Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Paragraaf 9.2 Goed geregeld
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp:
JA!
Telefoons in de telefoontas!
Slide 1 - Diapositive
Programma
Welkom
Nieuwe stof uitleg :
'9.2 Goed geregeld'
Aan de slag/huiswerk
- Maak deze LessonUp
- Maak de werkboekopdrachten
- Praktisch: QR code met t-shirt met organen.
- Praktisch: les organen bekijken (lever, hart, nieren en alles aan elkaar vast)
Klassikale afsluiting
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
3. Je kunt beschrijven wat er gebeurt als je te veel of te weinig glucose in je bloed hebt.3. Je kunt beschrijven wat er gebeurt als je te veel of te weinig glucose in je bloed hebt.
1. Je kunt uitleggen hoe je lichaam regelt dat je bloed de juiste hoeveelheid stoffen bevat.
2. Je kunt opnoemen welke organen afvalstoffen uit je lichaam verwijderen.
3. Je kunt beschrijven wat er gebeurt als je te veel of te weinig glucose in je bloed hebt.
4. Je kunt uitleggen wat er aan de hand is bij iemand met suikerziekte.
5. Je kunt uitleggen wat de lever allemaal doet in je lichaam.
6. Je kunt de ligging en functie van je nieren beschrijven.
Slide 3 - Diapositive
Uitscheidingsorganen
- Je lichaam probeert van binnen zo veel mogelijk constant te blijven.
- De toestand van je lichaam wordt gemeten in het bloed.
- Afvalstoffen worden verwijderd via uitscheidingsorganen: long, lever, huid en nieren.
Slide 4 - Diapositive
Wat zijn gevolgen van een te lage bloedsuikerspiegel? (T1)
Slide 5 - Question ouverte
Wat zijn de gevolgen van een te hoge bloedsuikerspiegel? (T2)
Slide 6 - Question ouverte
Geef een verklaring waarom glycogeen juist in de spieren wordt opgeslagen. (T1)
Slide 7 - Question ouverte
Wat gebeurt er als er bij het sporten te weinig glucose in het bloed zit?
A
Glucose wordt omgezet in glycogeen en gaat vanuit je lever het bloed in.
B
Glycogeen wordt omgezet in glucose en gaat vanuit je lever het bloed in.
C
Glucose wordt omgezet in glycogeen en wordt opgeslagen in je lever.
D
Glycogeen wordt omgezet in glucose en wordt opgeslagen in je lever.
Slide 8 - Quiz
Hoe regel je het glucosegehalte van je bloed?
Je lichaam heeft glucose nodig. Glucose is ‘brandstof’ voor je lichaam. Het geeft je energie om te bewegen, warm te blijven en voor alle processen die in je lichaam plaatsvinden.
Je lichaam regelt de hoeveelheid glucose in je bloed met twee hormonen: insuline en glucagon.
Deze hormonen worden geproduceerd in de alvleesklier.
Slide 9 - Diapositive
Regeling van de hoeveelheid glucose in het bloed
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Suikerziekte/Diabetes
Iemand met suikerziekte maakt te weinig insuline of de cellen zijn ongevoelig voor insuline. Er wordt dan te weinig glucose opgeslagen.
Suikerpatiënten moeten zelf de hoeveelheid glucose in hun bloed regelen.
Slide 12 - Diapositive
Er zijn twee soorten diabetes
Bij diabetes type 1 zijn de alvleeskliercellen die insuline maken beschadigd. Hierdoor maakt de alvleesklier onvoldoende insuline.
Bij diabetes type 2 zijn de lichaamscellen ongevoelig geworden voor insuline. Hierdoor werkt het hormoon niet goed meer. Diabetes type 2 komt veel voor bij mensen met overgewicht, die weinig bewegen.
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Slide 15 - Vidéo
De lever
Je lever zorgt voor opbouw, omzetting, afbraak, opslag en afvoer van stoffen.
De leverslagader voert bloed met zuurstof naar de lever.
Door de poortader komt bloed met stoffen die door de darmen zijn opgenomen.
Fabriek: opbouw/afbraak bepaalde stoffen die vervolgens (in bloed) naar leverader worden vervoerd.
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
De leverfabriek: Opbouwen en omzetten
- In je verteringsstelsel worden eiwitten afgebroken tot hun bouwstenen: aminozuren. De lever maakt van de aminozuren weer nieuwe eiwitten.
- De lever kan ook glucose omzetten in vet en van vet cholesterol maken.
Slide 18 - Diapositive
De leverfabriek: Afbreken
- Als er te veel aminozuren in je bloed zitten, breekt je lever ze af. Daarbij ontstaat ureum. Die stof wordt door de nieren uitgescheiden.
- Je lever breekt ook giftige stoffen zoals medicijnen en alcohol af.
Slide 19 - Diapositive
De leverfabriek: Afvoeren
- Via de gal die de lever maakt, worden afvalstoffen uitgescheiden.
Slide 20 - Diapositive
De leverfabriek: Opslaan
- De lever slaat glucose op in de vorm van glycogeen.
- De lever slaat ook ijzer op. Dit ijzer is afkomstig van de hemoglobine uit versleten rode bloedcellen.
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
De nieren
Via de nierslagaders komt er bloed met afvalstoffen in de nieren -> filteren -> gezuiverd bloed -> nieraders -> = urine -> urineleiders -> blaas -> opslag tot plassen via urinebuis
Welke afvalstoffen? giftige stoffen en afbraakproducten lever/alcohol/medicijnen, overtollig zout en vitaminen, overbodige stoffen (bijv. kleurstoffen)
Slide 23 - Diapositive
Je nieren filteren afvalstoffen uit het bloed.
Afvalstoffen zijn stoffen die overtollig, overbodig of giftig zijn.
Afvalstoffen komen in je urine terecht.
De urineblaas slaat urine tijdelijk op.
Slide 24 - Diapositive
Wat is de functie van insuline?
A
Omzetten glucose naar glycogeen
B
Omzetten glycogeen naar glycose
C
Afbreken van glucagon
D
Opbouwen van glucagon
Slide 25 - Quiz
Je bloedsuikerspiegel is erg laag. Welk hormoon zal worden aangemaakt?
A
Glucose
B
Glycogeen
C
Insuline
D
Glucagon
Slide 26 - Quiz
Wat is je bloedsuikerspiegel?
A
Concentratie suiker in je lichaam
B
Concentratie suiker in je bloed
C
Concentratie glucose in je lichaam
D
Concentratie glucose in je bloed
Slide 27 - Quiz
Welke twee hormonen zorgen voor het constant houden van de bloedsuikerspiegel
A
Glucagon & Glycogeen
B
Glucagon & Insuline
C
Glycogeen & Insuline
D
Glucose & Glycogeen
Slide 28 - Quiz
Glucose kan worden omgezet tot glycogeen, dat kan worden opgeslagen. Waar in je lichaam wordt glycogeen opgeslagen?
Slide 29 - Question ouverte
Bram rent een rondje in het park. 's Avonds zit hij Netflix te kijken op de bank. Wanneer komen er meer afvalstoffen van verbranding vrij?
A
Als Bram een rondje rent
B
Als Bram thuis op de bank Netflix zit te kijken.
Slide 30 - Quiz
Welk uitscheidingsorgaan zorgt ervoor dat koolstofdioxide ons lichaam kan verlaten?
A
Lever
B
Huid
C
Nieren
D
Longen
Slide 31 - Quiz
Via welke drie organen raakt het lichaam water kwijt?
A
Hart, longen, darmen
B
Longen, huid, nieren
C
Nieren, darmen, longen
D
Lever, nieren, longen.
Slide 32 - Quiz
Welk hormoon gemaakt door de alvleesklier zorgt dat glucose kan worden opgeslagen in de vorm van glycogeen.
A
Adrenaline
B
Insuline
C
Glucagon
Slide 33 - Quiz
Hoeveel liter urine ontstaat er per dag in jouw nieren?
A
0.5 liter
B
1 liter
C
1.5 liter
D
2.0 liter
Slide 34 - Quiz
Welke twee hormonen zorgen voor het constant houden van de bloedsuikerspiegel
A
Glucagon & Glycogeen
B
Glucagon & Insuline
C
Glycogeen & Insuline
D
Glucose & Glycogeen
Slide 35 - Quiz
Glucose is te ....
Glucose is te ....
hoog
laag
Slide 36 - Question de remorquage
Alvleesklier maakt ....
Alvleesklier maakt ....
insuline
glucagon
Slide 37 - Question de remorquage
In welk orgaan worden de hormonen gemaakt die het glucosegehalte van je bloed regelen?
A
lever
B
spieren
C
alvleesklier
D
milt
Slide 38 - Quiz
Welk hormoon kan zijn werk niet goed doen bij iemand met suikerziekte?
A
glycogeen
B
insuline
C
glucagon
D
adrenaline
Slide 39 - Quiz
Aan de slag
1. Maak deze LessonUp van 9.2 in de klas LessonUp.
2. Maak de werkboekvragen: opdr. 2,4,6,7,9,12,14,17
Kijk het na! Zie studiewijzer voor het nakijkmodel. Dan word je echt beter!