Tautologie en pleonasme

Stijlfouten:  pleonasme, tautologie


- Pleonasme: een eigenschap van een zaak of persoon nog eens noemen

- Tautologie: twee woorden van dezelfde woordsoort die hetzelfde betekenen

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Stijlfouten:  pleonasme, tautologie


- Pleonasme: een eigenschap van een zaak of persoon nog eens noemen

- Tautologie: twee woorden van dezelfde woordsoort die hetzelfde betekenen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Vidéo

Voorbeelden pleonasme
  • lange slungel 
  • mondeling bespreken 
  • naar beneden dalen 
  • nieuwe aanwinst 
  • nog eens herhalen 
  • noodzakelijke behoefte 
  • omlaag vallen 
  • opnieuw herhalen 
  • groen gras
  • witte sneeuw
  • als eerste beginnen 
  • blauwe smurf 
  • bloeiende bloesem 
  • grote reus 
  • hardop voorlezen 
  • houten plank 



Slide 4 - Diapositive

Voorbeelden TAUTOLOGIE
  • gratis en voor niets 
  • één en dezelfde 
  • leugen en bedrog / list en bedrog 
  • roddel en achterklap 
  • geheel en al 
  • vast en zeker / zeker en vast 
  • nooit ofte nimmer 
  • voor eeuwig en altijd 
  • afgelopen (over) en uit 
  • klaar uit 
  • bont en blauw  
  • schots en scheef  
  • keurig netjes

Slide 5 - Diapositive

Dat/als-constructie
  • De dat/als-constructie herken je aan de volgende woordgroepen, ergens in het midden van de zin: (om)dat als, (om)dat wanneer, (om)dat indien en soms zodat als/wanneer/indien.

Verbeteren:
Plaats de als-zin achteraan de zin en niet gelijk achter dat!


Slide 6 - Diapositive

Dat/als-constructie
De jongens willen de camping niet reserveren, omdat als het in Frankrijk regent, ze in Spanje gaan kamperen

Als je een bijzin van voorwaarde midden in een zin plaatst, ontstaat een dat/als-constructie.


Slide 7 - Diapositive

Fout: De jongens willen de camping niet reserveren, omdat als het in Frankrijk regent, ze in Spanje gaan kamperen

Goed: De jongens willend de camping niet reserveren, omdat ze in Spanje gaan kamperen, als het in Frankrijk regent

Slide 8 - Diapositive

CONTAMINATIE
Twee woorden of uitdrukkingen die door elkaar worden gehaald.

Bijvoorbeeld: Zij kreeg een kaart van een medeklasgenoot.
--> medeleerling of klasgenoot

Slide 9 - Diapositive

Contaminatie: bestaat uit 2 woorden/woordgroepen

Slide 10 - Diapositive

Ingesleten contaminaties
  • optelefoneren
  • uitprinten
  • zich irriteren aan
  • zich beseffen
  • volgens mijn mening
  • behoort tot een van de besten
  • iets wordt tot later uitgesteld

Slide 11 - Diapositive

HUISWERK
Opdracht 9 en 10

Slide 12 - Diapositive