4GT - ecologie

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Thema 2: Ecologie

Voedselketen

Een reeks soorten, waarbij elke soort wordt gegeten door de volgende soort.

De pijl staat voor "gaat in de maag van"

De voedselketen begint altijd met een organisme dat bladgroenkorrels bevat. 

Ieder organisme is een schakel. Planten zijn bijv. vaak de eerste schakel.

Geef de juiste voedselketen die in de sloot voorkomt.

Wat is de rol van de tweede schakel?

1. Een planteneter
2. Een reducent
3. Een alleseter
4. Een producent

Geef de juiste voedselketen die op de savanne voorkomt.

Wat is de rol van de derde schakel?

1. Een planteneter
2. Een reducent
3. Een vleeseter
4. Een producent

Voedselweb

Een voedselketen bevat verschillende voedselketens. 

In verschillende voedselketens kan een organisme verschillende rollen hebben.

Hoeveel voedselketens zijn hier te zien?

Verschillende rollen - producenten

Enkel producenten kunnen door middel van fotosynthese uit glucose nieuwe organische stoffen vormen. Zij bevatten namelijk bladgroenkorrels. 

Verschillende rollen - consumenten/ afvaleters

Consumenten hebben geen bladgroenkorrels, waardoor zij hun energierijke stoffen uit planten of planteneters moeten halen. Zo heb je ook weer dieren die de troep moeten opruimen.

Verschillende rollen - reducenten

Schimmels en bacteriën breken organische stoffen  (aanwezig in dode planten en dieren) tot anorganische stoffen. Deze zijn dan weer beschikbaar voor planten

Verschillende rollen

08:46

Bij welk proces kunnen producenten koolstofdioxide vastleggen?

1. Verbranding
2. Assimilatie
3. Fotosynthese

11:21

Wat is de rol van de lipvissen die de tanden van haaien schoonmaken?

1. Planteneters
2. Vleeseters
3. Afvaleters
4. Reducenten

16:44

De grazende vissen zijn consumenten van de ... orde

1. eerste
2. tweede
3. derde
4. vierde

16:57

Waar in de voedselketen kun je de haai terugvinden?

1. Aan het begin (eerste schakel)
2. In het midden (bijv. tweede, derde schakel)
3. Aan het einde (laatste schakel)

21:25

Wat is de rol van het reuzenkelp?

1. Consumenten
2. Producenten
3. Reducenten

21:41

Door welk proces kan het reuzenkelp voedsel bieden aan het onderwaterleven?

1. Fotosynthese
2. Verbranding
3. Assimilatie

24:14

Wat is de rol van de zee-otter?

1. Producent
2. Consument van de eerste orde
3. Consument van de tweede orde
4. Afvaleter

25:01

Geef de voedselketen die je in dit filmpje zag.

Piramide van aantallen

In welke schakel van de voedselketen komen meestal de meeste individuen voor?

1. Consumenten van de eerste orde
2. Consumenten van de tweede orde
3. Consumenten van de derde orde
4. Producenten

Piramide van biomassa

In het boek

Toepassing

De biomassa die doorgegeven wordt aan de volgende schakel...

1. wordt telkens groter
2. wordt telkens kleiner
3. blijft telkens gelijk

Waarom wordt de hoeveelheid biomassa in de volgende schakel telkens kleiner?

Energie in een voedselketen

In het boek

Toepassing

Wat gebeurt met de energie in reducenten?

1. Wordt gebruikt voor verbranding
2. Wordt gebruikt voor het vormen van cellen en weefsels
3. Wordt opgeslagen in de vorm van energie
4. Wordt doorgegeven aan de producenten

2.3 Kringlopen - koolstof

- Terugblik op vorige les

- Kringlopen (in het algemeen)

- Koolstofkringloop

- Stikstofkringloop

Waarom wordt de hoeveelheid biomassa in iedere schakel kleiner?

Welke schakel is verantwoordelijk voor het vormen van energierijke stoffen?

1. Producenten
2. Consumenten
3. Afvaleters
4. Reducenten

Waarom kunnen consumenten van de derde orde niet zonder planten?

Kringloop

Koolstofkringloop

Welke pijl geeft het proces aan waarbij energie wordt opgeslagen?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

In welke stoffen komt koolstof voor?

1. In alleen organische stoffen
2. In alleen anorganische stoffen
3. In organische en anorganische stoffen

Met welke drie pijlen wordt verbranding weergegeven

1. 1, 2, 3
2. 2, 3, 4
3. 1, 2, 4
4. 1, 3, 4

Welke organismen maken deel uit van de koolstofkringloop?

1. Bamboeplanten
2. Bacteriën en schimmels
3. Bacteriën, schimmels en pandabeer
4. Alle organismen

Stikstofkringloop

19:23

We hebben twee kringlopen behandeld; koolstof- en stikstofkringloop. Welke kringloop is bij deze situatie van toepassing? Leg uit waarom.

20:00

Waarom kan de plant deze drollen goed gebruiken?

20:18

Waarbij gebruikt een plant nitraat?

1. De fotosynthese voor het maken van eiwitten
2. De fotosynthese voor het maken van suikers
3. De assimilatie voor het maken van eiwitten
4. De assimilatie voor het maken van suikers

21:18

Waarom heeft een bekerplant mierenlichamen nodig?

1. Voor de dierlijke eiwitten
2. Voor de dierlijke koolhydraten
3. Voor de verbranding
4. Voor de fotosynthese

21:21

Welke voedselketen(s) zag je in dit filmpje?

Plantaardige eiwitten

Nitraat

Dierlijke eiwitten

Ammonium

Reducenten