AR3 Leestekens: trema en apostrof

Leestekens: trema en apostrof
Leerdoel: 

Ik kan de leestekens ‘trema’ en ‘apostrof’ op de juiste manier gebruiken.
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Leestekens: trema en apostrof
Leerdoel: 

Ik kan de leestekens ‘trema’ en ‘apostrof’ op de juiste manier gebruiken.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Trema = bij uitspraakproblemen 
- woorden als kopiëren, financiële, poëzie, cocaïne, reünie
- voltooid deelwoord: geëist, geïrriteerd, geüniformeerd
- in enkele mv-vormen
* woorden die eindigen op -ee: idee - ideeën
* woorden die eindigen op -ie: 
klemtoon ie: melodie - melodieën
klemtoon ergens anders: bacterie- bacteriën
- leenwoorden: überhaupt, rösti, glühwein, smörrebröd 

Slide 4 - Diapositive

Geen trema
- bij geen foute uitspraak: gekopieerd, financieel
- bij twee i's: heiig, beschoeiing
- bij volt.dw. met 'gea', 'geo' en 'geij': geaccepteerd, geoefend, geijverd
- in samenstellingen (koppelteken): gala-avond

Slide 5 - Diapositive

Wat is het meervoud van epidemie?
A
epidemieën
B
epidemiën

Slide 6 - Quiz

Welk woord is onjuist geschreven?
A
geïllustreerd
B
geëist
C
geijzeld
D
geöpend

Slide 7 - Quiz

Welk woord is juist geschreven?
A
reunie
B
reünie
C
rëunie
D
re-uni

Slide 8 - Quiz

Welk woord is onjuist geschreven?
A
financiën
B
kolonieën
C
industrieën
D
evangeliën

Slide 9 - Quiz

Welk woord is juist geschreven?
A
bacterieën
B
bacteriën

Slide 10 - Quiz

Wat is het meervoud van zee?
A
zeeën
B
zeën
C
zee-en
D
zee'n

Slide 11 - Quiz

Trema?
industriele
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz

Trema?
poeziealbum
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz

Trema?
financieel
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Apostrof
- als weglatingsteken: 's-Heerenbroek, 's avonds, Max' zusje
- in meervouds- en bezitsvormen op -a, -i, -o, -u en -y die verkeerd uitgesproken worden: paraplu's, logo's. Maar: milieus, displays
- in afleidingen: sms'en, wc's, 30'ers. Maar: sms-bericht, PSV-spelers
- in meervouden van afkortingen: nv's, cd's
- in verkleinwoorden op -y: lolly'tje. Maar: cowboytje

Slide 17 - Diapositive

Welk woord is juist geschreven?
A
dvd'tje
B
dvd-tje
C
dvdtje
D
dvd tje

Slide 18 - Quiz

Wat is het meervoud van display?
A
displays
B
display's

Slide 19 - Quiz

Wat is het verkleinwoordje van bureau?
A
bureau'tje
B
bureautje

Slide 20 - Quiz

Waar is de apostrof goed geplaatst?
A
Lex's zusje
B
Lexs zusje
C
Lex' zusje

Slide 21 - Quiz

Wat is het meervoud van panty?
A
pantys
B
panty's

Slide 22 - Quiz

Wat is het juiste meervoud?
A
pindas
B
pinda's

Slide 23 - Quiz

Welke zin is goed geschreven?
A
's Nachts komt de vampier.
B
'S nachts komt de vampier.

Slide 24 - Quiz

Welke spelling is correct?
A
taxis
B
taxi's

Slide 25 - Quiz

Welke spelling is correct?
de fiets van Louis
bezitsvorm die eindigt op sisklank krijgt apostrof
(s, z, x)
A
Louis' fiets
B
Louis's fiets
C
Louis fiets
D
Louiss fiets

Slide 26 - Quiz

Waar is de apostrof goed geplaatst?
A
Lex's zusje
B
Lexs zusje
C
Lex' zusje

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Vidéo

Slide 29 - Vidéo