Kerstquiz Nederlands

Kerstquiz  
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Kerstquiz  

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat vieren wij eigenlijk
met Kerstmis?
A
Dat de kerstboom weer binnen mag staan
B
Het overlijden van Jezus Christus
C
De geboorte van Jezus Christus
D
De komst van de drie wijzen uit het Oosten

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul in: (worden) je broer dit jaar wél uitgenodigd bij zijn schoonfamilie, of (worden) hij weer buitengesloten?
A
word, word
B
wordt, word
C
word, wordt
D
wordt, wordt

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Taalkundige begrippen

Verbasteren = taalkundig verschijnsel dat een woord in de loop van de tijd van vorm verandert (ene --> een).

Anagram = een nieuw woord vormen aan de hand van de letters van een gegeven woord (drong --> grond).

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Waar komt het woord 'Kerst' vandaan?
A
Het is een verbastering van 'Christus'
B
Vroeger zette men een kersenboom binnen
C
Het is een anagram van 'sterk'
D
Het komt oorspronkelijk van 'verst': Jezus moest van ver komen

Slide 5 - Quiz

 'Kerstenen' betekent letterlijk: christelijk maken

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Goed opgelet?

Wat is de naam van de loterij?
A
Kerst kanjer
B
Sterkt eenander
C
Knallende kerst
D
Kerst trekking

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdletters: Dit jaar begint kerstmis op vrijdag, maar de kerstvakantie begint al een week eerder!
A
Kerstmis, woensdag, Kerstvakantie
B
kerstmis, woensdag, kerstvakantie
C
kerstmis, Woensdag, Kerstvakantie
D
Kerstmis, woensdag, kerstvakantie

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord kun je op de puntjes invoeren?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Je zag een fragment uit de kerstklassieker Home Alone. In welk jaar kwam deze film uit?
A
1978
B
1990
C
2000
D
2018

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wij vieren kerst op 2 dagen: Eerste Kerstdag & Tweede Kerstdag. Hoeveel dagen duurde het kerstfeest vroeger (tot het jaar 813)?
A
4
B
5
C
12
D
36

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Philippe Geubels verwijst in dit fragment naar de wijzen uit het Oosten als 'de drie wildvreemden die op bezoek komen'. Wat namen zij naast wierook nog meer mee als 'kraamcadeaus'?
A
Goud en zilver
B
Hout en mirre
C
Mirre en goud
D
Zilver en hout

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

In welk land ligt Bethlehem?
A
Verenigde Staten
B
Palestina
C
Zuid-Afrika
D
Israël

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


In welk land viert men géén
Tweede Kerstdag?
A
Frankrijk
B
Duitsland
C
België
D
Cyprus

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom zetten wij met kerst eigenlijk een kerstboom op?
A
Voor de gezelligheid (geen reden)
B
Omdat de kribbe onder een dennenboom stond
C
Omdat Maria van dennenbomen hield
D
Omdat mirre op een dennennaald lijkt

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul in: Tijdens het kerstdiner (gebeuren) er altijd wel iets. Meestal (vallen) oma in slaap.
A
gebeurd, valdt
B
gebeurt, vald
C
gebeurt, valt
D
gebeurd, valt

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Even tussendoor: Waarom mogen we eigenlijk geen vuurwerk afsteken deze jaarwisseling?
A
Om het zorgpersoneel te ontlasten
B
Vuurwerk draagt bij aan milieuvervuiling
C
Hond Eus is bang
D
Het zou het Coronavirus nog verder verspreiden

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vorig jaar maakten wij kennis met Irma Sluis. Op welke manier?
A
Zij werd gezien als meest actieve boerin tijdens de boerenprotesten
B
Zij was het gezicht in Nederland van de Black Lives Matter beweging
C
Zij zette dit jaar als eerste in Nederland een kerstboom op, namelijk op 23 maart
D
Zij was de gebarentolk tijdens de persconferenties van Rutte

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Jezus werd na zijn geboorte in een 'kribbe' gelegd. Maar wat is een kribbe eigenlijk?
A
een lectuurbak
B
een soort voetenbank
C
een klein wiegje
D
een voederbak

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord past er op de puntjes?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel kerstbomen worden er gemiddeld per jaar verkocht in Nederland?
A
1,3 miljoen
B
2,6 miljoen
C
6,4 miljoen
D
7,2 miljoen

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat eten jullie altijd met kerst?

Slide 26 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoeveel kerstballen hangen er gemiddeld in een kerstboom van 1.80 m. hoog?
A
6
B
19
C
37
D
68

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Maak de zin af:
O dennenboom, o dennenboom ...
A
wat is je piek o zo hoog
B
wat zijn je lampjes o zo mooi
C
wat zijn je wortels o zo droog
D
wat zijn je takken wonderschoon

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe noem je een dergelijke kerstslinger?
A
allerhande
B
reprimande
C
offerande
D
guirlande

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Fijne kerst!

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions