Angst/PTSS/Stemmingen

Branche GGZ
Les 3
Angst/ PTSS/ Stemmingsstoornissen
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 40 diapositives, avec diapositives de texte et 6 vidéos.

Éléments de cette leçon

Branche GGZ
Les 3
Angst/ PTSS/ Stemmingsstoornissen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stemmingsstoornissen
Stemmingsstoornissen is een verzamelnaam voor psychische aandoeningen waarbij je gemoedstoestand of emoties ernstig verstoord zijn of niet passen bij de situatie waarin je verkeert.
  

Meest voorkomende:
  • Depressie
  • Manisch- depressieve stoornis

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oorzaak
Waardoor een stemmingsstoornis precies ontstaat is moeilijk om exact aan te geven.
 

Een depressie komt waarschijnlijk door een combinatie van omgevings-, psychische, biologische en genetische factoren.








De meeste theorieën hebben het over neurotransmitters. Dit zijn chemicaliën in je hersenen die voor een onbalans zorgen en een depressie veroorzaakt.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Depressie 
Aanhoudende gemoedstoestand waarin bedroefdheid, pessimisme en een gebrek aan zelfvertrouwen overheersen.

* kans bij mannen 10%
* kans bij vrouwen 20% 

-sombere stemming-

-verlies van interesse-



Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vitale kenmerken depressie 
-geen zin in eten

-altijd maar moe zijn
-moeite met de stoelgang
-weinig seksuele belangstelling
-moeite met opstaan en ook moeite om ’s avonds weer te gaan slapen (het dag- en nachtritme is vaak omgedraaid)



Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Symptomen Manie


   Extreem uitgelaten stemming.                                             Veel praten, bellen, berichten sturen
   Overdreven vrolijk zijn.                                                             Teveel geld uitgeven, hierdoor problemen
   geprikkeld en snel boos zijn.                                                 Seksuele extremen
   Opgewonden.                                                                               Ruzies maken
   Slaapproblemen.
 
  Mensen werken zich in de manische fase vaak in de problemen.
  Hebben later veel spijt, weer aanleiding tot depressie.


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oorzaken
  • Erfelijkheid  10 tot 15%
  •  Psychische factoren/kwetsbaarheid
  • Sociale factoren

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Valkuilen bij het omgaan
– Oordelen (‘Dit kun je je partner/kinderen toch niet aandoen?’)
– Adviseren (‘Ik zou….’ of ‘Misschien moet je eens…’ De cliënt heeft niets aan dit soort adviezen, maar moet zelf bedenken wat hem helpt)
– Ervanuit gaan dat de cliënt zelf wel hulp zoekt
– De ernst van de suïcidaliteit koppelen aan het opgelopen letsel bij een mislukte poging
– Bagatelliseren of minimaliseren (‘Het valt toch allemaal best mee?’)
– Een suïcidepoging zien als een schreeuw om aandacht
– Overtuigen te blijven leven

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tips voor een gesprek
Je kunt beter een gesprek met een suïcidale patiënt aangaan , dan dit vermijden. Mogelijke openingszinnen zijn:
– Ik wil even met u praten, vindt u dat goed?
– Hoe gaat het met u, u heeft veel meegemaakt de laatste tijd.
– Heeft u wel eens het idee dat het leven niet meer hoeft voor u?
– Wilt u verder met het leven?
– Denkt u er wel eens over om een einde aan het leven te maken?
– Heeft u er wel eens over gedacht hoe u dat zou doen?
– Zijn er redenen die u hiervan weerhouden?
– Ik vind het naar dat u zo wanhopig bent, ik wil daar graag samen met u en met een psycholoog/psychiater over praten.







Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Behandeling
  • Cognitieve therapie en interpersoonlijke therapie.
  • Psycho-educatie: hoe om te gaan met een depressie.
  • Begeleiden bij toepassen van leefregels die gunstige zijn bij een depressie.
  • ECT
  • Psychotherapie
  • Groepstherapie
  • Runningtherapie
  • RET (rationele-emotieve-therapie)
  • Lichttherapie



Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Medicatie
Antidepressiva:

  • Effectief bij ongeveer 70% van de patiënten
  • Heeft een werktijd nodig van een maand of meer
  • Klassieke AD zoals Anafranil, Tryptizol en Tofranil
  • Moderne AD zoals Prozac, Seroxat en Fevarin
  • Opbouwen en afbouwen onder begeleiding!
  • Naast werking ook bijwerkingen:
Sufheid, slaperigheid, droge mond, wazig zien, problemen met stoelgang en urineren, overgewicht en minder behoefte aan seks, effecten op vitale functies

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfmanagement
  • Bewegen!
  • Weet je nog wat je altijd leuk vond om te doen? Dansen, tijdschriften lezen, schaken, taarten bakken, toneel spelen, tekenen. Pak dit weer op.
  • Zoek contact op met de fijne mensen in je omgeving.
  • Praat over je gevoelens. Je hart even luchten.
  • Ontspannen.
  • Maak afspraken met mensen in je omgeving hoe zij jou kunnen helpen als je in een manische periode (bij een bipolaire stoornis) zit.






Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Welke strategieën herken je bij jezelf?
Verzorging en begeleiding
  • Uitgangspunt is een vertrouwensband met acceptatie
  • Zorg voor voldoende voedsel en vochtinname
  • Zorg voor persoonlijke hygiëne
  • Begeleiden bij het deelnemen aan activiteiten
  • Bevorderen van contacten met anderen
  • Preventie van suïcidaliteit (m.n. bij start medicatie)





Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Angst...Paniek....Stress

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Angststoornissen
Last van zenuwen, een knoop in je maag, of zweethanden in het vliegtuig. Iedereen heeft wel eens last van angst: het helpt ons om goed te reageren op mogelijk gevaar. Maar wat als angst niet meer weggaat? Of als je vaker erg angstig reageert op iets, waar je eigenlijk helemaal niet bang voor hoeft te zijn? Zoiets kan je leven flink veranderen.

Als angst zo heftig is dat het je dagelijks leven verstoort, dan noemen we dit een angststoornis.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

PTSS

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klinisch beeld

  • Angstige herbelevingen
  • Middelenmisbruik
  • Prikkelbaarheid
  • Agressiviteit

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Symptomen
  • Dissociatie
  • Flashbacks
  • Angstgevoelens
  • Depressie
  • Verslavingsgedrag

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oorzaak
  • Traumatische ervaring
  • Heftige en schokkende ervaring
  • Ernstige ongevallen
  • Stressvolle gebeurtenissen

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begeleiding/zorg
  • Ernstig beschadigd
  • Bieden van veiligheid
  • Transparant zijn
  • Duidelijk zijn
  • Grenzen aangeven

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begeleiden van cliënten met een angststoornis!
  • In de ondersteuning van cliënten met een angststoornis is jouw houding als hulpverlener cruciaal.

  • Zorg dat je kalm, evenwichtig en betrokken reageert op de cliënt.

  • Vaak heeft de cliënt veel behoeft aan steun. (letterlijk bij de hand nemen)

  • Bagitaliseer de angst niet.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Obsessieve compulsieve stoornis
Mensen met een obsessieve compulsieve stoornis (OCS) hebben last van dwanggedachten of dwanghandelingen. Dwanggedachten (obsessies) zijn steeds terugkerende ideeën of voorstellingen die zich aan iemand opdringen en hem of haar moeilijk loslaten. Zulke gedachten zijn ongewild en onplezierig. Dwanghandelingen (compulsies) zijn handelingen die steeds op een bepaalde manier moeten worden uitgevoerd, zogenoemde rituelen. Wanneer de handelingen niet op de vaststaande manier worden uitgevoerd, dan geeft dat veel spanning of angst.

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aanverwante OCD stoornissen
Hoarding (verzamelstoornis)
Hypochondrie
OCPD
Body Dysmorphic Disorder (BDD)

Slide 33 - Diapositive

OPCD staat voor Obsessief Compulsieve Persoonlijkheidsstoornis (OCPD) en is een dwangmatige persoonlijkheidsstoornis

Wanneer je een hypochonder bent, ben je ervan overtuigd dat je een ernstige ziekte hebt, zonder dat er een aanleiding voor is. De angst voor ziek zijn is zo
 aanwezig dat daardoor daadwerkelijk lichamelijke klachten ontstaan

Wanneer je af en toe onzeker bent over je uiterlijk, is dat geen reden om je ongerust te maken. Als die ‘ontevredenheid’ doorschiet naar een obsessie
Oorzaken:
Dwangstoornissen komen vaak voort uit spanning en angst voor bijvoorbeeld een ramp, voor besmetting of dat er iets naars met een familielid gaat gebeuren. Door het verrichten van een bepaalde handeling zoals controleren, tellen of schoonmaken, neemt je spanning tijdelijk af. Je krijgt het gevoel alsof de handeling helpt de angst tegen te gaan.

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doet dit plaatje met je?

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mensen met OCD hebben vaak een vergrote focus op controleren en perfectioneren van hun omgeving. Ze zijn vaak bang dat als ze de controle loslaten dat er iets ergs kan gaan gebeuren. Deze angstgedachten zorgen weer voor dwanghandelingen.

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Compulsie: Jezelf wondjes en littekens geven omdat je elke onevenheid in je gezicht moet corrigeren

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kapotte handen omdat ik ze 20 keer per dag was. Ik werk in de voedselindustrie en ik ben doodsbang dat ik iemand ziek maak.

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mijn therapeut gaf me een tekenopdracht ter ontspanning. Ik kon niet beginnen met mijn tekenopdracht want de potloden lagen niet op kleur. In plaats van tekenen heb ik 20 minuten besteed aan ze op kleurvolgorde te leggen

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions