1A - 22 september 2020 (PV-zinsdelen-onderwerp)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Nodig: 

• Grammaticaboekje
• Etui
• iPad: dicht op tafel

Planning

1. Lesdoel
2. Grammatica: bespreken & nakijken zinnen opdr. 1A en opdr. 1B (p. 28 & 29)
3. Werkwoordelijk gezegde: uitleg
4. Aan de slag!
5. Huiswerk & taalvout

Lesdoel

Na de les:

Weet je hoe je de persoonsvorm, zinsdelen en het onderwerp in een zin kunt vinden.

Weet je wat een werkwoordelijk gezegde is.

Maak een foto van je huiswerk en upload deze.

3. In onze nestkastjes zouden een paar merels hebben 

                                               

gebroed.

3. In onze nestkastjes | zouden | een paar merels | hebben | 

                                                ======     ________________O

gebroed.

4. Op de gang hebben wij een schilderij van Vermeer gehangen.

5. De leerlingen zullen de hele middag in de stad moeten

 kunnen rondlopen.

4. Op de gang | hebben | wij | een schilderij van Vermeer | 

                                 ======    __O

gehangen.

5. De leerlingen | zullen | de hele middag | in de stad | moeten|

    ____________O   ======

 kunnen | rondlopen.

Zinsdelen

• PV is één zinsdeel.
• Alles voor de PV is één zinsdeel.
• Alles wat voor de PV kan is een apart zinsdeel.

- Werkwoorden zijn altijd een apart zinsdeel (let op; te hoort erbij!)

Hij | heeft | besloten | naar huis | te gaan.

- Prullenbakwoordjes zijn een apart zinsdeel (p. 8 van je grammaticaboekje)

De jongen | ging | gisteren | niet | eerder | naar huis.

Wat zijn de werkwoorden in deze zin?
Zullen we morgen een cadeautje gaan kopen?

Wat is een werkwoord?

Theorie

Werkwoordelijk gezegde

- alle werkwoorden uit de zin

- de persoonsvorm hoort daar automatisch bij

Voorbeeld

Zonder twijfel heeft Bas de meeste records verbroken op de sportdag.

Pv?

Ow?

Andere werkwoorden?

Voorbeeld

Zonder twijfel | heeft | Bas | de meeste records | verbroken | op 

                                ====     ___O                                             

de sportdag.

pv = heeft

ow = Bas

wg = heeft verbroken

Even oefenen

Wat is de PV?
Mijn zusjes zitten hun huiswerk te maken

1. mijn zusjes
2. zitten
3. zitten maken
4. zitten te maken

Wat is het onderwerp?
Mijn zusjes zitten hun huiswerk te maken

1. mijn zusjes
2. zitten
3. zitten maken
4. zitten te maken

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Morgen zullen de leerlingen hun huiswerk hebben gemaakt.

1. zullen
2. zullen hebben gemaakt
3. hun huiswerk
4. de leerlingen

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Mijn zusjes zitten hun huiswerk te maken.

1. mijn zusjes
2. zitten
3. zitten maken
4. zitten te maken

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Claudia nodigt veel vrienden uit op haar verjaardag.

1. nodigt
2. nodigt uit

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Maak jij je veters goed vast voor de wedstrijd?

1. maak
2. jij
3. maak jij vast
4. maak vast

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Tijdens het verhoor voelden de agenten de arrestant flink aan de tand.

Theorie vervolg

Werkwoordelijk gezegde vervolg

- Soms staat het woordje te erbij:

Hij | besloot | daarheen | te gaan.

- Soms is er een uitdrukking die met het werkwoord te maken heeft:

Vb: aan de tand voelen

Tijdens het verhoor | voelden | de agenten | de arrestant | flink |  aan de tand.

Werkwoordelijk gezegde vervolg

- Soms staat het hele werkwoord uit elkaar

Vb: uitnodigen --> Hij | nodigt | zijn vrienden | uit.

- Soms is ook het noodzakelijk wederkerend voornaamwoord werkwoordelijk gezegde:

Vb: Hij | vergist | zich. ;              Wij | vergissen | ons.

(Kan niet worden weggelaten en niet vervangen worden door ander woord.)

Ik | was | me --> (Ik | was | de baby).

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
De sportieve kerel fietste erg hard weg.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Hij vergiste zich in de moeilijke vraag.

Werkwoordelijk gezegde?
Zijn moeder houdt een oogje in het zeil.

Aan de slag!

- Maak van opdracht 1B, zin 6 t/m 10 (p. 29 grammaticaboekje).

- Maak van opdracht 2B, zin 1 t/m 5 (p. 31 grammaticaboekje)

Overleggen mag op fluistertoon.

- Klaar?  Kies iets uit de Talen-Ontdekdoos of pak een mooi boek uit de kast en ga lekker lezen.

Huiswerk & TaalVout

Huiswerk voor volgende week maandag:

- Lees blz. 9, 10 en 11 van het grammaticaboekje (werkwoordelijk gezegde)

- Maak van opdracht 1B, zin 6 t/m 10 (p. 29 grammaticaboekje).