[2A/2B] 3.4 Soorten mengsels en scheidingsmethodes

Soorten mengsels en scheidingsmethodes
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Soorten mengsels en scheidingsmethodes

Slide 1 - Diapositive

wat gaan we vandaag leren?
-wat is het verschil tussen moleculen en atomen?
-wat zijn mengsels?
-hoe kunnen we mengsels scheiden?

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Atomen en moleculen

Slide 4 - Diapositive

atomen en moleculen

Slide 5 - Diapositive

Wat weet je al van mengsels?

Slide 6 - Question ouverte

zuivere stoffen en mengsels
Zuivere stoffen bestaan uit één soort molecuul.
Mengsels bestaan uit meerdere soorten moleculen.
Een stof kan vast, vloeibaar of gas zijn.

een mengsel kan een 
oplossing, suspensie
of emulsie zijn.

Slide 7 - Diapositive

Oplossing
-ALTIJD helder = je kunt er doorheen kijken. LET OP: kan wel een kleur hebben!
-oplosmiddel = vloeistof waarin je de  stof oplost
-alle moleculen zitten door elkaar heen.

                                           (s) + (l)                                                       (l) + (l)

Slide 8 - Diapositive

Suspensie
Troebel, je kan er NIET doorheen kijken
klontjes moleculen zweven door een vloeistof van moleculen heen.

                                                                        (s) + (l)

Bezinken: vaste deeltjes zakken naar de bodem

Slide 9 - Diapositive

Emulsie
troebel
TWEELAGENSYSTEEM

                               (l) + (l)

Om een tweelagensysteem te voorkomen: emulgator toevoegen!

Slide 10 - Diapositive

Oplossing - Suspensie?
Oplossing/Suspensie?
Suspensie
Oplossing/suspensie?
Oplossing
Troebel: mengsel van een vaste stof in een vloeistof => Suspensie.
Een helder mengsel van een stof in een vloeistof => Oplossing.

Slide 11 - Diapositive

Oplossing - Suspensie - Emulsies?
Emulsie
2
Suspensie
3
Oplossing
1

Slide 12 - Diapositive

Andere troebele mengsels
Rook (smog) = vaste stof in een gas
Schuim = gas in een vloeistof
Nevel = vloeistof in gas

Slide 13 - Diapositive

Homogene en heterogene mengsels

Homogeen: moleculen zijn overal gelijk verdeeld in het mengsel
--> Oplossingen en mengsels van gassen

Heterogeen: moleculen zijn niet gelijk verdeeld in het mengsel 
--> alle troebele mengsels

Slide 14 - Diapositive

Welk mengsel?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie

Slide 15 - Quiz

Welk mengsel?
A
oplossing
B
suspensie

Slide 16 - Quiz

Een suspensie is .....
A
Helder
B
Troebel

Slide 17 - Quiz

Een oplossing is ....
A
Helder
B
Troebel

Slide 18 - Quiz

spa rood is een .....
A
suspensie
B
emulsie
C
oplossing
D
nevel

Slide 19 - Quiz

opdrachten maken
maak opdracht:
55, 56, 58

Slide 20 - Diapositive

Een blijvende emulsie is een mengsel van..
A
Water en zout
B
water, olie en emulgator
C
Olie en bezine
D
water en olie

Slide 21 - Quiz

Wat voor soort mengsel is dit?
A
Oplossing
B
Zuivere stof
C
Suspensie
D
Emulsie

Slide 22 - Quiz

De benzine en het water zijn slecht te mengen, ze gaan steeds weer uit elkaar. Dit noem je een tweelagensysteem. Waardoor Ontstaat een tweelagensysteem?
A
Door een verschil in deeltjesgrootte
B
Doordat de vaste deeltjes zinken
C
Door een verschil in dichtheid
D
Geen idee

Slide 23 - Quiz

Benzine en water zijn dus slecht te mengen, ze gaan steeds weer uit elkaar. Je moet een stof toevoegen om dit mengsel egaal te houden, hoe heet zo'n stof?
A
Katalysator
B
Emulgator
C
Centrifigator
D
Extractie middel

Slide 24 - Quiz

Noem een voorbeeld van een mengsel van een gas in een vloeistof.
A
Nevel
B
Rook
C
Schuim
D
Schuimrubber

Slide 25 - Quiz

leer doelen
wat is een oplossing?
wat is een suspensie?
wat is een emulsie?

Slide 26 - Diapositive

hoe, denk je, kunnen we een mengsel weer scheiden?

Slide 27 - Question ouverte

filtreren
Gebruiken om een suspensie
te scheiden.
Maakt gebruik van de grootte
van de klontjes moleculen.

voorbeeld: koffie zetten.

Slide 28 - Diapositive

indampen
Gebruiken om een oplossing te scheiden
Maak gebruik van het verschil in kookpunt.
voorbeeld: kalkaanslag in de waterkoker.

Slide 29 - Diapositive

huiswerk
maak opdracht:
55, 56, 58, 60, 61, 62, 64, 65, 69

Slide 30 - Diapositive