W24 scheikunde

Tijdens deze les:
Herhaal je het rekenen aan chemische reacties.
Herhaal je het rekenen met ondermaat en bovenmaat.
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Tijdens deze les:
Herhaal je het rekenen aan chemische reacties.
Herhaal je het rekenen met ondermaat en bovenmaat.

Slide 1 - Diapositive

Herhaling.
Maar eerst, voordat je kan rekenen aan een reactie moeten we een reactie kunnen opstellen.

Slide 2 - Diapositive

Je verbrandt de stof methaan. Hierbij komen CO2 en H2O vrij. Geef de kloppende reactievergelijking hiervoor.

Slide 3 - Question ouverte

Antwoord:
CH4 + 2 O2  → CO2  +  2H2O

Slide 4 - Diapositive

Rekenen aan een reactie.
De verhouding waarmee methaan en zuurstof met elkaar reageren is 1 : 4. Bereken met hoeveel zuurstof, 5g methaan reageert.
CH4 + 2 O2 → CO2 + 2H2O

Slide 5 - Diapositive

Berekening.
Je vermenigvuldigt kruislings.
CH4 + 2 O2 → CO2 + 2H2O
   1      :     4
   5g

Slide 6 - Diapositive

Berekening.
Je doet dus 5 x 4 / 1 = 20g.
CH4 + 2 O2 → CO2 + 2H2O
   1      :     4
   5g

Slide 7 - Diapositive

Berekening.
Je weet nu dat 5g methaan reageert met 20g zuurstof.
CH4 + 2 O2 → CO2 + 2H2O
   1      :     4
   5g  :     20g

Slide 8 - Diapositive

Wat zou er gebeuren wanneer je 24g zuurstof hebt?

Slide 9 - Question ouverte

In dat geval is zuurstof in overmaat aanwezig.

Slide 10 - Diapositive

Overmaat.
Er is te veel van een stof aanwezig. Je houdt na de reactie hiervan over.

Slide 11 - Diapositive

Ondermaat.
Er is te weinig van een stof aanwezig. Je hebt na de reactie hier niks meer van.

Slide 12 - Diapositive

Maar hoe bereken je welke stof in overmaat aanwezig is?

Slide 13 - Diapositive

Berekenen.
Hier gaan we dat doen met dit voorbeeld. We laten 8g methaan met 20g zuurstof reageren.
CH4 + 2 O2 → CO2 + 2H2O
   1      :     4
   8g  :     20g

Slide 14 - Diapositive

Berekenen.
Je laat één van de volgende getallen even weg: 8g of 20g. In dit voorbeeld denken we de 8g even weg.
CH4 + 2 O2 → CO2 + 2H2O
   1      :     4
           :     20g

Slide 15 - Diapositive

Berekenen.
Je kan nu berekenen met hoeveel gram methaan die 20g zuurstof kan reageren. 20 x 1 / 4 = 5g.
CH4 + 2 O2 → CO2 + 2H2O
   1      :     4
           :     20g

Slide 16 - Diapositive

Berekenen.
Je ziet nu dat die 20g zuurstof kan reageren met 5g methaan. Terwijl je 8g had.

Slide 17 - Diapositive

Is methaan dan in overmaat of in ondermaat aanwezig?
A
Overmaat.
B
Ondermaat.

Slide 18 - Quiz

Berekenen.
Overmaat. Die 8g is meer dan de 5g. Dus methaan is in overmaat.

Slide 19 - Diapositive

Oefening.
Het maken van salmiak doe je met de reactie die je hieronder ziet. De verhoudingen staan erbij.
HCl  +  NH3 → NH4Cl
36    :     17    :     53       

Slide 20 - Diapositive

Oefening.
Je hebt 10g waterstofchloride (HCL) en 7,5g ammoniak (NH3).
Bereken welke stof in overmaat is en hoeveel je in overmaat hebt. Je antwoord kan je checken op de volgende slide.

Slide 21 - Diapositive

Welke stof is in overmaat? En met hoeveel?

Slide 22 - Question ouverte

Einde.
Het huiswerk staat in de planning.

Slide 23 - Diapositive