1DA

Hey there!
TODAY
  • --Quizlet live (vocabulary)
  • -- Grammatica : past tenses
  • --Kahoot (past tense)
  • Opdracht--Rathlin Island (leestekst met vragen)


1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Hey there!
TODAY
  • --Quizlet live (vocabulary)
  • -- Grammatica : past tenses
  • --Kahoot (past tense)
  • Opdracht--Rathlin Island (leestekst met vragen)


Slide 1 - Diapositive

pay attention
Bij spreekvaardigheid vanaf week 14 november

Bij afwezigheid, mag je bij het inhaalmoment in week 7 aanschuiven. Bij ongeoorloofd absent is het direct een 1.0. 

Als je je inhaalmoment ook mist, resulteert dit in een 1,0.

Slide 2 - Diapositive

Quizlet Live
Mobiel
Voer code in
Kijk in welk team je zit
Samen met je team het juiste antwoord geven

Slide 3 - Diapositive

Past Simple
- Wanneer gebruik je de Past Simple?
Als iets in het verleden is gebeurd en afgelopen is.

-  Hoe maak je de Past Simple?
werkwoord + ed


Slide 4 - Diapositive

Past Simple met 'be'
Hoe maak je de Past Simple met 'be'?


I, He, She, It
was
You, they, we
Were

Slide 5 - Diapositive

Past simple

Slide 6 - Diapositive

Past simple
Als in het verleden iets gebeurt, gebruik je de past simple 
The past simple eindigt vaak op -ed. 
Bevestigend
Ontkennend
Vragend
I played
You played
He/she/it played
We played
They played
You played
I did not play
You did not play
He/she/it did not play
We did not play
They did not play
You did not play
Did I play?
Did you play?
Did he/she/it play?
Did we play?
Did they play?
Did you play?

Slide 7 - Diapositive

Past continous
Wanneer: Iets was in het verleden aan de gang of iemand was ergens mee bezig in het verleden. 

Hoe: was/were + werkwoord +  -ing
I was working
I was not working.
Was I working?



Slide 8 - Diapositive

Past Continous(iets aan de gang was) en Past Simple(verleden tijd)




Past Continuous = al aan de gang ( lang)
(was of were + ww+ing)
Past Simple = iets gebeurde (kort)
(ww+ed of 2e vorm)

Slide 9 - Diapositive

Kahoot: past simple/past continuous

Log in on Kahoot

Slide 10 - Diapositive

Present perfect(voltooide tijd)

Slide 11 - Diapositive

Present perfect
Bevestigend
Ontkennend
Vragend
I have played
You have played
He/she/it has played
We have played
They have played
You have played
I have not played
You have not played
He/she/it has not played
We have not played
They have not played
You have not played
Have I played?
Have you played?
Has he/she/it played?
Have we played?
Have they played?
Have you played?

Slide 12 - Diapositive

PRESENT PERFECT
De present perfect gaat 
ALTIJD ALTIJD ALTIJD! 
samen met have of has.

Slide 13 - Diapositive

Past Perfect(voltooid verleden tijd)

Slide 14 - Diapositive

Past Perfect

Slide 15 - Diapositive

PAST PERFECT
  • The past perfect gebeurt voor een andere gebeurtenis in de verleden tijd

  • had + ww + ed
  • had + derde rijtje

Slide 16 - Diapositive

Past perfect

Slide 17 - Diapositive

Kahoot: present perfect/past perfect

Log in on Kahoot

Slide 18 - Diapositive

language review p.312 to 315
Tenses to narrate a story (past tenses):

past simple - talked
past continous - was/were talking
past perfect - had talked
present perfect - have/has talked
Do you know the difference?
When do you use them (p.312 to 315)

Slide 19 - Diapositive

Extra grammatica oefening:)
Via Studiemeter (methode Can Do Online – extra oefenen met grammatica)

Slide 20 - Diapositive

Rathlin Island

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Homework
  • Animal Vocabulary
  • General: Werken aan presentatie 
  • Rathlin Island

Slide 23 - Diapositive