive

Een bepaalde bacterie deelt zich elk half uur. Hoeveel bacteriën zijn er na 2 uur?
A
4
B
8
C
16
D
32

Slide 13 - Quiz

Een bepaalde bacterie deelt zich elk half uur. Hoeveel bacteriën zijn er na 3 uur?
A
12
B
32
C
64
D
128

Slide 14 - Quiz

Bacteriën vermeerderen zich door deling. Een bepaalde bacterie deelt zich iedere 20 minuten. Hoeveel bacteriën zijn er ontstaan na 3 uur?
A
512
B
1028
C
256
D
128

Slide 15 - Quiz

Schimmels en bacteriën voeden zich met delen of resten van planten en dieren.
Schimmels vermeerderen zich door sporen. Bacteriën delen zich. Hier is meestal warmte, vocht en voldoende zuurstof voor nodig.

Slide 16 - Diapositive

Schimmels
Planten zich voort door sporen: cellen waaruit nieuwe schimmels kunnen ontstaan

Paddenstoelen zijn vruchtlichamen van een meercellige schimmel

Slide 17 - Diapositive

Schimmels
  • Een schimmel is een netwerk van dunne draden: de zwamvlok
  • Als de zwamvlok groot genoeg is groeien er aan de bovenkant sporenkapsels of paddenstoelen. 
  • Een spore is de voortplantingscel van de schimmel.

Slide 18 - Diapositive

Gisten en schimmeldraden
Gisten zijn eencellige schimmels en zijn eivormig/rond. (Voortplanting --> knopvorming)
Meercellige schimmels bestaan uit lange draden.

Slide 19 - Diapositive

Nuttige schimmels
  • Voedsel --> kaas, champignons.
  • Gist voor brood, bier en wijn.
  • Van schimmels maken we ook antibiotica (penicilinne)

Slide 20 - Diapositive

Reducenten
Bepaalde schimmels en bacteriën zorgen voor afbraak van dode organismen
Bijvoorbeeld --> bladeren die van de bomen vallen in de herfst.

Deze noem je reducenten

Zijn dus erg belangrijk in de voedselkringloop!

Slide 21 - Diapositive


Voedselbederf
Voedselinfectie: bacteriën of schimmels komen op voedsel terecht en zorgen ervoor dat je ziek wordt.

Conserveren: langer houdbaar maken van voedsel -> De groei van schimmels en bacteriën op voedsel kun je tegengaan, door ze te doden of de leefomstandigheden zo ongunstig mogelijk te maken.

Slide 22 - Diapositive

Voedsel conserveren remt de groei
  1. Drogen -> te weinig water
  2. Verhitten (steriliseren = lang verhitten op 120 graden & pasteuriseren = kort verhitten op 70 graden) -> te hoge temperatuur
  3. Koelen/vriezen -> te lage temperatuur
  4. Conserveermiddel toevoegen (zuur, zout, suiker, alcohol)
  5. Vacuüm/gas verpakken -> te weinig zuurstof
Het langer houdbaar maken van voedsel

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Huiswerk

Lezen  4.3
Maken opdracht 1 t/m 9



Slide 26 - Diapositive

Leerdoelen 4.3
  • Je kunt de kenmerken noemen van de cellen van bacteriën en schimmels.
  • Je kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels nuttig zijn voor de mens en natuur.
  • Je kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels schadelijk kunnen zijn voor mensen.

Slide 27 - Diapositive

Bacteriën hebben...
A
wel een celwand geen celkern wel bladgroenkorrels
B
wel een celwand wel een celkern geen bladgroenkorrels
C
geen celwand geen celkern wel bladgroenkorrels
D
wel een celwand geen celkern geen bladgroenkorrels

Slide 28 - Quiz

Hoe planten bacteriën zich voort?
A
Door zaden
B
Door deling
C
Door sporen
D
Door eicellen en zaadcellen

Slide 29 - Quiz

Bacteriën zijn
A
Prokaryoot
B
Eukaryoot

Slide 30 - Quiz

Schimmels hebben...
A
alleen een celwand
B
een celkern en een celwand
C
een celwand en bladgroenkorrels
D
een celwand, celkern en bladgroenkorrels

Slide 31 - Quiz

Schimmels maken sporen om zichzelf voort te planten. Waar maken schimmels die sporen?
A
In de schimmeldraden.
B
In bedorven voedsel.
C
In de stam van bomen.
D
In de paddenstoel.

Slide 32 - Quiz

Gist is een eencellige schimmel.
Op welke manier plant deze schimmel zicht voort?
A
door deling
B
door spoorvorming
C
door eicellen en zaadcellen
D
met een paddenstoel

Slide 33 - Quiz

Is een schimmel een prokaryoot of eukaryoot?
A
Eukaryoot
B
Prokaryoot

Slide 34 - Quiz