2.8 a Spelling

Welkom

Pak je laptop en log in op LessonUp.



Tas op de grond en telefoon niet zichtbaar.

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom

Pak je laptop en log in op LessonUp.



Tas op de grond en telefoon niet zichtbaar.

Slide 1 - Diapositive

lesopbouw
  • wat weet je?
  • doel: werkwoorden v.t.
  • uitleg
  • opdracht
  • zelfstandig werken
  • afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je al?
verleden tijd

Slide 3 - Diapositive

Doel
Aan het eind van de les kan je
 werkwoorden (persoonsvorm) correct in de 
verleden tijd zetten.
 

Slide 4 - Diapositive

sterke werkwoorden v.t.
Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd.



Slide 5 - Diapositive

sterk werkwoord

Slide 6 - Carte mentale

sterke werkwoorden v.t.
Twijfel je of de laatste letter van het werkwoord een -d of -t is?
Maak het woord langer!

hebben - ik had - wij hadden
weten - ik weet - wij weten

Slide 7 - Diapositive

zwakke werkwoorden v.t.
Zwakke werkwoorden krijgen in de verleden tijd
achter de ik-vorm:
  -te(n) 
 -de(n) 


Slide 8 - Diapositive

zwak werkwoord

Slide 9 - Carte mentale

zwakke werkwoorden v.t.
Ik-vorm eindigt al op -d of -t:
ook -te(n) of -de(n) erachter. 
                                                                    
Er staat dan 2x een -d of -t!
vb: haast - haastte(n)   /   brand - brandde(n)

Slide 10 - Diapositive

verleden tijd - 't kofschip x
  • Sterk of zwak werkwoord? 
  • Sterk???? --> goede vorm opschrijven
Zwakke werkwoorden verleden tijd (4 stappen):
  • Wat is de stam?
  • Wat is de laatste letter?
  • Zit deze letter in 't kofschip x?
  • Ja --> er komt -te(n) achter de ik-vorm            (koken/lezen)
       Nee --> er komt -de(n) achter de ik-vorm       (tekenen)
 

Slide 11 - Diapositive

zelfstandig werken
Online Talent
hoofdstuk 2.8 spelling
opdracht 1, 2, 4 t/m 7

Slide 12 - Diapositive

afsluiting
werkwoorden verleden tijd
exit ticket (naam opschrijven)
Schrijf de antwoorden op en lever ze in.
  1. De politie (vermoeden) dat er sprake is van een misdrijf.
  2. De kinderen (maken) een tekening voor hun oma.
  3. Gisteren (gaan) ik naar de kermis.

Slide 13 - Diapositive