grammatica&spelling H4 II

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Welkom!

Tafels in toetsopstelling

leesboek en pen op tafel, verder niks

zin van de dag

Tijdens de  warme zomervakantie heb ik  in de schaduw veel lekkere en koude ijsjes gegeten.

Benoem de woordsoorten: lw, bn, zn, ww, vz (taalkundig ontleden)

afspraak!

1 x waarschuwen

2 x = naam op het bord

3 x = nablijven 

Lezen

lesopbouw

- wat weet je al?

- uitleg/herhaling

- samen oefenen

- zelfstandig oefenen

- 3e uur SO

Wat weet je al?

- vertel hoe de kofschipregel werkt

- wat is het meervoud van zee, drie en bacterie?

- welk ezelsbruggetje(trucje) kun je gebruiken om te weten wat een voorzetsel is? 

Voorzetsel

• Geeft aan waar, wanneer of waarom iemand iets doet
• Bijvoorbeeld:
• Op, naast, onder, in, tussen, voor (waar)
• Tijdens, sinds, tot, per (wanneer)
• Vanwege (waarom)
• Kooiwoordjes
• ....... de vakantie

voorzetsels

Mijn boek ligt nog in mijn kluisje.
Wat is het vz?

1. mijn
2. ligt
3. in
4. kluisje

Ik ben tijdens de schoolvakanties nooit ziek.
Wat is het vz?

1. tijdens
2. de
3. nooit
4. ziek

t x k f s ch p

t s x f s ch p

Tegenwoordig: ‘t ex- kofschip

't kofschip 

Is de laatste letter van de stam een medeklinker uit 't kofschip? --> ik-vorm + te(n)
Is de laatste letter van de stam GEEN medeklinker uit 't kofschip?

--> ik-vorm + de(n)

(niezen)
De jongens ........ gister in mijn gezicht.

1. niezden
2. niesten
3. niesde
4. niesden

maken
De brandweer ....... vorige week een boomhut

1. maakde
2. makkden
3. maakte
4. maakten

zelfstandig werken

- je maakt het stencil zelfstandig

- klaar? nakijken m.b.v. nakijkblad en daarna lezen