3a. Leg uit dat het gevoerde beleid van de overheid de keuze van het individu voor een woonplaats in beide perioden sterk heeft beïnvloed. Je uitleg bij elke periode bestaat uit een oorzaak en een gevolg.
Slide 6 - Question ouverte
Antwoord
Van 1970-1990 werd de meeste nieuwbouw in groeikernen gebouwd (oorzaak). Daardoor verhuisden de meeste jonge gezinnen daarnaartoe (gevolg).
Vanaf 1990 was er veel nieuwbouw in de stad zelf en waren er Vinex-locaties (oorzaak), zodat toen de jonge gezinnen daarvoor kozen (gevolg).
Slide 7 - Diapositive
3b. Beredeneer in drie stappen waarom er vanaf 1990 bevolkingskrimp optreedt in de nieuwbouwwijken van de groeikernen. Ga uit van de demografische dimensie.
Slide 8 - Question ouverte
Antwoord
De groeikernen werden gebouwd voor jonge gezinnen in de jaren ’70 (1).
In de jaren ’90 zijn de kinderen uit huis gegaan (2).
De ouderen bleven achter, daardoor daalt het geboortecijfer, waardoor vergrijzing en bevolkingskrimp optreedt (3).
Slide 9 - Diapositive
Waarom denk je dat er gekozen is voor de locaties Ypenburg, Leidschenveen en Wateringseveld voor de VINEX wijken van Den Haag?
beschrijven welke sociaal-economische vraagstukken in steden spelen en daarin een vergelijking maken met het platteland.
analyseren welke gevolgen de ontwikkeling van de kennis- en creatieve economie heeft voor de ruimtelijke inrichting van steden.
vanuit verschillende dimensies de ruimtelijke ontwikkelingen in steden beoordelen.
Slide 13 - Diapositive
Steden: vroeger en nu?
Verandering?
Vroeger: productiefactoren grondstoffen, machines en arbeid
Nu: brains!
Slide 14 - Diapositive
Fases in de economie van steden
0: Middeleeuwse stadseconomie: handel en ambachten.
1: Industriële stad: fabrieken, grondstoffen en arbeid.
2: Crisis in de stad: 1975-1990
3: Vanaf 1990: kenniseconomie, gebaseerd op hersenkracht en
dienstverlening.
Slide 15 - Diapositive
Opdracht
Maak m.b.v. de atlas en par. 1.3 een overzicht in je schrift van de verschillende stadswijken van oud naar nieuw.
Geef info over locatie, bouwperiode en uiterlijke kenmerken.
Ga in op: Historische binnenstad, 19e eeuwse arbeiderswijken (volkswijk), tuinwijken, na-oorlogse portiekflats, hoogbouw in het groen, Woonerven (bloemkoolwijken), vinexwijken