1D - les 4 - 1.2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Hi, 1D :)

To Do

1. Grammatica uitleg 1
2. Samen maken: opdracht 8
   
   
3. Grammatica uitleg 2
4. Samen maken: opdracht 11
   
   
5. Zelfstandig werken

Doel van de les

Aan het einde van de les ken ik de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden en week ik hoe ik ze moet toepassen in een eenvoudige opdracht.

Persoonlijke voornaamwoorden

Enkelvoud                                                 Meervoud

we	wij
you	jullie
they	zij

I	ik
you	jij
he	hij
she	zij
it	het

Persoonlijke voornaamwoorden

Enkelvoud                                                 Meervoud

	wij
	jullie
	zij

	ik
	jij
	hij
	zij
	het

8a. Can _____ (jullie) please be quiet during the lesson?

1. She
2. You
3. It
4. We

8b. Mike loves fast food. _____ (Hij) eats it every week.

1. He
2. It
3. They
4. I

8c. I hate my phone. _____ (Het) is not working.

1. You
2. I
3. They
4. It

8d. I can't believe _____ (ik) got an A for my maths test.

1. I
2. You
3. He
4. We

8e. Look at those boys! _____ (Zij) can really dance.

1. She
2. You
3. They
4. He

Bezittelijke voornaamwoorden

Enkelvoud                                                 Meervoud

our	ons / onze
your	jullie
their	hun

my	mijn
your	jouw
his	zijn
her	haar
its	van het

Bezittelijke voornaamwoorden

Enkelvoud                                                 Meervoud

	ons / onze
	jullie
	hun

	mijn
	jouw
	zijn
	haar
	van het

11a. They are _____ (mijn) friends.

1. his
2. my
3. her
4. its

11b. Wendy always forgets _____ (haar) lunch.

1. her
2. their
3. our
4. its

11c. We all have to bring _____ (onze) diary to school.

1. her
2. his
3. their
4. our

11d. She is eating _____ (haar) lunch in the canteen.

1. your
2. my
3. her
4. our

11e. I don't know where _____ (jouw) pencil is.

1. your
2. my
3. our
4. his

Zelfstandig werken (huiswerk)

Maken: lesson 1.2 - opdracht 5 t/m 11

Leren: lesson 1.2, woordjes (ENG-NED & NED-ENG)

              lesson 1.2, grammatica

Klaar?                      Kijk in magister voor de klaar-opdracht.

Ik heb het doel: "Aan het einde van de les ken ik de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden en week ik hoe ik ze moet toepassen in een eenvoudige opdracht" behaald.

Ja, ik ken het en kan het toepassen

Ja, ik ken het, maar kan het nog niet toepassen

Nee, ik ken het nog niet en kan het ook nog niet toepassen

See you tomorrow, 1D