Verbuigingsgroepen

• Latijn
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Verbuigingsgroepen

Na deze les weet je wat verbuigingsgroepen zijn en kun je Latijnse zelfstandige naamwoorden koppelen aan de juiste verbuigingsgroep. 

Onderwerp en lijdend voorwerp

Onderwerp: wie of wat de actie van het werkwoord uitvoert. Je krijgt het onderwerp door: wie of wat + persoonsvorm?

Lijdend voorwerp: wie of wat de actie van het werkwoord ontvangt. Je krijgt het lijdend voorwerp door:

wie of wat + persoonsvorm + onderwerp?

Onderwerp en lijdend voorwerp

Bekijk de volgende Latijnse zinnen:

Populus deam amat.         Het volk houdt van de godin.

Populum dea amat.           De godin houdt van het volk.

In het Latijn is er geen vaste volgorde van de woorden.

Naamvallen

Populus deam amat.         Het volk houdt van de godin.

Populum dea amat.           De godin houdt van het volk.

Schrijf op!

Nominativus	popul us	de a
Accusatiuvs	popul um	de am

Onthoud

Vorm	Functie
Nominativus	1. Onderwerp
	2. Naamwoordelijk deel van het gezegde
Accusativus	Lijdend voorwerp

Schrijf op!

Verbuigingsgroepen

Latijnse naamwoorden kunnen worden ingedeeld in verschillende groepen of declinaties:

	1. filia-groep
nominativus	fili a
accusativus	fili am

Verbuigingsgroepen

Latijnse naamwoorden kunnen worden ingedeeld in verschillende groepen of declinaties:

	1. filia-groep	2. dominus-groep
nominativus	fili a	domin us
accusativus	fili am	domin um

Verbuigingsgroepen

Latijnse naamwoorden kunnen worden ingedeeld in verschillende groepen of declinaties:

	1. filia-groep	2. dominus-groep	bellum-groep
nominativus	fili a	domin us	bell um
accusativus	fili am	domin um	bell um

Verbuigingsgroepen

Latijnse naamwoorden kunnen worden ingedeeld in verschillende groepen of declinaties:

	1. filia-groep	2. dominus-groep	bellum-groep	3. urbs-groep
nominativus	fili a	domin us	bell um	urbs
accusativus	fili am	domin um	bell um	urb em

Taaloefening C

Bij welke groep hoort het volgende zelfstandig naamwoord:
templum

1. (1) filia
2. (2) dominus
3. (2) bellum
4. (3) urbs

Bij welke groep hoort het volgende zelfstandig naamwoord:
ignis

1. (1) filia
2. (2) dominus
3. (2) bellum
4. (3) urbs

Bij welke groep hoort het volgende zelfstandig naamwoord:
populus

1. (1) filia
2. (2) dominus
3. (2) bellum
4. (3) urbs

Bij welke groep hoort het volgende zelfstandig naamwoord:
regina

1. 1
2. 2
3. 3

Bij welke groep hoort het volgende zelfstandig naamwoord:
filius

1. 1
2. 2
3. 3

Bij welke groep hoort het volgende zelfstandig naamwoord:
soror

1. 1
2. 2
3. 3

groep 1
groep 2
groep 3

uxor

deus

dea