Werkwoorden_kleding

Werkwoorden_kleding
1 / 54
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Secundair onderwijs

Cette leçon contient 54 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Werkwoorden_kleding

Slide 1 - Diapositive

STRIJKEN

Slide 2 - Diapositive

STRIJKEN
Ik STRIJK
Jij STRIJKT
Hij/zij STRIJKT

Wij STRIJKEN
Jullie STRIJKEN
Zij STRIJKEN

Slide 3 - Diapositive

WASSEN

Slide 4 - Diapositive

WASSEN
Ik WAS
Jij WAST
Hij/zij WAST

Wij WASSEN
Jullie WASSEN
Zij WASSEN

Slide 5 - Diapositive

BETALEN

Slide 6 - Diapositive

BETALEN
Ik BETAAL
Jij BETAALT
Hij/zij BETAALT

Wij BETALEN
Jullie BETALEN
Zij BETALEN

Slide 7 - Diapositive

KOPEN

Slide 8 - Diapositive

KOPEN
Ik KOOP
Jij KOOPT
Hij/zij KOOPT

Wij KOPEN
Jullie KOPEN
Zij KOPEN

Slide 9 - Diapositive

DRAGEN

Slide 10 - Diapositive

DRAGEN
Ik DRAAG
Jij DRAAGT
Hij/zij DRAAGT

Wij DRAGEN
Jullie DRAGEN
Zij DRAGEN

Slide 11 - Diapositive

VRAGEN

Slide 12 - Diapositive

VRAGEN
Ik VRAAG
Jij VRAAGT
Hij/zij VRAAGT

Wij VRAGEN
Jullie VRAGEN
Zij VRAGEN

Slide 13 - Diapositive

ZOEKEN

Slide 14 - Diapositive

ZOEKEN
Ik ZOEK
Jij ZOEKT
Hij/zij ZOEKT

Wij ZOEKEN
Jullie ZOEKEN
Zij ZOEKEN

Slide 15 - Diapositive

PASSEN

Slide 16 - Diapositive

PASSEN
Ik PAS
Jij PAST
Hij/zij PAST

Wij PASSEN
Jullie PASSEN
Zij PASSEN

Slide 17 - Diapositive

RUILEN

Slide 18 - Diapositive

RUILEN
Ik RUIL
Jij RUILT
Hij/zij RUILT

Wij RUILEN
Jullie RUILEN
Zij RUILEN

Slide 19 - Diapositive

De personen
IK 

= 1 persoon

Slide 20 - Diapositive

De personen
Jij

= 1 persoon

Slide 21 - Diapositive

De personen
Hij

= 1 persoon
= de jongen
= de man
= de meneer

Slide 22 - Diapositive

De personen
Zij

= 1 persoon !!!
= het meisje
= de mevrouw

Slide 23 - Diapositive

De personen
Wij

= 2 of meer personen

Slide 24 - Diapositive

De personen
Jullie

= 2 of meer personen

Slide 25 - Diapositive

De personen
Zij

= 2 of meer personen !!!
= de jongenS
= de meisjeS
= de jongen EN het meisje



Slide 26 - Diapositive

Wassen
Kopen
Vragen
Passen

Slide 27 - Question de remorquage

Betalen
Zoeken
Ruilen
Dragen
Strijken

Slide 28 - Question de remorquage

Ik
A
draag
B
draagt
C
dragen

Slide 29 - Quiz

Jullie ruil
A
Juist
B
Fout

Slide 30 - Quiz

De jongen
A
vraag
B
vraagt
C
vragen

Slide 31 - Quiz

Jullie
A
pas
B
past
C
passen

Slide 32 - Quiz

Ik betaalt
A
Juist
B
Fout

Slide 33 - Quiz

Vervoeg het werkwoord zoeken.

Ik ...

Slide 34 - Question ouverte

Jij
A
betaal
B
betaalt
C
betalen

Slide 35 - Quiz

Vervoeg het werkwoord dragen.

Hij ...

Slide 36 - Question ouverte

Jullie dragen
A
Juist
B
Fout

Slide 37 - Quiz

Ik
Jij
Wij
draag
koop
was
betaal
ruil
draagt
betaalt
vraagt
zoekt
ruilen
dragen
passen
kopen

Slide 38 - Question de remorquage

Wij
A
vraag
B
vraagt
C
vragen

Slide 39 - Quiz

Vervoeg het werkwoord dragen.

Jij ...

Slide 40 - Question ouverte

Het meisje zoekt
A
Juist
B
Fout

Slide 41 - Quiz

Ik
A
strijk
B
strijkt
C
strijken

Slide 42 - Quiz

Vervoeg het werkwoord kopen.

Wij ...

Slide 43 - Question ouverte

Jij
A
zoek
B
zoekt
C
zoeken

Slide 44 - Quiz

Hij
Jullie
Ik
vraagt
strijken
zoek
pas
draagt
betalen
betaalt
zoekt
draag
strijkt
vragen
vraag
zoeken
ruilen
koopt
koop

Slide 45 - Question de remorquage

Vervoeg het werkwoord kopen.

Jullie ...

Slide 46 - Question ouverte

Wij
A
ruil
B
ruilt
C
ruilen

Slide 47 - Quiz

De jongen vraagt
A
Juist
B
Fout

Slide 48 - Quiz

Vervoeg het werkwoord betalen.

Hij ...

Slide 49 - Question ouverte

Ik
A
pas
B
past
C
passen

Slide 50 - Quiz

Vervoeg het werkwoord ruilen.

Ik ...

Slide 51 - Question ouverte

De meneer
A
koop
B
koopt
C
kopen

Slide 52 - Quiz

Jij vraag
A
Juist
B
Fout

Slide 53 - Quiz

Vervoeg het werkwoord betalen.

Ik ...

Slide 54 - Question ouverte