BVVJ 5.7 Gezond sporten

5.7 / 5.8 Gezond sporten
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

5.7 / 5.8 Gezond sporten

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?

Terugblik
Leerdoelen Gezond sporten
Theorie KGT  5.7/ B 5.8
Aan de slag
afsluiten

Slide 2 - Diapositive

leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kan je aangeven welke verschillen er zijn tussen krachtsporters en duursporters
- kan je enkele adviezen geven in verband met kleding en drinken tijdens het sporten

Slide 3 - Diapositive

gezond sporten

Slide 4 - Carte mentale

Het is van belang dat je goed voor jezelf zorgt voor tijdens en na het sporten.

Belangrijk bij het sporten zijn:
- eten
- drinken
- kleding

Slide 5 - Diapositive

krachtsport/ duursport

Slide 6 - Carte mentale

Er zijn verschillende soorten sporters:
- krachtsporters (gewichtheffer):
moet voor kortere tijd inspanning leveren

- duursporters: (hardloper):
moet voor langere tijd inspanning leveren

Beide soorten sporters hebben verschillende soorten voeding (eten) nodig.

Slide 7 - Diapositive

Voeding
Een krachtsporter heeft eiwitrijk voedsel nodig. 
Deze eiwitten zijn bouwstoffen die helpen bij het maken van nieuwe spiervezels.

Een duursporter heeft koolhydraatrijk voedsel nodig. 
Zetmeel en glucose zijn koolhydraten. Ze zitten bv in pasta en brood.
Koolhydraten zijn brandstoffen
Ze zorgen voor voldoende energie om lang vol te houden.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

eiwitten
koolhydraten
zit in
vlees en eieren
pasta en brood (zetmeel en glucose)
soort stof
bouwstof
brandstof
zorgt voor
maken van nieuwe spiervezels
voldoende energie

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

vocht
Tijdens het sporten zweet je veel en daardoor verlies je vocht.
Daardoor kan je last krijgen van uitdroging.

Je krijgt dan last van hoofdpijn. Je kan duizelig en misselijk worden. Je kan zelfs flauwvallen en last krijgen van kramp in je spieren.



Slide 12 - Diapositive

Het beste is om tijdens en na het sporten voldoende water te drinken.

Een sportdrank is alleen nodig als je langdurig gaat sporten. In sportdrank zitten glucose en zouten. 
Deze zorgen dat je lichaam het water langer vast houdt.
Glucose geeft ook energie.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Kleding
Het is belangrijk dat je de juiste kleding draagt. (sportkleding)

Deze kleding kan meerdere functies hebben:
- je moet je gemakkelijk kunnen bewegen
- je zweet moet snel kunnen worden afgevoerd en verdampen zodat je niet te snel afkoelt
- herkenning bij teamsport
- bescherming bij sommige sporten tegen blessures en verwondingen
- hulpmiddel: b.v. keepershandschoenen

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

vragen
VRAGEN? 

Slide 18 - Diapositive

aan de slag

Maken en nakijken/ verbeteren
Gezond sporten

Slide 19 - Diapositive

herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kan je aangeven welke verschillen er zijn tussen krachtsporters en duursporters
- kan je enkele adviezen geven in verband met kleding en drinken tijdens het sporten

Slide 20 - Diapositive

Hoe ging het?
Maken gezond sporten
Volgende keer: herhalen!
Wanneer toets?

Slide 21 - Diapositive