Herhaling spelling cursus 7

Herhaling spelling cursus 7
Paragraaf 1 t/m 3
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Herhaling spelling cursus 7
Paragraaf 1 t/m 3

Slide 1 - Diapositive

Welke onderwerpen hebben we behandeld met spelling?

Slide 2 - Carte mentale

Welke woorden schrijf je met een hoofdletter?
A
amsterdam
B
fiets
C
maandag
D
engeland

Slide 3 - Quiz

Noem de drie manieren wanneer je een hoofdletter schrijft.

Slide 4 - Question ouverte

Eén van de woorden schrijf je met een hoofdletter. Welk woord?
A
hoofdstad
B
provincie
C
land
D
zwolle

Slide 5 - Quiz

Eén van de woorden schrijf je met een hoofdletter. Welk woord?
A
adidas
B
merk
C
sport
D
voetbal

Slide 6 - Quiz

Welk leesteken hoort achter deze zin?

Pieter loopt naar huis
A
.
B
!
C
?

Slide 7 - Quiz

Welk leesteken hoort achter deze zin?

Wil jij een koekje voor mij pakken
A
.
B
!
C
?

Slide 8 - Quiz

Welk leesteken hoort achter deze zin?

Blijf van mijn tas af
A
.
B
!
C
?

Slide 9 - Quiz

Welk woord is niet goed?
A
kort
B
kind
C
olifand
D
paard

Slide 10 - Quiz

Sst! Niet zo hard/hart praten.
A
hard
B
hart

Slide 11 - Quiz

In geval van nood/noot moet je 112 bellen.
A
nood
B
noot

Slide 12 - Quiz

Wat is het meervoud van paleis?

Slide 13 - Question ouverte

Wat is het verkleinwoord van vergoeding?

Slide 14 - Question ouverte

Wat is het verkleinwoord van duim?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is het verkleinwoord van botsing?

Slide 16 - Question ouverte

Deze les
Maken oefentoetsen spelling cursus 7
Paragraaf 1 ,2 en 3
Kijk naar het bord voor de uitleg.

Slide 17 - Diapositive