Th1 Bs2 Verbranding

Verbranding en ademhaling
Thema 1 

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Verbranding en ademhaling
Thema 1 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H1 Verbranding en ademhaling
Bs2  Verbranding

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen:
Je kunt verbranding beschrijven en kunnen uitleggen hoe je koolstofdioxide kunt aantonen.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Practicum 3
Uitwerkingen bespreken

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fotosynthese
Glucose
Koolstofdioxide
Zuurstof
Water
Zonlicht

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Kringloop van fotosynthese en verbranding

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat heb je nodig voor
verbranding?

Slide 7 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

bij dit proces komt energie vrij
A
fotosynthese
B
verbranding

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

verbranding of fotosynthese?

glucose+zuurstof-> energie+koolstofdioxide+water
A
fotosynthese
B
verbranding

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kringloop van verbranding en fotosynthese

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zou je de verbranding van glucose kunnen opschrijven?
->
Glucose
Zuurstof
Energie
Koolstofdioxide
Water

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Koud- en warmbloedig
  • Verbruikt een koudbloedig dier meer of minder energie dan een warmbloedig dier?
  • Waarom houden sommige dieren een winterslaap?

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


A
Koudbloedig
B
Warmbloedig

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


A
Warmbloedig
B
Koudbloedig

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


A
Warmbloedig
B
Koudbloedig

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


A
Koudbloedig
B
Warmbloedig

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


A
Warmbloedig
B
Koudbloedig

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het werk
Voor 24 sept: 
Voorbereiden Practicum 4 en 5
Lezen en hypothese opstellen

Voor 27 sept: Thema 1 - basisstof 2
Kennis: opdracht 1 t/m 4
Inzicht: opdracht 6 t/m 10

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Vogels en zoogdieren zijn warmbloedig, hun basale stofwisseling is bij gelijke buitentemperatuur hoger dan de basale stofwisseling van koudbloedige dieren.

Een kikker is dus koudbloedig, een muis warmbloedig.

Bij koudbloedige dieren geldt: hoe warmer, hoe actiever, dus hoe hoger de stofwisseling.

Een kikker in een ruimte van 20 graden heeft een hogere temperatuur dan een kikker in een ruimte van 5 graden en de kikker bij 20 graden is dus actiever dan de kikker bij 5 graden.

Bij warmbloedige dieren is er juist meer verbranding als de buitentemperatuur lager is, het kost meer energie om zichzelf warm te houden.

De muis bij 5 graden verbruikt meer energie dan de kikker bij 20 graden, dus in die bak zal de zuurstof het snelst afnemen.

De kikker bij 5 graden heeft het minste energie nodig, dus het minste verbranding, dus daar zal het minste CO2 aanwezig zijn.