Onderwerp en hoofdgedachte

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1,3

Welkom!

Planning vandaag

• Inleiding Bouwsteen 02: Onderwerp en hoofdgedachte
  
• Aanmelden in taalblokken
• Aanmelden bij de klas in taalblokken
• Gezamenlijk eerste opdracht maken
• Overige opdrachten maken in groepen van 3
• Aan het werk
• Taalvoutje

Bouwsteen 02:
Onderwerp en hoofdgedachte

• Aan het einde van de les kun je het verschil benoemen tussen een onderwerp en een hoofdgedachte.

• Aan het einde van de les kun je binnen een tekst het onderwerp benoemen.

• Aan het einde van de les kun je binnen een tekst de hoofdgedachte benoemen.

• Aan het einde van de les kun je vooraf aan het schrijven van een korte tekst het onderwerp en de hoofdgedachte bepalen en deze tekst vervolgens schrijven.

Wat weet je al over
onderwerp en hoofdgedachte?

Wat is de hoofdgedachte?

1. Kortst mogelijke samenvatting van een tekst
2. Inleiding van de tekst
3. Herhaling van de tekst in het slot
4. Eerste zinnen van de alinea's

hoofdgedachte?

1. Rijschoolhouders zouden standaard een cursus ‘auto te water’ moeten aanbieden.
2. Tijdens rijlessen is er geen aandacht voor hoe je jezelf bevrijdt uit een auto die te water raakt.
3. Veilig Verkeer Nederland steunt het plan om standaard een cursus ‘auto te water’ aan te bieden.
4. Volgens Veilig Verkeer Nederland weten automobilisten niet wat ze moeten doen als hun auto te water raakt.

Onderwerp en hoofdgedachte:
Wat kan géén hoofdgedachte zijn?

1. Jongetje stoot beeld van 4.000 euro om en moet betalen.
2. Honden troosten kinderen na aanslag in VS.
3. Doden door stortbuien in China
4. Een kangoeroe huppelt door een weiland op Texel.

Wat is de hoofdgedachte?

De hoofdgedachte = ?

1. Man vindt vogelspin in fruit, dit is vrij uniek.
2. Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
3. Albert Heijn vindt de vondst van een vogelspin uitzonderlijk.
4. De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.

Oefenen:

• Log in op taalblokken
• Voeg jezelf toe aan de klas met klascode: 806786
• Ga in de lesstof naar Bouwstenen 2F en dan naar hoofdstuk 2 paragraaf 3
• Lees de theorie en maak de opdrachten

Taalvoutje