Grammatica Cursus 5 Par. 2 Woordsoorten - Zelfstandig naamwoord en lidwoord les 7

Grammatica woordsoorten
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Grammatica woordsoorten

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het eind van deze les:
- weet je wat zelfstandig naamwoorden (zn) en lidwoorden (lw) zijn en kun je ze herkennen in een zin

Slide 2 - Diapositive

ZELFSTANDIG NAAMWOORD




Mensen
docent, meisje, secretaresse, voetballer, bouwvakker, schoonheidsspecialist, bakker...
Dieren
Ezel, lieveheersbeestje, slang, tor, hond, muis, oxelot...
Planten/natuurverschijnselen
Zonnebloem, orkaan, regenbui, zonneschijn, eik, beukenboom...
Dingen/gevoel
Tafel, schrift, fiets, kaasschaaf, geluk, liefde, haat, honger...
(Eigen) namen
Robin, Karel, Mees, Praxis, Amsterdam, Eiffeltoren, Jansen...

Slide 3 - Diapositive

Eigenschappen van zelfstandige naamwoorden
1. De meeste zelfstandige naamwoorden kun je aanraken. Bv. fiets, stoel huis
2. Er zijn ook zelfstandige naamwoorden die je niet kunt aanraken. Bv. boosheid, gevoel, honger.
3. Meestal kun je een lidwoord (de, het, een) voor het zelfstandig naamwoord zetten. 
4. De meeste zelfstandige naamwoorden kun je verkleinen. Bv.  bloem - bloempje
5. De meeste zelfstandige naamwoorden hebben een enkelvoud en een meervoud. Bv. bloem - bloemen

Slide 4 - Diapositive

Lidwoorden
  1. De (bepaald lidwoord)
  2. Het (bepaald lidwoord)
  3. Een (onbepaald lidwoord)

De vader en het kind zitten in een vliegtuig.



Slide 5 - Diapositive

Eigenschappen van lidwoorden

1. Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig naamwoord.
2. Tussen een lidwoord en een zelfstandig naamwoord kan nog een ander woord staan.
Bijvoorbeeld: Het mooie tasje. 

Slide 6 - Diapositive

De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.
________
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord

Slide 7 - Quiz

Is het een lidwoord?
Het aardige meisje werkt hard. 

A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

Is het een lidwoord?
Het regent vandaag al de hele dag. 
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.
______________
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord

Slide 10 - Quiz

De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.
___________
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord

Slide 11 - Quiz

Lees de tekst.

Slide 12 - Diapositive

Noteer van zin 1 de twee zelfstandige naamwoorden. Staat er een lidwoord bij? Noteer dit ook.

Slide 13 - Question ouverte

Noteer van zin 2 de twee zelfstandige naamwoorden. Staat er een lidwoord bij? Noteer dit ook.

Slide 14 - Question ouverte

Noteer van zin 3 de twee zelfstandige naamwoorden. Staat er een lidwoord bij? Noteer dit ook.

Slide 15 - Question ouverte

Noteer van zin 4 de twee zelfstandige naamwoorden. Staat er een lidwoord bij? Noteer dit ook.

Slide 16 - Question ouverte

Noteer van zin 5 de twee zelfstandige naamwoorden. Staat er een lidwoord bij? Noteer dit ook.

Slide 17 - Question ouverte

Noteer van zin 6 de twee zelfstandige naamwoorden. Staat er een lidwoord bij? Noteer dit ook.

Slide 18 - Question ouverte

Noteer van zin 7 de twee zelfstandige naamwoorden. Staat er een lidwoord bij? Noteer dit ook.

Slide 19 - Question ouverte

Noteer van zin 8 de twee zelfstandige naamwoorden. Staat er een lidwoord bij? Noteer dit ook.

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Lien

Maken cursus 5, par. 2
Opdracht 1 t/m 5
Blz. 206-207 

Slide 22 - Diapositive

Ik kan het zelfstandig naamwoord vinden in de zin
0100

Slide 23 - Sondage