Semaine 6: Unité santé

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Bienvenue 

Semaine 6

Du 8 au 12 février

unité 4

Le plan de cours:  Leçon 1

Terugblikken op de vorige les

Luisteren  Ex.12

Toelichting Wederkerend ww.  Maken

Les devoirs: Leren A1t/mA5

maken 16 A en 16 B( Havo 2)

Le plan de cours : leçon 2

A5 overhoren 

Oefenen socrative 

Les devoirs: Leren A5 en A6 en maken  Ex. 16-C-E-F

Le plan de cours: leçon 1

oefenen via socrative

Les devoirs: Leren A1t/m A6

maken¨ ex. 21, ex 17 (comment dire) 

Le plan de cours: leçon 2 

Overhoren A1t/mA6 via Quizlet

ex. 23 (parler)

Les devoirs: Leren A1t/m A7

maken Ex 19 en Ex 22

Le plan de cours: Leçon 1

lundi 1 mars 2021

Overhoren A1t/m A7 via quizlet

Maken  ex. 25 (Grammaire)

les devoirs : leren A8-A9-A10

Le plan de cours : Leçon 2

D toets maken 

Vragen stellen 

Les devoirs: leren A1t/mA10 

Leçon 1

d toets maken 

les devoirs:

maak de dtoets af

Leçon 2

Unité 5 

les devoirs : werk aan de Po 

Le plan de cours: semaine 7 Havo 2

Leçon 2

quizlet A1 t/m A6

Voorwerpen zoeken  

Les devoirs: 

maken¨ Leren A1t/m A7

maken Ex 19 en Ex 22

Les verbes pronominaux

Doel van deze les : de wederekerend ww. kunnen herkennen en vervoegen.

Wederkerende ww.

voorbeelden?

een wederkerend werkwoord in het Nederlands gaat alsvolgt:

bijvoorbeeld: zich haasten

ik haast me

jij haast je

hij/zij haast zich

wij haasten ons

jullie haasten je/u haast zich

zij haasten zich

Les verbes pronominaux

In het Frans staat het wederkerend voornaamwoord altijd vóór het hele werkwoord. 

Je vais m’amuser. 

Als er geen heel werkwoord is, dan staat het vóór de persoonsvorm. 

Je me trompe. 

Uitleg

w.w: zich haasten

Ik haast me

Ik was me

w voornaamwoorden( me,je,zich,ons,jullie,zich), die komen achter het werkwoord

In het Frans

ww. beginnen met se: se laver: zich wassen

Ik was me:  je me lave( in het Frans komt het w voornaamwoord voor het werkwoord)

je: Me

tu: te

il/elle/on: se

nous: nous

vous: vous

ils/elles: sej

se Trompen: zich vergissen

je me trompe

tu te trompes

il/elle/on se trompe

nous nous trompons

vous vous trompez

Ils/elles se trompent

Tekst

Persoonsvorm

Wederkerend voornaamwoord

geef de juiste vorm van het werkwoord:

je (se doucher)

nous (se lever)

elles (s'habiller)

vous (se doucher)

tu (se réveiller)

Paul et Monique (se laver)