Argumenteren vervolg h4
1 / 11
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Geef de definities van de begrippen tegenargument en weerlegging
Slide 3 - Question ouverte
Geef een voorbeeld van een weerlegging
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Ik denk dat Mark Rutte de verkiezingen gaat winnen. Hij is immers veruit de beste in de debatten.
A
De eerste zin is het argument en het is een waarderende uitspraak.
B
De tweede zin is het argument en het is een waarderende uitspraak.
C
De eerste zin is het argument en het is een feitelijke uitspraak.
D
De tweede zin is het argument en het is een feitelijke uitspraak.
Slide 7 - Quiz
De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij. Je kunt er beter niet aan deelnemen.
A
De eerste zin is het argument en het is een waarderende uitspraak
B
De tweede zin is het argument en het is een waarderende uitspraak.
C
De eerste zin is het argument en het is een feitelijke uitspraak.
D
De tweede zin is het argument en het is een feitelijke uitspraak.
Slide 8 - Quiz
De kans is groot dat ze je na je overlijden als orgaandonor zullen gebruiken; ze zitten immers te springen om donororganen.
Slechts één op de vijfduizend overledenen wordt gebruikt als orgaandonor.
Benoem het standpunt, het argument en tegenargument / weerlegging
Slechts één op de vijfduizend overledenen wordt gebruikt als orgaandonor.
Benoem het standpunt, het argument en tegenargument / weerlegging
Slide 9 - Question ouverte
Ik wil niet meer naar Italië op vakantie, want je kunt er in restaurants nauwelijks vegetarische gerechten krijgen. Wat een onzin: de Italiaanse keuken is juist beroemd om zijn groente- en kaasschotels.
Benoem het standpunt, het argument en tegenargument/weerlegging
Benoem het standpunt, het argument en tegenargument/weerlegging
