Samenwerken met andere disciplines in de zorg

Samenwerken met andere disciplines in de zorg

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe je samenwerkt met andere disciplines in de zorg.

Vertel de studenten wat ze kunnen verwachten aan het einde van de les.

Wat weet je al over het samenwerken met andere disciplines in de zorg?

Waarom samenwerken?

In de zorg is samenwerking met andere disciplines belangrijk om de beste zorg te bieden.

Leg uit waarom samenwerking belangrijk is en waarom het nodig is voor goede zorg.

Welke disciplines?

In de zorg zijn er verschillende disciplines zoals artsen, verpleegkundigen, fysiotherapeuten, en psychologen.

Benadruk dat er verschillende disciplines zijn en dat samenwerking tussen deze disciplines belangrijk is.

Communicatie

Goede communicatie is essentieel bij samenwerking in de zorg. Duidelijke afspraken en overdracht van informatie zijn belangrijk.

Leg uit waarom communicatie belangrijk is en hoe studenten deze vaardigheid kunnen ontwikkelen.

Overleg

Overleg tussen verschillende disciplines is belangrijk om tot de beste behandeling te komen. Door te overleggen kan er rekening gehouden worden met verschillende perspectieven.

Leg uit waarom overleg belangrijk is en hoe studenten dit kunnen toepassen in hun toekomstige werk.

Samenwerking in de praktijk

In de praktijk wordt er veel samengewerkt tussen verschillende disciplines. Studenten kunnen hierin oefenen door bijvoorbeeld een casus te bespreken met studenten van andere opleidingen.

Geef praktische voorbeelden van hoe studenten kunnen oefenen met samenwerking in de praktijk.

Evaluatie

Het is belangrijk om na een samenwerking te evalueren om te kijken wat er goed ging en wat er beter kan.

Leg uit waarom evaluatie belangrijk is en hoe studenten dit kunnen toepassen in hun toekomstige werk.

Reflectie

Reflecteren op de samenwerking kan helpen om inzicht te krijgen in persoonlijke sterke en zwakke punten. Hierdoor kan er geleerd worden van de samenwerking.

Leg uit waarom reflectie belangrijk is en hoe studenten dit kunnen toepassen in hun toekomstige werk.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.