Décrire un produit

Décrire un objet
Leçon 1


Source: NQL2 
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
FransSecundair onderwijs

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Décrire un objet
Leçon 1


Source: NQL2 

Slide 1 - Diapositive

Voorbereidend werk - 2
Kopieer onderstaande de toetredingslink naar google chrome om in je klas op Quizlet toegelaten te worden.
https://quizlet.com/join/N6eUg7B4c
De lijsten die je moet oefenen, staan letterlijk vernoemd op de dia's in deze lessenreeks. Als je problemen ervaart om op Quizlet te geraken, stuur me dan een Smartschoolbericht. 

Slide 2 - Diapositive

PAS OP
 Elke oefening staat op punten en ik zie hoe vaak je geprobeerd hebt. Denk dus goed na voor je zomaar wat antwoorden geeft. Niet alleen het laatste antwoord telt mee.

Slide 3 - Diapositive

Le matériel / la matière
In het Nederlands zeg je dat iets gemaakt is VAN hout.
In het Frans zeg je: C'EST FAIT  EN -> EN bois.
Heb je een product dat niet van een bepaald materiaal gemaakt is, maar van bepaalde ingrediënten. Dan heb je geluk, want die staan meestal op de verpakking in meerdere talen. 
Beschrijf in dat laatste geval de verpakking van je product met deze woordenschat.

Slide 4 - Diapositive

Le matériel / la matière
une boîte en métal                                 une cocotte ovale en fonte émaillée                     un verre en verre

une tasse en inox                                    un bol en porcelaine                                                  un moulin à poivre en bois

Slide 5 - Diapositive

Activité 1 - vocabulaire
Oefen de woordenschat die bij deze oefening hoort. 
Klik via de volgende slide door naar Quizlet, klik op de toetredingslink die je krijgt en maak deze oefening:
quizlet.com - Décrire un objet - activité 1
 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien

Activité 1 - exercice 1
Luister en duid voor elke dialoog aan wat je hoort. Het luisterbestand bestaat uit drie korte dialoogjes. De oefeningen staan op aparte dia's. Je moet dus (minstens) drie keer naar alle dialoogjes luisteren.

Slide 8 - Diapositive

Dit materiaal komt aan bod in dialoogje 1.
Dit materiaal komt niet aan bod in dialoogje 1.
bois
verre
métal
papier
plastique

Slide 9 - Question de remorquage

Dit materiaal komt aan bod in dialoogje 2.
Dit materiaal komt niet aan bod in dialoogje 2.
plastique
métal
verre
inox
zinc

Slide 10 - Question de remorquage

Dit materiaal komt aan bod in dialoogje 3.
Dit materiaal komt niet aan bod in dialoogje 3.
plastique
métal
verre
aluminium
zinc

Slide 11 - Question de remorquage

Activité 1 - exercice 2
Luister naar de uitleg en zet  het juiste nummertje bij elke tekening. Je zal zien dat je twee keer na elkaar hetzelfde fragment hoort. Je mag uiteraard meer dan één keer luisteren. Dat beslis je zelf. 

Slide 12 - Diapositive

1
2
3
4

5

6

Slide 13 - Question de remorquage

Activité 2 - vocabulaire
Oefen de woordenschat die bij deze oefening hoort. 
Klik via de volgende slide door naar Quizlet en maak deze oefening. Let op het verschil tussen mannelijk en vrouwelijk.
quizlet.com - Décrire un objet - activité 2
 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

Activité 2 - exercice
Luister naar de beschrijvingen die je in het luisterfragment op deze dia vindt.  Ga via de link in de volgende dia naar learningapps.org. Duid nu aan welke kleuren aan bod komen. Je zal elk nummertje met verschillende kleuren moeten combineren.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

Activité 3 - vocabulaire
Oefen de woordenschat die bij deze oefening hoort. 
Klik via de volgende slide door naar Quizlet en maak deze oefening. Let op het verschil tussen mannelijk en vrouwelijk.
quizlet.com - Décrire un objet - activité 3
 

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien

Activité 3 - exercice
Ga via de link in de volgende dia naar learningapps.org. Je vindt je account in de lijst op Smartschool. Gebruik enkel de jouwe. Meld je aan en klik op 'Mijn klas'.  Maak onderstaande twee oefeningen. 
learningapps.org - Décrire un objet - Activité 3 A et 3B

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien

Activité 4 - vocabulaire
Oefen de woordenschat die bij deze oefening hoort. 
Klik via de volgende slide door naar Quizlet en maak deze oefening.
quizlet.com - Décrire un objet - activité 4
 

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Lien

Activité 4 - exercice
Herhaal op Quizlet alle woordenschatlijsten bij deze les. Je hoort telkens een omschrijving van een product en moet raden om welk product het gaat. Je antwoord geef je in het Nederlands en in het Frans.

Slide 24 - Diapositive

Welk object wordt beschreven?
Antwoord in het Nederlands en het Frans.

Slide 25 - Question ouverte

Welk object wordt beschreven?
Antwoord in het Nederlands en het Frans.

Slide 26 - Question ouverte

Welk object wordt beschreven?
Antwoord in het Nederlands en het Frans.

Slide 27 - Question ouverte

Welk object wordt beschreven?
Antwoord in het Nederlands en het Frans.

Slide 28 - Question ouverte

Activité 5 - vocabulaire
Oefen de woordenschat die bij deze oefening hoort. 
Klik via de volgende slide door naar Quizlet en maak deze oefening.
quizlet.com - Décrire un objet - activité 5
 

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Lien

Activité 5 - parler
Aan jou om ook raadseltjes te maken. Typ op de volgende dia in het Nederlands vijf producten waarvan je een gesproken omschrijving zal geven. Je mag niet de producten nemen die ik beschreef. Vertel welke vorm en kleur elk product heeft, waar het voor dient en wie het gebruikt. Neem op met Voicerecorder op je laptop, niet met je gsm. Anders lukt het me niet altijd om het te openen.

Slide 31 - Diapositive

Typ hier in het Nederlands de naam van de vijf producten die je beschrijft in de uploadzone.

Slide 32 - Question ouverte

Hoe lang ben je met deze opdracht bezig geweest? Wil je nog iets anders kwijt over deze lessenreeks?

Slide 33 - Question ouverte

Bien fait!

Slide 34 - Diapositive