Workshop N&T

• Natuur en Techniek
• HBO
• Studiejaar 1

Workshop  N&T

 

Bart Beaumont

voorbereiding:

-zet op het bord wat we doen vandaag

nodig

- strandbal

- spullen voor vragen bij strandbal

- flessen met vloeistof

- iets om flessen mee te tikken

HET PROEFJE

1. Ga naar www.proefjes.nl

2. Kies een proefje uit

3. Ontwerp je lesopening m.b.v. een proefje

• Zorg dat je alles voorbereid op papier hebt staan.
  Denk goed na over:
  - Welke begrippen bied je aan?
  - Welk doel wil je bereiken?
  - Welke vragen stel je?
• Zorg dat je alle materialen mee hebt genomen
• Zorg dat je hebt geoefend

Waar gaat het om?

1. Vanuit de ogen van de kinderen

2. Vanuit de ogen van de leerkracht?

Wat zie je bij de kinderen. Schrijf dit op.

- Genieten. Met heel hun lichaam.

Ervaring en beleving

Enthousiasme

Verwondering

Wat zie jij bij de docente. Schrijf dit op.

Observeren

Vragen stellen

Kunnen boeken, websites etc de concrete werkelijkheid vervangen?

Doorvragen

Luisteren

Waar gaat het om bij natuuronderwijs?

Kennis

Houding

Vaardigheden

Denken

Doen

Beleven

De wereld begrijpen

Hoofd - Hart - Handen 

Pendelen

Beleven en doen

Nieuwsgierigheid 

Verwondering

Ontdekken

Ontwerpen

Onderzoekende houding

https://youtu.be/bTFznsGfnlU?feature=shared

Onderzoeken

Ontwerpen

Het begint bij nieuwsgierigheid, beleven en waarnemen

maar dan.......

Het begint bij beleven en waarnemen.

Knip de verschillende fases van de onderzoekscyclus uit en laat de studenten dit zelf in de juiste volgorde plaatsen.

Welke stappen herken jij  bij het cupcake experiment? En welke juist niet

Benadruk dat bij het maken van de les de studenten altijd 7 stappen moeten opnemen. Deze zullen later nogmaals aan bod komen. 

Benoem kort de 7 stappen. en maak een koppeling met het cupcake onderzoek. 

Maar hoe kom je tot goede onderzoeksvragen? 

Hoe kom je tot een onderzoeksvraag?

Vragenmachientje

Observatie (15 minuten)

Waarnemingstocht:

Ga in kleine groepjes de omgeving van de school verkennen om zoveel mogelijk te observeren. 

Maak notities en, indien mogelijk, foto's van de waarnemingen.

Reflectie en Perspectiefkeuze (10 minuten)

Groepsdiscussie: Bespreek in groepjes wat jullie hebben waargenomen. 

Kies één waarneming waar jullie je op willen concentreren.

Perspectiefkeuze: Elk groepje kiest twee verschillende perspectieven waaruit ze hun gekozen waarneming verder willen verkennen.

1. Ecologisch Perspectief

Focus op de interacties tussen levende organismen en hun omgeving. Studenten kunnen vragen stellen over biodiversiteit, de impact van menselijke activiteiten op ecosystemen, of hoe natuurlijke elementen bijdragen aan de lokale biodiversiteit.

2. Technologisch Perspectief

Onderzoek hoe technologie wordt gebruikt in de waargenomen omgeving.. Studenten kunnen nadenken over de rol van technologie in het oplossen van milieuproblemen of het verbeteren van de kwaliteit van leven.

3. Sociaal-cultureel Perspectief

Kijk naar sociale interacties, culturele manifestaties en hoe mensen zich verhouden tot hun omgeving. Vragen kunnen gericht zijn op de manier waarop culturele tradities de interactie met de natuurlijke omgeving beïnvloeden of hoe openbare ruimtes sociale interacties faciliteren.

4. Economisch Perspectief

Analyseer de economische aspecten van de omgeving,.  Studenten kunnen vragen ontwikkelen over hoe economische activiteiten het landschap vormgeven of bijdragen aan de

5. Ethisch Perspectief

Overweeg morele en ethische vraagstukken gerelateerd aan de waarnemingen, zoals duurzaamheid, rechtvaardigheid, en de verantwoordelijkheid van individuen en gemeenschappen ten opzichte van hun omgeving. Vragen kunnen gaan over de ethische implicaties van milieubeheer of de verantwoordelijkheden van burgers in het behoud van

Vragen Formuleren (10 minuten)

Formuleer 2 onderzoeksvragen bij de gekozen waarneming vanuit elk geselecteerd perspectief.

 Bijvoorbeeld, als een groepje een boom heeft waargenomen, kunnen ze vanuit een ecologisch perspectief vragen: "Welke rol speelt deze boom in het lokale ecosysteem?" en vanuit een historisch perspectief: "Hoe oud zou deze boom kunnen zijn en welke historische gebeurtenissen heeft hij mogelijk 'meegemaakt'?"

Presentatie en Discussie (5 minuten)

 Elk groepje deelt kort hun meest interessante waarneming en de onderzoeksvragen die ze hebben geformuleerd vanuit de verschillende perspectieven.

Klassikale Reflectie: Sluit de activiteit af met een korte reflectie op wat de studenten hebben geleerd over het bekijken van hun omgeving vanuit meerdere perspectieven en hoe dit hun begrip en nieuwsgierigheid heeft vergroot.

Bedenk n.a.v. het onderzoek een nieuwe onderzoeksvraag.

Leg deze naast de criteria van het vragenmachientje.

Verwondering en nieuwsgierigheid

Vanuit verwondering en nieuwsgierigheid stellen kinderen vragen, signaleren ze problemen of fantaseren ze over futuristische uitvindingen. Vragen, problemen en uitvindingen

Nieuwsgierigheid en verwonderen willen weten en begrijpen is iets dat vooral jonge kinderen van naturen doen en hebben. 

Kinderen laten zich graag verwonderen door technologie. Denk maar aan de smartphone en robots

Welke voorbeelden kan jij benoemen van nieuwsgierigheid bij kinderen?

Hoe kan jij er als leerkracht voor zorgen dat kinderen zich blijven verwonderen?

Houding leerkracht

Wetenschap en technologie richt zich op het verder ontwikkelen van de nieuwsgierigheid, verwondering en de exploratieve houding van kinderen. Deze voor veel kinderen natuurlijke houding vertoont kenmerken (neigingen) die vergelijkbaar zijn met de houding van onderzoekers en ontwerpers. Kinderen willen graag weten, willen dingen begrijpen, willen met iets nieuw komen (innoveren); ze willen iets bereiken, willen delen en zijn kritisch. 

Door kinderen regelmatig iets te laten onderzoeken of ontwerpen ontwikkelen de verschillende houdingsaspecten zich verder. Belangrijk hierbij is dat houdingsaspecten onderwerp van gesprek zijn tussen leerlingen en tussen leerlingen en leraar. Een onderzoekende houding wordt gestimuleerd als een kind een bepaalde basiskennis over een onderwerp heeft. Dit wakkert vaak de interesse aan en de behoefte om ergens meer van te willen weten.

Eigenlijk komen we dan weer terug op N&T onderwijs, jouw houding en vooral het doen en ontwerpen. 

De didactieken van Maken en onderzoeken 

Kan jij nu al een voorbeeld benoemen waarbij de kinderen een onderzoekje moeten doen?

Onderwijs moet niets,

behalve boeien

- Jan Jutten

Handige links lesactiviteiten

Buitenles ontwerpen

Ontwerpend leren

C3

Proefjes.nl

Didactiek

WT Wijzer

Wetenschapsknooppunten

SLO

IVN

Een voorbeeld les 

Ontwerpend leren

Niet in de les behandelen. Als voorbeeld meegeven.

Didactiek van Ontwerpen

www.ontwerpenindeklas.nl

Originele model OL

Verkort model OOL

1 + 2= probleem/behoefte

3+4= ontwerp

5+6= idee

Langer model pas later laten terugkomen

Let's go!!!

 Ervaar zelf een les!

Een voorbeeld van N&T onderwijs, constructies, sterk en stevig. Snel en gemakkelijk direct toepasbaar laagdrempelig. vanuit ontwerpend leren.

nodig blaadjes ontwerpen. 

STAP 1: Probleem verkennen en formuleren

- DUURZAAMHEID in de meubelbranche

-Alleen nog maar van recyclebaar materiaal

- Hoe minder materialen hoe beter

Alles moet van reclyclebare materialen. niets mee rnieuw wat we daran ana een paar jaar bi het grofvuik gooien. vandaag gerycl papier. 

lees opdracht voor. 

STAP 1: de eisen

- Het moet zoveel mogelijk gewicht kunnen dragen. (stevigheid)

- Hoe hoger de stoel hoe beter. (comfort)

- Gebruik van weinig materiaal (duurzaam)

stevig zijn 

Hoogte gaat het om de hoogte van de zitting. 

disign gaan wij dalijk met elkaar beoordelen de gene met het mooiste disign krijgt 50 punten extra

Wij gaan tekenen op een blad  doorgeven. 

Ontwerpvraag: HOE KUN JE.... 

Een stoel maken van slechts 12 A4-blaadjes en 1 rol plakband?

Wie wint?

hoogte (cm) x aantal blokken (max 20)

Bijvoorbeeld 32 cm x 11 blokken = 352 punten

Bonus:

meeste hele vellen over: 100 punten extra

 

STAP 2A: ideeën bedenken

• groepjes van 2 of 3 (niet meer)
• 1 persoon is de schrijver
• kom om beurten met ideeën
• de schrijver schrijft ze op
  werkvorm: brainstorm

Wie wint?

hoogte (cm) x aantal blokken (max 20)

Bijvoorbeeld 32 cm x 11 blokken = 352 punten

Bonus:

meeste hele vellen over: 100 punten extra

stevig zijn 

Hoogte gaat het om de hoogte van de zitting. 

disign gaan wij dalijk met elkaar beoordelen de gene met het mooiste disign krijgt 50 punten extra

Wij gaan tekenen op een blad  doorgeven. 

STAP 2A: idee selecteren

• Zet per persoon drie smiley's bij de beste ideeën
• Het idee met de meeste smiley's wordt geselecteerd
  
  
  werkvorm: stippen zetten

STAP 3: ontwerpen

• Maak met elkaar een definitieve schets van hoe dit idee er uiteindelijk uit komt te zien
• Bepaal wie welke taak gaat uitvoeren

STAP 4: uitvoeren

Ieder voert zijn taak uit

Wie wint?

hoogte (cm) x aantal blokken (max 13)

Bijvoorbeeld 32 cm x 11 blokken = 352 punten

Bonus:

meeste hele vellen over: 100 punten extra

STAP 5: testen en bijstellen

Kijk hoe je het idee kan verbeteren (op stevigheid, hoogte of ontwerp).

STAP 6: presenteren

1. bepalen bonus
2. bepalen hoogte
3. bepalen aantal blokken

Wie wint?

hoogte (cm) x aantal blokken (max 20)

Bijvoorbeeld 32 cm x 11 blokken = 352 punten

Bonus:

meeste hele vellen over: 100 punten extra

Laat ze allemaal zelf hun eigen score bijhouden