Pallas 4A

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Pallas tekst 4A

Neem de tekst voor je en beantwoord

de volgende vragen over de grammatica

In welke naamval, getal en geslacht staat:
Ἡ ὑδρα (r.3)

1. nom ev v
2. nom ev o
3. acc ev v
4. acc ev o

Welke funtie heeft:
Ἡ ὑδρα (r. 3)

1. onderwerp
2. naamwoordelijk deel
3. lijdend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling

In welke naamval, getal en geslacht staat:
θηριον δεινον (r.3)

1. nom ev v
2. nom ev o
3. acc ev v
4. acc ev o

Welke funtie heeft:
θηριον δεινον (r. 3)

1. onderwerp
2. naamwoordelijk deel
3. lijdend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling

In welke naamval, getal en geslacht staat:
Το δεινον θηριον (r.4)

1. nom ev v
2. nom ev o
3. acc ev v
4. acc ev o

Welke funtie heeft:
Το δεινον θηριον (r. 4)

1. onderwerp
2. naamwoordelijk deel
3. lijdend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling

In welke naamval, getal en geslacht staat:
την χωραν (r. 5)

1. nom ev v
2. nom ev m
3. acc ev v
4. acc ev m

Welke funtie heeft:
την χωραν (r. 5)

1. onderwerp
2. naamwoordelijk deel
3. lijdend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling

In welke naamval, getal en geslacht staat:
Ἡ ὑδρα (r.6)

1. nom ev v
2. nom ev o
3. acc ev v
4. acc ev o

Welke functie heeft:
Ἡ ὑδρα (r. 6)

1. onderwerp
2. naamwoordelijk deel
3. lijdend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling

In welke naamval, getal en geslacht staat:
μεγαλη (r.6)

1. nom ev v
2. nom ev o
3. acc ev v
4. acc ev o

Welke funtie heeft:
μεγαλη (r. 6)

1. onderwerp
2. naamwoordelijk deel
3. lijdend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling

In welke naamval, getal en geslacht staat:
φοβερα (r.6)

1. nom ev v
2. nom ev o
3. acc ev v
4. acc ev o

Welke funtie heeft:
φοβερα (r. 6)

1. onderwerp
2. naamwoordelijk deel
3. lijdend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling

μεγαλη ... και φοβερα is dus samen nd

In welke naamval, getal en geslacht staat:
Ὁ Ἡρακλης (r.8)

1. nom ev v
2. nom ev m
3. nom mv v
4. nom mv m

Welke funtie heeft:
Ὁ Ἡρακλης (r.8)

1. onderwerp
2. naamwoordelijk deel
3. lijdend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling

In welke naamval, getal en geslacht staat:
την δεινην ὑδραν (r.8)

1. acc ev v
2. acc ev m
3. acc mv v
4. acc mv m

Welke funtie heeft:
την δεινην ὑδραν (r.10)

1. onderwerp
2. naamwoordelijk deel
3. lijdend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling