Oefentoets H4 - Lucht

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo
• Leerjaar 2

Oefentoets H4 - Lucht

Voor hoeveel % bestaat lucht uit stikstof?

1. 78%
2. 21%
3. 1%
4. 50%

Bij verbranding komen er een aantal gassen vrij. Welke gassen zijn dit?

1. Koolstofdioxide en zuurstof
2. Zuurstof en aardgas
3. Koolstofdioxide en waterdamp
4. Zuurstof en waterdamp

Hoe noem je een ruimte waarin zich geen lucht bevindt?

1. Atmosfeer
2. Vacuüm
3. Ozonlaag
4. Luchtloos

Waarom moeten bergbeklimmers een fles zuurstof meenemen als ze een hoge berg gaan beklimmen?

Leg in eigen woorden uit wat luchtdruk is.

Met welk apparaat meet je de luchtdruk?

1. Manometer
2. Barometer
3. Tasimeter
4. Geigerteller

Op het bekerglas zit een ballon gespannen. Op de ballon ligt een rietje. Leg uit wat er gebeurt, met het rietje, als de luchtdruk afneemt en of hij dus naar beneden of naar boven zal wijzen.

Wat gebeurt er met een zakje chips als je deze meeneemt naar het berg beklimmen?

1. Deze zal bol gaan staan door een hogere luchtdruk
2. Deze zal kleiner worden door een hogere luchtdruk
3. Deze zal bol gaan staan door een lagere luchtdruk
4. Deze zal kleiner worden door een lagere luchtdruk

Met een barometer meet je:

1. De luchtdruk
2. De luchtdruk in een afgesloten ruimte
3. Of er sprake is van een hogedrukgebied of lagedrukgebied
4. De temperatuur

Als een band 'leeg' is, is er dan sprake van een vacuüm? Leg je antwoord uit.

Als mijn volume drie keer zo klein wordt, hoe veranderd dan de druk?

1. Die wordt ook drie keer kleiner
2. Die wordt 3 keer groter
3. Die neemt met 3 bar toe
4. Die neemt met 3 bar af

Je gaat een gas met een volume van 50L samenpersen in een ruimte van 2,5L. De begindruk is 4 bar. Hoe groot is de druk na het samenpersen?

1. 80 bar
2. 0,2 bar
3. 24 bar
4. -16 bar

Waarom komt het dat, als het waait, je het kouder hebt dan als het windstil is?

Zet de volgende stoffen op volgorde van slecht isolerend naar goed isolerend:
Lucht - ijzer- glaswol - hout - vacuüm

Zie de afbeelding hiernaast.
Deze buis is gevuld met water en bovenin is kleurstof toegevoegd. Linksonderin zetten ze een kaarsje neer om het water te verwarmen.
Leg in eigen woorden uit of de kleurstof met de klok mee zal bewegen, of juist tegen de klok in.

De spreeuw van hiernaast heeft lekker donzige veren om warm te blijven.
Hoe zorgen deze veren ervoor dat hij warm blijft?