Een begrippenlijst is een lijst met de definitie van de dikgedrukte woorden.
Bij biologie is het heel belangrijk dat je de definitie van de dikgedrukte wooren kent om vragen te kunnen beantwoorden.
Slide 3 - Diapositive
Leerdoelen
Ik weet wat een begrip en wat een definitie is.
Ik kan de definitie geven van biologie.
Ik kan de definitie geven van een organisme.
Ik kan het verschil tussen levend, dood en levenloos uitleggen.
Slide 4 - Diapositive
Biologie
Slide 5 - Carte mentale
Biologie
Biologie isde leer van het leven.
Biologie = het begrip
De leer van het leven = de definitie
Het woord ‘biologie’ is samengesteld uit de Griekse woorden bios en logos. Deze woorden staan voor: ‘leven’ en ‘wetenschap’ of ‘de leer van’.
Slide 6 - Diapositive
Wat hoort er bij biologie?
WEL
NIET
Slide 7 - Question de remorquage
Een organisme
Als iets leeft, dan noemen we dat een levend wezen. De officiële naam is een organisme.
Dus: een organisme is een levend wezen.
Wat bedoelen we met leven? En wat is het tegenovergestelde van leven? Dood of levenloos? Is levenloos hetzelfde als dood?
Het wordt zo wel erg ingewikkeld. Daarom is er afgesproken door alle wetenschappers, dat elk begrip één betekenis krijgt. Afgesproken!?
Slide 8 - Diapositive
Levend - dood - levenloos
Iets is levend als het levensverschijnselen vertoont.
Iets is dood als het geen levensverschijnselen meer vertoont.
Iets is levenloos als het nooit levensverschijnselen heeft vertoond.
Slide 9 - Diapositive
Oefenen!
Bekijk de afbeelding/lees de vraag en geef het juiste antwoord.
Slide 10 - Diapositive
A
levend
B
dood
C
levenloos
Slide 11 - Quiz
A
levend
B
dood
C
levenloos
Slide 12 - Quiz
A
levend
B
dood
C
levenloos
Slide 13 - Quiz
A
levend
B
dood
C
levenloos
Slide 14 - Quiz
A
levend
B
dood
C
levenloos
Slide 15 - Quiz
A
levend
B
dood
C
levenloos
Slide 16 - Quiz
Organisatieniveaus
Biologen kijken op verschillende niveau's hoe organismen werken.
4 = organisme
Erboven zit:
3 = populatie
2 = ecosysteem
1 = biosfeer
Slide 17 - Diapositive
Organisatieniveaus
Biologen kijken op verschillende niveau's hoe organismen werken.
4 = organisme
Eronder zit:
5= orgaanstelsel
6= orgaan
7= weefsel
8= cel
9= celorganel
10= molecuul
Slide 18 - Diapositive
Organisatieniveaus
Misschien vind je dit lastig voor de stellen.
Daarom oefenen we met:
- Verrekijkers(organisme, populatie, ecosysteem)
- Blote oog (organisme, orgaanstelsel, orgaan)
- Microscoop (weefsel, cel)
Slide 19 - Diapositive
Geef de definitie van een organisme
Slide 20 - Question ouverte
Terugblik
Ik weet wat een begrip en wat een definitie is.
Ik kan de definitie geven van biologie.
Ik kan de definitie geven van een organisme.
Ik kan het verschil tussen levend, dood en levenloos uitleggen.
Slide 21 - Diapositive
Wat heb je onthouden deze les?
Slide 22 - Question ouverte
Leerdoelen check: Ik weet wat een begrip en wat een definitie is. Ik kan de definitie geven van biologie. Ik kan de definitie geven van een organisme. Ik kan het verschil tussen levend, dood en levenloos uitleggen.