afronding Randstad

afronding Randstad
30 vragen
en daarna nog een hele hoop
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

afronding Randstad
30 vragen
en daarna nog een hele hoop

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dankzij metropoolvorming zal de Randstad dichter bevolkt raken
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Buurtkenmerken
Bewonerskenmerken
Huur/koop
Soort woning
Bouwperiode
Staat van onderhoud
Huishoudensamenstelling
Etniciteit
Leeftijd
gezinsfase
Inkomen
Groenvoorziening

Slide 3 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

De kwaliteit van de openbare ruimte wordt gemeten aan welke aspecten?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Noteer voor de Noordvleugel en de Zuidvleugel elk één belangrijke
grootstedelijke functie, waarvan beide op internationaal gebied.

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

In de Randstad worden nieuwbouwwoningen sinds 1990 alleen in vinex-wijken gebouwd
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg uit hoe buurt- of wijkvoorzieningen de sociale veiligheid verhogen

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarin verschilt de Randstad het meest van andere stedelijke gebieden?
A
De Randstad heeft een hoge bevolkingsdichtheid.
B
In de Randstad werken veel mensen in de dienstensector.
C
De Randstad bestaat uit meerdere steden.
D
In de Randstad wonen veel mensen uit andere culturen.

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De Randstad functioneert als één samenhangend politiek geheel
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke stad ligt niet in de Zuidvleugel van de Randstad
A
Haarlem
B
Rotterdam
C
Leiden
D
Dordrecht

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk deel van de Randstad heeft het hoogste opleidingsniveau?
A
noordvleugel
B
zuidvleugel

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk deel van de Randstad heeft een grotere innovatieve en creatieve sector?
A
noordvleugel
B
zuidvleugel

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de Randstad?
A
Een stad
B
Een agglomeratie
C
Een stadsgewest
D
Een stedelijk netwerk

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een groot pluspunt van de Randstad ten opzichte van andere metropolen in West-Europa.
A
hoog opgeleid personeel
B
aantrekkelijke woonomgeving
C
aanwezigheid van een haven
D
een goed sociaal vangnet

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Bekijk bron 6 (klik er op om te vergroten).
uitspraak: ‘Schiphol moet de ruimte krijgen om uit te breiden.’
Noem een argument tegen deze uitspraak.

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

uit welke drie onderdelen is een buurtprofiel opgebouwd?

Slide 16 - Carte mentale

woningkenmerken

Wat kan een gemeente met de informatie uit een buurtprofiel?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is een 19e-eeuwse arbeiderswijk vaak opgeknapt via gentrificatie?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijdens welke periode ontstonden probleemwijken?
A
urbanisatie
B
selectieve migratie door suburbanisatie
C
re-urbanisatie

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een vaker voorkomend sociaaleconomisch vraagstuk in jaren-60 wijken? Er zijn meerdere mogelijk.
A
lagere lonen
B
lagere opleidingsniveau's
C
Meer schuldenproblematiek
D
meer mensen afhankelijk van uitkeringen.

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een creatieve stad?
A
Stad met veel werkenden in de creatieve industrie.
B
stad met veel creatieve mensen
C
stad met veel mensen die werken aan het vernieuwen van de aarde
D
stad met weinig mensen

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

welk begrip is hier het meest van toepassing?
A
renovatie
B
herstructurering
C
stadsvernieuwing
D
creatieve stad

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een duale arbeidsmarkt
A
De ene keer is er wel werk en de andere keer niet.
B
Het verschil in werk en inkomen is groot
C
Er is alleen maar plek voor laagopgeleide mensen
D
Er is veel sociale ongelijkheid

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een goed voorbeeld van een duale arbeidsmarkt?
A
Een stratenmaker kan bijna geen promotie maken, maar een marketer kan steeds verder groeien in zijn carrière.
B
Er zijn veel meer banen in de primaire en secundaire sector dan in de tertiaire sector.
C
Ambtenaren krijgen veel minder betaald dan mensen die in het bedrijfsleven werken.
D
Een docent kan veel makkelijker parttime werken dan een automonteur.

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een sciencepark tref
je meestal aan in
de buurt van een ...
A
grote stad
B
universiteit
C
snelweg
D
industrieterrein

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Goedkope bedrijfsruimten voor allerlei vernieuwende en artistieke bedrijven.
A
gentrificatie
B
sciencepark
C
fabriekshal
D
broedplaats

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is dit voor woonwijk?
A
Laagbouw en ruimte jaren '70 en '80
B
Moderne nieuwbouw jaren vanaf 1980
C
Hoogbouw in het groen jaren '60 - '70
D
19e eeuwse arbeiderswijken

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In wat voor type wijk vind je dit soort huizen?
A
Vooroorlogse wijken
B
Na-oorlogse wijken
C
suburbane woonwijk (groeikernen)
D
19e eeuwse arbeiderswijken

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke wijk is de kans op gentrification het grootst?
A
Vinex-wijk
B
19e-eeuwse arbeiderswijk
C
naoorlogse flatwijk
D
industrieterrein

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken van 19e eeuwse arbeiderswijken zijn:
A
Slecht geïsoleerd, kleine kamers, wel centrale verwarming.
B
Kleine kamers, geen douches, aan de rand van de stad.
C
Kleine kamers, slecht geïsoleerd, tegen het centrum aan
D
Veel groen, grote woningen

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is subjectieve veiligheid?
A
ik erger me niet aan vandalisme
B
de gemeente snoeit de struiken voor de veiligheid
C
er worden hier 50 fietsen per week gestolen
D
de stoeptegels worden regelmatig rechtgelegd

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions