Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Welkom in de les!
Jas aan de kapstok
Telefoon in de koffer
timer
5:00
socialiseren
Slide 1 - Diapositive
Vandaag:
Lesdoel.
Toets in LessonUp
Evaluatie.
Slide 2 - Diapositive
lesdoel
Na het maken van de formatieve toets, weet ik hoeveel ik nog moet leren voor de toets woordenschat.
Slide 3 - Diapositive
1. Wat betekenen de woorden in de linker rij? Maak de juiste combinaties.
gelijkwaardig
inspireren
aanpakken
buitengewoon, geweldig
even goed
gunstig, hoopvol
opbrengen
op goede gedachten of ideeën brengen
Slide 4 - Question de remorquage
2. Welk spreekwoord past bij de zin: ‘Waarom foppen we elkaar op 1 april?’
A
dat is te gek om los te lopen
B
hij is zo gek als een deur
C
iemand voor de gek houden
D
voor gek staan
Slide 5 - Quiz
3. Welk spreekwoord past bij de zin: ‘De minister vindt het vreemd dat de appels die in Gelderland groeien, ook worden geïmporteerd uit andere landen’?
A
alle gekheid op een stokje
B
een gek kan meer vragen dan tien wijzen kunnen beantwoorden
C
het is van de gekke
D
iedere gek heeft zijn gebrek
Slide 6 - Quiz
4 Welk woord hoort dan niet in het rijtje thuis? Licht je antwoord toe. bevestigen - rondsturen - vastmaken - zeggen dat het klopt
Slide 7 - Question ouverte
5. Welk woord hoort dan niet in het rijtje thuis? Licht je antwoord toe.
lamp - licht - niet zwaar - rust
Slide 8 - Question ouverte
6. Het woord ‘toets’ kent twee verschillende betekenissen. Maak twee verschillende zinnen waaruit het betekenisverschil van het woord ‘toets’ duidelijk wordt. Een zin bestaat uit ten minste vijf woorden. Betekenis 1: … Betekenis 2: …
Slide 9 - Question ouverte
7. Ook het woord ‘bank’ kent twee verschillende betekenissen. Maak twee verschillende zinnen waaruit het betekenisverschil van het woord ‘bank’ duidelijk wordt. Een zin bestaat uit ten minste vijf woorden. Betekenis 1: … Betekenis 2: …
Slide 10 - Question ouverte
12. Wat betekenen de woorden in de linker rij? Maak de juiste combinaties.
massaal
produceren
allemaal
andere mogelijkheid
beslist
bruikbaar zijn
maken
tegenhouden
Slide 11 - Question de remorquage
13. Vul de juiste overdrijving in. Zorg ervoor dat je een goede Nederlandse zin krijgt. Kies uit: als een raket - dood schrikken – een vermogen – geen oog dichtdoen – honderd keer - op knappen staan
Toen die muis over mijn bed liep, …
Slide 12 - Question ouverte
14. Vul de juiste overdrijving in. Zorg ervoor dat je een goede Nederlandse zin krijgt. Kies uit: als een raket - dood schrikken – een vermogen – geen oog dichtdoen – honderd keer - op knappen staan
Ik heb al … mijn tas doorzocht, maar ik kan mijn fietssleutel nergens vinden.
Slide 13 - Question ouverte
15. Vul de juiste overdrijving in. Zorg ervoor dat je een goede Nederlandse zin krijgt. Kies uit: als een raket - dood schrikken – een vermogen – geen oog dichtdoen – honderd keer - op knappen staan
Mobiele telefoons kosten vandaag de dag ….
Slide 14 - Question ouverte
17. Geef aan of er een overdrijving of ironie in de zin staat en noteer de betekenis.
‘Dat vind ik een bijzondere prestatie’, zei de moeder tegen haar dochter die een drie haalde voor een toets over de Gouden Eeuw. Overdrijving of ironie? Betekenis: ....
Slide 15 - Question ouverte
19. Vul de zin met een ironie aan.
Ik heb mijn auto naar de garage gebracht, want …
Slide 16 - Question ouverte
20. Vul de zin met een ironie aan.
De kaarten voor het schoolfeest kosten vijftien euro per stuk. …
Slide 17 - Question ouverte
23. In welke zin staat figuurlijk taalgebruik?
A
Mijn kleine zusje van een half jaar kan al zitten, maar zij kan niet op haar eigen benen staan.
B
Mijn twintigjarige zus geeft al haar geld uit aan kleding en houdt zo niets over om van te leven. Zij kan dus niet op haar eigen benen staan.
Slide 18 - Quiz
26. Wat wordt er bedoeld met de overdrijvingen tussen haakjes?
Zonder gehoorapparaat is Maartje (stokdoof).
Slide 19 - Question ouverte
27. Wat wordt er bedoeld met de overdrijvingen tussen haakjes?
Het was vandaag (wel 50 graden) op de kermis!
Slide 20 - Question ouverte
29. Wat betekent het woord tussen haakjes?
Wij willen ons optreden graag (besluiten) met onze nieuwste hit.
A
afsluiten
B
kiezen nadat je hebt nagedacht
Slide 21 - Quiz
28. Wat betekent het woord tussen haakjes?
Door de aardbeving (dreigt) het huis van de burgermeester in te storten.
A
gebeurt bijna
B
maakt mensen bang om iets te bereiken
Slide 22 - Quiz
Evaluatie
Vond je deze oefentoets moeilijk?
Wat kan je zelf doen om je voor te bereiden op de toets?