5. En el restaurante

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Voorstellen in het Spaans

Hoy en la clase de español

• Controlar los deberes
• El complemento directo (R)
• Vocabulario en el restaurante
• Vamos a escuchar
• Los deberes

Voorstellen in het Spaans

Het leerdoel van de vorige les:

Ik kan het lijdend voorwerp 

als persoonlijk voornaamwoord gebruiken.

Deme las patatas.
¿Cómo ___ quiere?

1. lo
2. la
3. los
4. las

Deme un kilo de limónes.
¿Cómo ___ quiere?

1. lo
2. la
3. los
4. las

Deme las sardinas.
¿Cómo ___ quiere?

1. lo
2. la
3. los
4. las

Deme arroz, por favor.
¿Cómo ___ quiere?

1. lo
2. la
3. los
4. las

Deme un helado, por favor.
¿Cómo ___ quiere?

1. lo
2. la
3. los
4. las

Deme unas peras, por favor.
¿Cómo ___ quiere?

1. lo
2. la
3. los
4. las

Nieuw leerdoel:

Ik ken de namen van veel voorkomende 

gerechten op de Spaanse menukaart. 

Vul woordenlijst 2.1 in

Gebruik de menukaart om de woordjes in te vullen.

Vocabulario 2.1

Vocabulario 2.1

het vanillepuddinkje

de kip in knoflook

de garnalen van de grill

de witte wijn

de rode wijn

p.92

Al klaar?

We gaan zo samen een tekst doornemen. Jij hebt een voorsprong, bekijk alvast of je begrijpt wat er in de tekst staat. 

Om iets te kunnen bestellen

heb je deze zinnen nodig. 
Vul de ontbrekende zinnen in

met behulp van de vorige tekst. 

Al klaar? 

Bereid een boodschappenlijst met producten van je woordenlijst voor. We gaan er zo een opdracht mee doen. Zorg dat je 10 producten noteert.

2.1 Schrijf op welke gerechten besteld worden.

Noteer de antwoorden in je schrift.

Las respuestas

Let op de ober begint met vertellen wat je kan bestellen.

Mevrouw bestelt: una sopa de tomate, pollo al ajillo

Meneer bestelt: ensalada mixta, merluza a la romana

Botella de vino tinto, agua mineral con gas

quizlet.com

Los deberes

Leren: woordenschat 2.1 En el restaurante

lunes, diecisiete de octubre, quinta hora

Leertip:

Zorg dat je een klein groepje woordjes leert. Ken je ze?

Nu leer je een nieuw groepje woordjes. Ken je ze?

Kies weer voor een andere groep. 

Ken je de woordjes in kleine groepjes, ga dan steeds grotere groepen woorden samen leren. Denk tot slot aan de juiste spelling!