"Katten"

"Katten"
Door: Elke en Xanne
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 12 min

Éléments de cette leçon

"Katten"
Door: Elke en Xanne

Slide 1 - Diapositive

Woorden met Kat

Slide 2 - Carte mentale

Inhoud
-Woorden met "kat" erin
-Eigenschappen               
-Spreekwoorden              
-Kattentaal                         
                                    
               
             

Slide 3 - Diapositive

Woorden met "Kat" erin
-kattenkruid 
= Het is een plant die langdurig groeit, staat vaak op droge gebieden, lavendelblauw
-Katoen
=Textiel, dat is geweven van de pluizen, van de katoen
-Katholiek
=Iemand die meedoet met de Rooms-Katholieken godsdienst.
-Katapult
=Voorwerp om steentjes weg te schieten

Slide 4 - Diapositive

Kathedraal
Katachtig
Katarol
Kattenbeet
Katholiek
Katoen
Niet duidelijk
Duidelijk
Kattenbak

Slide 5 - Question de remorquage

Eigenschappen

-Kattig
als je onaardige dingen zegt
-Kattenvrouwtje/mannetje
Veel van katten houden
-Kattenkop
Als je snel, onaardig reageert



-Kattenzeikert
Als je vaak zeurt
-Kattensnuitje
Lieve naam voor geliefden of kinderen
-Kattengejank
Als je veel huilt
-Katvriendelijk
Als je heel vriendelijk bent

Slide 6 - Diapositive

Als je vriendelijk bent
Als je veel huilt
Lieve naam voor iemand
Als je vaak zeurt
Als je snel, onaardig reageert
Veel van katten houden
Als je onaardige dingen zegt
Kattig
Kattenwijfje
Kattenkop
Kattenzeikert
Kattensnuitje
Kattengejank
Katvriendelijk

Slide 7 - Question de remorquage

Spreekwoorden
-Kat in het bakkie

-De kat in de gordijnen jagen

-De kat uit de boom kijken 

-Als kat en hond leven



Slide 8 - Diapositive

Spreekwoorden
-Kat in het bakkie
Super makkelijk
-De kat in de gordijnen jagen

-De kat uit de boom kijken 

-Als kat en hond leven



Slide 9 - Diapositive

Spreekwoorden
-Kat in het bakkie
Super makkelijk
-De kat in de gordijnen jagen
Iemand ergeren
-De kat uit de boom kijken 

-Als kat en hond leven



Slide 10 - Diapositive

Spreekwoorden
-Kat in het bakkie
Super makkelijk
-De kat in de gordijnen jagen
Iemand ergeren
-De kat uit de boom kijken 
Een afwachtige houding aangeven
-Als kat en hond leven



Slide 11 - Diapositive

Spreekwoorden
-Kat in het bakkie
Super makkelijk
-De kat in de gordijnen jagen
Iemand ergeren
-De kat uit de boom kijken 
Een afwachtige houding aangeven
-Als kat en hond leven
Altijd ruzie met elkaar hebben


Slide 12 - Diapositive

"Een slapende kat vangt geen rat"
A
een slapende kikker vangt geen vlieg
B
Iemand die niets uitvoert zal ook niets bereiken
C
Als je slaapt zal je ontwaken
D
Geen van alle

Slide 13 - Quiz

"Als katten muizen, mauwen ze niet"
A
Etende mensen praten niet
B
Muizen maken katten stil
C
Als ze bezig zijn, heb je er geen last van
D
Geen van alle

Slide 14 - Quiz

"Als een kat 9 levens heeft"
A
Sterk zijn
B
Goed opassen, voorzichtig zijn
C
Veerkrachtig zijn (opnieuw beginnen)
D
Geen van alle

Slide 15 - Quiz

Kattentaal
~Miauwen(mauwen)~

~Spinnen~
  
~Komen knuffelen~

~Kopjes~

~Blazen~

Slide 16 - Diapositive

Kattentaal
~Miauwen(mauwen)~
Als ze iets willen, Niet fijn vinden
~Spinnen~
  
~Komen knuffelen~

~Kopjes~

~Blazen~

Slide 17 - Diapositive

Kattentaal
~Miauwen(mauwen)~
Als ze iets willen, Niet fijn vinden
~Spinnen~
 Fijn vinden  
~Komen knuffelen~

~Kopjes~

~Blazen~

Slide 18 - Diapositive

Kattentaal
~Miauwen(mauwen)~
Als ze iets willen, Niet fijn vinden
~Spinnen~
 Fijn vinden  
~Komen knuffelen~
Jij hebt aandacht nodig
~Kopjes~

~Blazen~

Slide 19 - Diapositive

Kattentaal
~Miauwen(mauwen)~
Als ze iets willen, Niet fijn vinden
~Spinnen~
 Fijn vinden  
~Komen knuffelen~
Jij hebt aandacht nodig
~Kopjes~
Wilt dat je hem/haar aait
~Blazen~

Slide 20 - Diapositive

Kattentaal
~Miauwen(mauwen)~
Als ze iets willen, Niet fijn vinden
~Spinnen~
 Fijn vinden  
~Komen knuffelen~
Jij hebt aandacht nodig
~Kopjes~
Wilt dat je hem/haar aait
~Blazen~

Slide 21 - Diapositive

Kattentaal
~Miauwen(mauwen)~
Als ze iets willen, Niet fijn vinden
~Spinnen~
 Fijn vinden  
~Komen knuffelen~
Jij hebt aandacht nodig
~Kopjes~
Wilt dat je hem/haar aait
~Blazen~
Ze zijn Bang, Boos!!

Slide 22 - Diapositive

Een bekende kat

Slide 23 - Question ouverte

Einde!!
dit is Monstertje :)

Slide 24 - Diapositive