2.6 - Weefsels

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Organen en cellen

2.6 - Weefsels

Even ophalen..

Kun je cellen met het blote oog zien?

1. Ja
2. Nee

Waar in een cel bevindt zich het celmembraan?

1. Aan de buitenkant van het celplasma
2. In de celkern
3. In het celplasma

In de afbeelding zie je een dierlijke cel.
Hoe heet het onderdeel wat alles regelt
wat er in de cel gebeurt?

1. Cytoplasma
2. Celmembraan
3. Celkern

Welke functie heeft het celmembraan?

1. Regelt alles wat er in de cel gebeurt
2. Regelt de opname en afgifte van stoffen
3. Geeft de cel stevigheid

Hoe heet de vloeistof in een cel?

Uit welke stof bestaat chromosomen voor een groot deel?

1. DNA
2. Cytoplasma
3. Cellen
4. RNA

Waar vind je DNA in de cel?

1. In het cytoplasma
2. In de celkern
3. In de celwand

Ellie en haar dochter Marie lijken veel op elkaar. Ze houden beide van paardrijden en hebben beide blauwe ogen. Ook hebben ze allebei dezelfde tattoo van een vlinder op hun enkel staan en hebben ze allebei hun haren blond geverfd.

Welke erfelijke eigenschappen worden hier genoemd die Ellie en Marie beide hebben?

Zet de stappen van de celdeling in de goede volgorde.

stap 4

stap 3

stap 2

stap 1

Kerndeling

Plasmagroei

Celdeling

Chromosomen kopiëren

In een moedercel ontstaan twee kernen.

Zitten er in elke kern evenveel chromosomen?

1. Ja
2. Nee

Basisstof 6: Weefsels

Leerdoelen

Leerdoelen van deze basisstof:

• Je kunt weefsels van mensen en planten noemen met hun functie.

Belangrijke begrippen 2.6:

Weefsel	Tussencelstof
Opperhuid	Huidmondje
Cambium	Jaarring

Weefsels van mensen

Een groep cellen met dezelfde vorm en functie 

= weefsel

Een orgaan bestaat uit verschillende weefsels. 

Tussencelstof

In veel weefsels zit tussen de cellen tussencelstof.

Weefsels van planten

Ook organen van planten bestaan uit weefsels.

Opperhuidweefsel aan de bovenkant.

Tussen de opperhuidcellen liggen
huidmondjes.

Jaarringen

Onder de schors van een boom ligt het cambium. 

Dit weefsel vormt nieuw hout.

Wat is een weefsel?

Geef een voorbeeld van een weefsel (mens of plant)

Opdrachten maken!

Maak de opdrachten 1 t/m 8.

Afsluiting les: zorg dat je een papiertje en een pen hebt!