Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
hoe kijk jij tegen het ontstaan van het leven aan
A
Schepping
B
Evolutie
C
Ergens tussenin
D
ik weet het niet
Slide 2 - Quiz
Evolutie
A
Alle dieren veranderden en krijgen alleen betere eigenschappen
B
ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen of verdwijnen
Slide 3 - Quiz
Het proces waarbij organismen zich aanpassen aan hun omgeving noem je...?
A
Ecologie
B
Charles Darwin
C
Survival of the fittest
D
Evolutie
Slide 4 - Quiz
Natuurlijke selectie betekent dat individuen met gunstige erfelijke eigenschappen meer nakomelingen krijgen dan individuen zonder deze eigenschappen.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
Waarom vindt er natuurlijke selectie plaats?
A
Omdat er dan natuurlijk wordt geselecteerd
B
Omdat sommige soorten niet mogen bestaan
C
Zodat gezonde/aangepaste soorten kunnen overleven
D
Omdat wij dat willen
Slide 6 - Quiz
Soorten met een gemeenschappelijke voorouder, vertonen verwantschap
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Verwantschap van soorten
De mensen die nu leven, hebben een gemeenschappelijke voorouder. Deze leefden ongeveer 150.000 jaar geleden in Afrika.
Soorten die een gemeenschappelijke voorouder hebben vertonen verwantschap. Hoe langer geleden ze een gemeenschappelijke voorouder hadden, hoe minder de soorten verwant zijn.
In de afbeelding (een stamboom) zie je dat de Oerang-oetang en de moderne mens minder aan elkaar verwant zijn dan de chimpansee en de moderne mens.
Slide 9 - Diapositive
Fossielen
Fossielen zijn versteende overblijfselen van organismen of afdrukken van organismen in gesteente.
Door de fossielen die gevonden zijn, blijkt dat in miljoenen jaren (evolutie) soorten zijn ontstaan, veranderd en/of verdwenen zijn.
De fossielen zijn een argument voor de evolutietheorie, ze laten zien dat de evolutietheorie waar kan zijn.
Levende fossiel
'Levende fossielen' zijn dieren die al heel vroeger leefden en nu nog steeds (Bijv. de Naulitus, een zeedier).
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
wat zijn fossielen?
versteende overblijfselen van organismen. Fossielen ondersteunen de evolutietheorie omdat het overblijfselen zijn van de harde delen van een organisme. Deze harde delen zitten in diepe oude aardlagen.
Slide 12 - Diapositive
Een fossiele schelp op de top van de Alpen
Op de zeebodem ontstaan fossielen
Aardplaten botsen, ze bewegen naar elkaar toe
Sedimenten (met fossielen) komen in de verdrukking
De hele zeebodem, met dikke lage sediment, wordt omhoogegedduwd
Slide 13 - Diapositive
En nu...
Afmaken paragraaf 11.3 + 11.4
Nakijken of samenvatting laten controleren
Maak de testjezelf aan het einde van het hoofdstuk