Les 41 - Het beschrijvend verband

Het beschrijvend verband
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 25 min

Éléments de cette leçon

Het beschrijvend verband

Slide 1 - Diapositive

Hoe herken je een beschrijvend verband?

Slide 2 - Diapositive

Heeft de schrijver gebruik gemaakt van de topische vragen of van het schrijfkader?

Het litteken

Toen ik vier jaar oud was zat ik thuis tv te kijken met mijn broer, ik wou mijn drinken van de salon tafel pakken maar toen viel ik met mijn kin op de rand van de salon tafel, toen moest mijn mama met mij naar het ziekenhuis omdat mijn kin niet stopte met bloeden. Ik heb daar nu een litteken.

Slide 3 - Diapositive

Heeft de schrijver gebruik gemaakt van de topische vragen of van het schrijfkader?
A
topische vragen
B
schrijfkader

Slide 4 - Quiz

Wie denk je dat dit heeft geschreven?

Slide 5 - Question ouverte

Heeft de schrijver gebruik gemaakt van de topische vragen of van het schrijfkader?

Ik en mijn familie gingen eens naar de Efteling. Ik was toen nog heel jong. Het was rond het jaar 2012. Ik en mijn mama hielden een picknick omdat het park nog niet open was. Ik zag een gans en wou het een stuk brood geven. Het ging niet zoals gepland, want hij beet mij in mijn hand. Ik huilde natuurlijk. Ik heb een grote schrik van ganzen sinds die dag.

Slide 6 - Diapositive

Heeft de schrijver gebruik gemaakt van de topische vragen of van het schrijfkader?
A
topische vragen
B
schrijfkader

Slide 7 - Quiz

Wie denk je dat dit heeft geschreven?

Slide 8 - Question ouverte

Heeft de schrijver gebruik gemaakt van de topische vragen of van het schrijfkader?

Slide 9 - Diapositive

Heeft de schrijver gebruik gemaakt van de topische vragen of van het schrijfkader?
A
topische vragen
B
schrijfkader

Slide 10 - Quiz

Wie denk je dat dit heeft geschreven?

Slide 11 - Question ouverte

Heeft de schrijver gebruik gemaakt van de topische vragen of van het schrijfkader?

Poppenkleerkast op mijn voet gevallen.
  

Het was zaterdag ochtend, ik stond op ik deed mijn gordijn open
Maar ik was vergeten dat het poppenkleerkastje op mijn vensterbank stond.
Dus ik deed het gordijn open en toen veel mijn poppenkleerkaste op mijn teen en toen deed dat pijn. Ik was natuurlijk super hard aant wenen van de pijn. Toen waren mama en ik naar de spoed en daar zijden ze dat het zelf ging genezen.


Slide 12 - Diapositive

Heeft de schrijver gebruik gemaakt van de topische vragen of van het schrijfkader?
A
topische vragen
B
schrijfkader

Slide 13 - Quiz

Wie denk je dat dit heeft geschreven?

Slide 14 - Question ouverte

Heeft de schrijver gebruik gemaakt van de topische vragen of van het schrijfkader?

Botje in mijn soep

Het was een woensdagnamiddag in de kinderopvang en we hadden soep gekregen om te eten. Ik zat de soep te eten. Er zaten ook gehaktballetjes in. Ik at een gehaktballetje en toen zat daar een bot in. Ik vond dat heel vies, ik stopte snel dat botje in mijn boterhamdoos en nu lust ik veel soorten vlees niet meer.

Slide 15 - Diapositive

Heeft de schrijver gebruik gemaakt van de topische vragen of van het schrijfkader?
A
topische vragen
B
schrijfkader

Slide 16 - Quiz

Wie denk je dat dit heeft geschreven?

Slide 17 - Question ouverte

Heeft de schrijver gebruik gemaakt van de topische vragen of van het schrijfkader?

Mijn hobby
Ik ga graag creatief aan de slag en maak bv. graag kaartjes voor alle gelegenheden. 
Een kenmerk van mijn hobby is dat het ontspannend is. Dat betekent dat ik alles even kan vergeten als ik daarmee bezig ben. Een ander belangrijk kenmerk is dat er vaak veel prulwerk bij is. Dit soort knutselwerkjes is niet voor mensen die geen geduld hebben.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Heeft de schrijver gebruik gemaakt van de topische vragen of van het schrijfkader?
A
topische vragen
B
schrijfkader

Slide 20 - Quiz

Wie denk je dat dit heeft geschreven?

Slide 21 - Question ouverte

Hoe herken je een beschrijvend verband?

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Herken je een beschrijvend verband?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

Welk verband herken je dan?

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Diapositive

Herken je een beschrijvend verband?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quiz

Welk verband herken je dan?

Slide 28 - Question ouverte

Slide 29 - Diapositive

Herken je een beschrijvend verband?
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Diapositive

Herken je een beschrijvend verband?
A
Ja
B
Nee

Slide 32 - Quiz

Welk verband herken je dan?

Slide 33 - Question ouverte

Slide 34 - Diapositive

Herken je een beschrijvend verband?
A
Ja
B
Nee

Slide 35 - Quiz

Welk verband herken je dan/nog?

Slide 36 - Question ouverte

Slide 37 - Diapositive

Herken je een beschrijvend verband?
A
Ja
B
Nee

Slide 38 - Quiz