SP6 Spoed gewrichten en hersenen

Wat is een open botbreuk?
A
als het bot is gebroken
B
als het bot is gebroken en je geen bloed ziet
C
als het bot is gebroken en de huid en weefsels rondom ook kapot zijn
1 / 14
suivant
Slide 1: Quiz
DierverzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat is een open botbreuk?
A
als het bot is gebroken
B
als het bot is gebroken en je geen bloed ziet
C
als het bot is gebroken en de huid en weefsels rondom ook kapot zijn

Slide 1 - Quiz

Antwoord: 
Als het bot is gebroken en de huid en weefsels rondom ook kapot zijn noem je dat een open botbreuk. Vaak is het bot zelf zichtbaar in de wond. 

Slide 2 - Diapositive

Wat doe je als je denkt dat een dier een botbreuk heeft? Er zijn
meer goede antwoorden mogelijk.
A
Je belt de dierenarts
B
Je zet het lichaamsdeel met de poot zo goed mogelijk in zijn natuurlijke houding.
C
Je zorgt dat het dier het lichaamsdeel met de breuk zo min mogelijk beweegt.
D
Je zorgt dat jij en omstanders het lichaamsdeel met de breuk zo min mogelijk bewegen.

Slide 3 - Quiz

Antwoord: 
 Bij alle breuken geldt het advies het dier zo voor voorzichtig mogelijk naar de dierenarts te brengen. Beweeg het min mogelijk. Zorg er ook voor dat het dier een gebroken lichaamsdeel zo min mogelijk beweegt. Om te zorgen dat het dier een gebroken poot niet meer kan bewegen, kun je een spalk aanbrengen. Probeer nooit om de gebroken delen op hun plaats te trekken!

Slide 4 - Diapositive

Waarmee kun je, naast pijnstilling, de pijn van een die verzachten
bij een bloeduitstorting?

Slide 5 - Question ouverte

Wat betekent luxatie?
A
Gedeeltelijke ontwrichting
B
Kneuzing
C
Ontwrichting
D
Verstuiking

Slide 6 - Quiz

Wat zijn de verschillen tussen een ontwrichting, een verstuiking
en een kneuzing?

Slide 7 - Question ouverte

Wat doe je om zeker te weten of een dier een ontwrichting,
verstuiking of kneuzing heeft?
A
Je kijkt of het dier de poot belast.
B
Je laat het dier onderzoeken door een ervaren dierenartsassistent.
C
Je laat het dier onderzoeken door een dierenarts.
D
Je kijkt of er sprake is van welling en warmte van de huid op de pijnlijke plek.

Slide 8 - Quiz

Antwoord: 
Ga bij een dier dat kreupel loopt en/of pijn
lijkt te hebben altijd naar de dierenarts. Ook als je denkt dat het alleen om een verstuiking gaat. Zo weet je zeker dat dat echt zo is en krijg je pijnstillers voor het dier.

Slide 9 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een bloedige repositie en een
onbloedige repositie?

Slide 10 - Question ouverte

Wat doe je als je ziet dat een dier een epileptische aanval heeft?
A
Je blijft erbij en voorkomt dat het dier zichzelf of de omgeving beschadigt. of
B
Je houdt het dier vast, zodat het tot rust kan komen.
C
Je belt '144 Red een dier',

Slide 11 - Quiz

Een dier met een epileptische aanval laat je zoveel mogelijk met rust.Pas bij dieren met epilepsie vooral goed op dat het dier jou of zichzelf niet beschadigt. Hetdier is niet bij bewustzijn en weet niet wat het doet. Dit kan gevaarlijke situaties opleveren.
Duurt de aanval langer dan vijf tot tien minuten, dien dan een spierverslapper toe, zoals
valium. Als er geen valium aanwezig is of als het niet helpt, bel dan de dierenarts.

Slide 12 - Diapositive

Via welke toedieningsroute kan een eigenaar een hond of kat met
epilepsie zelf valium toedienen?

Slide 13 - Question ouverte

Wanneer moet er bij een dier met een epileptische aanval met spoed een behandeling worden ingesteld?

Slide 14 - Question ouverte