HA3: spelling: Trema en apostrof

Trema en apostrof
H6, boek 2 - Les 1
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Trema en apostrof
H6, boek 2 - Les 1

Slide 1 - Diapositive

Bekijk het volgende filmpje

Slide 2 - Diapositive

0

Slide 3 - Vidéo

Lekker inkomertje, hè?!
Jezelf vestaanbaar maken is nog niet altijd even makkelijk. 
Deze les gaat over twee spellingtekens die ervoor moeten zorgen dat we woorden beter kunnen lezen en uitspreken. Ze worden dan ook gebuikt om lees- en uitspraakproblemen te voorkomen. 
Ieder spellingsteken wordt op net een andere manier ingezet, dus let goed op!

Slide 4 - Diapositive

Waarom dus?
Om uitspraakproblemen te voorkomen gebruik je trema’s en apostrofs

Slide 5 - Diapositive

Trema
- Wordt gebruikt om te voorkomen dat twee klinkers in één woord samen worden uitgesproken.
Uitspraak
     Wel: kopiëren, beëindigen, Azië, ideeën, financiële, poëzie, reünie
     Sommige voltooide deelwoorden: geïrriteerd, geüniformeerd

Leenwoorden: fröbelen, conciërge, überhaupt, glühwein

Slide 6 - Diapositive

Let op: in samenstellingen gebruik je geen trema, maar een koppelteken: radio-interview, mee-eten, opera-achtig, cd-speler.
Geen trema: - als er geen foute uitspraak mogelijk is: gekopieerd, financieel.
Geen trema: - bij twee i's: heiig, beschoeiing, buiig
Geen trema: - bij voltooide deelwoorden met 'gea', 'geo', 'geij': geaccepteerd, geoefend, geijverd.
Geen trema: - in samenstellingen, daar gebruik je het koppelteken: gala-avond

Slide 7 - Diapositive

Apostrof
Als weglatingsteken: ’s avonds, Lars’ scooter, ’s-Hertogenbosch;
In meervouds- en bezitsvormen op -a, -i, -o, -u, -y die verkeerd kunnen worden uitgesproken: paraplu's, logo's, Carla's jurk. Maar: milieus, displays, Beaus nieuwe vriendin.

Uitspraakproblemen: kiwi’s, baby’s, Hanna’s fiets
      Niet bij: cadeaus, cowboys, Annes fiets

Afleidingen en meervouden van afkortingen: cc’en, dvd’tje, pc’s;

Verkleinwoorden op -y voorafgegaan door een medeklinker: baby’tje (maar: displaytje).

Slide 8 - Diapositive

Quizje
Bij de volgende quizvragen kunnen meerdere antwoorden juist zijn.

Slide 9 - Diapositive

Wat is juist gespeld?
A
Mirjam's broer
B
wc-bril
C
wcbril
D
Mirjams broer

Slide 10 - Quiz

Wat is juist gespeld?
A
Trix' fiets is gestolen.
B
Trix d'r fiets is gestolen.
C
Patricks tas is leeg.
D
Patrick's tas is leeg.

Slide 11 - Quiz

Wat is juist gespeld?
A
Trix' fiets is gestolen.
B
Trix d'r fiets is gestolen.
C
Patricks tas is leeg.
D
Patrick's tas is leeg.

Slide 12 - Quiz

Wat is juist gespeld?
A
De cadeau's voor Lucas' verjaardag liggen op tafel.
B
De cadeaus voor Lucas's verjaardag liggen op tafel.
C
De cadeaus voor Lucas' verjaardag liggen op tafel.
D
De kado's voor Lucas' verjaardag liggen op tafel.

Slide 13 - Quiz

Wat is juist gespeld?
A
hbo'studie
B
hbo-studie
C
HBO'studie
D
HBO-studie

Slide 14 - Quiz

Wat is juist gespeld?
A
cafes
B
cafe's
C
cafés
D
café's

Slide 15 - Quiz

Wat is juist gespeld?
A
Mijn tante's wonen in 's Hertogenbosch
B
Mijn tantes wonen in 's hertogenbosch.
C
Mijn tantes wonen in Den Bosch.
D
Mijn tante's wonen in 's-Hertogenbosch.

Slide 16 - Quiz

Wat is juist gespeld?
A
's Morgen's neemt niemand z'n telefoon op.
B
'S morgens neemt niemand z'n telefoon op.
C
's Morgens neemt niemand zen telefoon op.
D
's Morgens neemt niemand z'n telefoon op.

Slide 17 - Quiz

Met trema 
Zonder trema
efficient
coordinatie
elektricien
geijsbeerd
genitalien
geinfiltreerd
petroleum
gelinieerd
heroine
uitzaaiingen
naief
industrieel
Italie
industriele
reunie
financien

Slide 18 - Question de remorquage

Evaluatie

Slide 19 - Diapositive

Geef een juist voorbeeld van een woord met een trema.

Slide 20 - Question ouverte

Geef een voorbeeld van een juiste spelling met apostrof.

Slide 21 - Question ouverte