3.2 Genenparen

BS 2 Genenparen
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

BS 2 Genenparen

Slide 1 - Diapositive

Vandaag

  • Herhaling BS 1
  • Uitleg BS 2
  • Opdrachten maken


Slide 2 - Diapositive

Voorkennis
We gaan kort terugblikken naar de stof die we hebben behandeld in paragraaf 1

Slide 3 - Diapositive

Herhaling
  • Chromosoom
  • DNA
  • Bouwstoffen DNA
  • DNA-sequentie
  • Genoom
  • Gen
  • Allel
  • Genexpressie/inactivatie
  •  Fenotype
  • Modificatie

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen 3.2 Genenparen
  • Je kunt uitleggen hoe het fenotype van een organisme tot stand komt en hierbij de begrippen homozygoot, heterozygoot, dominant en recessief gebruiken.
  • Je kunt beschrijven hoe door recombinatie nieuwe combinaties van allelen ontstaan.

Slide 5 - Diapositive

Homologe chromosomen
  • Locus: de plaats van een gen in een chromosoom 

  • Homozygoot: twee allelen voor een eigenschap zijn gelijk
  • Heterozygoot: twee allelen voor een eigenschap zijn ongelijk

Slide 6 - Diapositive

Homologe chromosomen
  • Dominante allel: allel waarvan eigenschap tot uiting komt in fenotype bij heterozygoot genotype
  • Recessieve allel: dit allel komt alleen tot uiting in het fenotype als er geen dominant allel aanwezig is

Personen die heterozygoot zijn, zijn drager van de recessieve eigenschap
  • Aa
  • ArAr

Slide 7 - Diapositive

Onvolledig dominant
Intermediair 
(& Codominantie)

Slide 8 - Diapositive

Recombinatie: herverdelen van erfelijke eigenschappen (2^23 = 8,4 miljoen mogelijke geslachtscellen)

Slide 9 - Diapositive

Recombinatie en mutaties zorgen voor genetische variatie en dit zorgt weer voor een soort met een grote overlevingskans

Slide 10 - Diapositive

  • Ééneiige tweeling: 1 zaadcel + 1 eicel = hetzelfde genotype
  • Twee-eiige tweeling: 2 zaadcellen + 2 eicellen = niet hetzelfde genotype

Slide 11 - Diapositive

Leerdoelen 3.2 behaald???
  • Je kunt uitleggen hoe het fenotype van een organisme tot stand komt en hierbij de begrippen homozygoot, heterozygoot, dominant en recessief gebruiken.
  • Je kunt beschrijven hoe door recombinatie nieuwe combinaties van allelen ontstaan.

Slide 12 - Diapositive

Wat ga je doen?
Lezen BS 2
Maken t/m opdracht 16

Slide 13 - Diapositive