2a1 Bedrijvende en lijdende vorm

Leerdoelen

  •  Je kunt benoemen of een zin in de lijdende of bedrijvende vorm staat.

  • Je kunt een zin omzetten van een bedrijvende vorm naar een lijdende vorm.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen

  •  Je kunt benoemen of een zin in de lijdende of bedrijvende vorm staat.

  • Je kunt een zin omzetten van een bedrijvende vorm naar een lijdende vorm.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat valt je op?

De jongens drinken limonade.


De limonade wordt door de jongens gedronken.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderwerp is

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderwerp is

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lobke| laat | de hond | uit
  • Lobke is het onderwerp
  • Lobke doet iets in deze zin: Ze laat de hond uit
  • Bedrijvend of actief


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De hond | wordt | door Lobke|uitgelaten.

  • De hond is het onderwerp
  • De hond doet niets in deze zin: Hij wordt uitgelaten
  • Lijdend of passief

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stappenplan:
Een zin van de bedrijvende vorm in de lijdende vorm zetten

1. Het lijdend voorwerp  wordt het onderwerp .
2. Het onderwerp wordt  voorafgegaan door het woord ‘door’.
3. Er komt een vorm van het werkwoord 'worden' of 'zijn' te staan (drinken —> wordt gedronken) (hebben  —> zijn)
4. Let op de tijd (persoonsvorm)

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Juf Anne koopt een computer.

Slide 8 - Question ouverte

De bedrijvende (actieve vorm). In deze zin staat een werkwoordelijk gezegde (koopt), een onderwerp (Juf Gerritje) en een lijdend voorwerp (een computer).
Wouter kocht de mooie voetbal.

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De boom wordt door mij nagetekend.
A
BEDRIJVENDE VORM
B
LIJDENDE VORM

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik geef mijn moeder bloemen.
A
BEDRIJVENDE VORM
B
LIJDENDE VORM

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een taart wordt door mij gebakken.
A
BEDRIJVENDE VORM
B
LIJDENDE VORM

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De kat vangt een muis.
A
BEDRIJVENDE VORM
B
LIJDENDE VORM

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen behaald?

  •  Je kunt benoemen of een zin in de lijdende of bedrijvende vorm staat.

  • Je kunt een zin omzetten van een bedrijvende vorm naar een lijdende vorm.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions