H12: erfelijkheid en evolutie

H12: Erfelijkheid en evolutie
Morgen: SO
Vandaag: alle paragrafen langs...
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

H12: Erfelijkheid en evolutie
Morgen: SO
Vandaag: alle paragrafen langs...

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
12.1 Hoe kun je het uiterlijk van nakomelingen voorspellen?
12.2 Hoe kun je voorpellen of nakomelingen ziek worden?
12.3 Hoe ontstaan nieuwe soorten?
12.4 Hoe zagen de voorouders van de mens eruit?

Slide 2 - Diapositive

Programma
Per paragraaf: een aantal belangrijke vragen.
Doe mee met deze vragen: en laat me weten wat je denkt.
Alle antwoorden zijn belangrijk; vooral als je het niet helemaal zeker weet...

Slide 3 - Diapositive

Waar komen wij vandaan?
A
Mensen komen oorspronkelijk uit Afrika...
B
Mensen zijn gemaakt door god...
C
Mensen zijn een product van evolutie...
D
Mensen zijn op aarde gedropt door buitenaardse wezens...

Slide 4 - Quiz

Waarop staan alle kenmerken van een organisme beschreven?
A
Op de bladzijde van een groot boek
B
Op de celmembraan
C
Op het genotype
D
Op de chromosomen

Slide 5 - Quiz

Alle kenmerken van een organisme staan beschreven op de chromosomen. Alle chromosomen heb je dubbel. 

Slide 6 - Diapositive

Wat is de kans dat een kindje Bruine ogen heeft?

Slide 7 - Diapositive

Wat is de kans dat een kindje Bruine ogen heeft?
A
1 van de 4= 25%
B
3 van de 4= 75%
C
2 van de 4= 50%
D
4 van de 4= 100%

Slide 8 - Quiz

Recessieve aandoening:
bij 2x een ziek allel
Dominante aandoening:
bij 1x een ziek allel!

Slide 9 - Diapositive

Kruisings-schema van recessieve aandoening.
Ouders zijn allebei drager: Aa
aa!

Slide 10 - Diapositive

Taaislijmziekte is een recessief overerfende aandoening. Beide ouders zijn drager. Hoe groot is de kans dat een kindje de ziekte erft?
A
1 van de 4 = 25%
B
2 van de 4 = 50%
C
3 van de 4 = 75%
D
4 van de 4 = 100%

Slide 11 - Quiz

Wat is evolutie?

Slide 12 - Question ouverte

Wat is de definitie van SOORT?
A
Verschillende soorten kruisen niet met elkaar...
B
Individuen van 1 soort begrijpen elkaar het best...
C
Organismen die op elkaar lijken en samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen
D
Verschillende soorten kunnen geen vruchtbare nakomelingen krijgen...

Slide 13 - Quiz

Waardoor kan variatie ontstaan binnen een groep organismen van dezelfde soort?
A
Door verschillende voeding
B
Door verschillende combinaties van chromosomen...
C
Door kleine veranderingen in de genen
D
Door verschillende leefomgeving

Slide 14 - Quiz

Wat kan een voorbeeld zijn van natuurlijke selectie?
A
Een roofdier...
B
Een voedselbron...
C
Schaarste van drinkwater...
D
Temperatuur...

Slide 15 - Quiz

Tussen welke soorten verwacht je de meeste verwantschap?

Slide 16 - Diapositive

Bij welke soorten verwacht je de meeste verwantschap?
A
Bij A & B
B
Bij A & F
C
Bij E & F
D
Bij D & C

Slide 17 - Quiz

Welke dieren hebben de minste verwantschap?
A
Slijmprik en vissen
B
Slijmprik en reptielen
C
Zoogdieren & reptielen
D
Zoogdieren en vogels

Slide 18 - Quiz

Hoe lang geleden leefde de gemeenschappelijke voorouder van Mens en Bonobo's?

Slide 19 - Diapositive

Hoe lang geleden leefde de gemeenschappelijke voorouder van Mens en Bonobo's?
A
25 miljoen jaar geleden
B
15 miljoen jaar geleden
C
7 miljoen jaar geleden
D
5 miljoen jaar geleden

Slide 20 - Quiz

Fossiele schedels van mensachtige voorouders...
Voorouders op een rijtje:
van oud naar nieuw!

Slide 21 - Diapositive

Lucy = voorouder D!
Bij de rode pijl: andere voorouders...
Voorouders op een rijtje:
van oud naar nieuw!

Slide 22 - Diapositive

Homo habilis leefde ongeveer 1 miljoen jaar geleden. Wat deden zij hetzelfde als ons?
A
Jagen en verzamelen...
B
Woningen maken...
C
Vaccineren...
D
Met gereedschappen werken...

Slide 23 - Quiz

De Cro-Magnon mensen leefden ongeveer 300.000 jaar geleden. Wat deden zij hetzelfde als ons?
A
Muurschilderingen maken...
B
De doden begraven...
C
Opleidingen volgen...
D
Met gereedschappen werken...

Slide 24 - Quiz