Mars vs Aarde: les 1 plantencel en fotosynthese

Mars vs Aarde
Wat nemen we mee?
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Mars vs Aarde
Wat nemen we mee?

Slide 1 - Diapositive

Wat zou jij meenemen
om te overleven
op Mars?

Slide 2 - Carte mentale

Leerdoelen
  • Je kan uitleggen de onderdelen en functie van een plantencel.
  • Je kan uitleggen het proces fotosynthese.
  • Havo: je kan uitleggen het belang van fotosynthese voor als we naar Mars gaan

Slide 3 - Diapositive

Planning van de lessen
Les 1: Uitleg over de onderdelen van een plantencel.
Daarna zelfstandig aan het werk met learnbeat.

Les 2: Start met een quiz.
Daarna uitleg hoe komt een plant aan zijn voedsel????
timer
1:00

Slide 4 - Diapositive

Celmembraan:  De buitenste laag van cytoplasma is een dun vlies.

Vacuole: Een vacuole is een blaasje gevuld met vocht. Een vacuole is omgeven door een vacuolemembraan.
Jonge plantencellen bevatten meerdere vacuolen.
Oudere plantencellen hebben een grote centrale vacuole die stevigheid geeft. De cellen zijn als het ware opgepompt met water.
Een plantencel

Slide 5 - Diapositive

Celkern
De celkern bestaat uit kernplasma. De celkern regelt allerlei processen in de cel. In de kern liggen de chromosomen.
Kernmembraan De buitenste laag van het kernplasma is het kernmembraan.

Plastiden
In het cytoplasma van plantencellen komen plastiden voor. Voorbeelden van plastiden zijn:
- chloroplasten of  bladgroenkorrels. Hierin vindt he proces fotosynthese plaatst
- chromoplasten of de gekleurde korrels, bijvoorbeeld rood of oranje; - chromoplasten zijn veranderde chloroplasten. Een tomaat is bijvoorbeeld eerst groen en kleurt steeds roder.
- leukoplasten of de zetmeelkorrels.
Een plantencel

Slide 6 - Diapositive

Cytoplasma:
Het cytoplasma bestaat uit een stroperige substantie waar in organellen drijven. Het cytoplasma bestaat voor 60 tot 95% uit water. Bij plantencellen ligt het cytoplasma in een dunne laag tegen celwand aan.

Celwand:
Het cytoplasma van een plantaardige cel vormt een stevig laagje om de cel heen: de celwand. De celwand is tussencelstof en behoort niet tot de cel. Celwanden zorgen voor stevigheid. De celwand bij planten bestaat uit cellulose.
De celwanden van naburige cellen sluiten vaak niet precies aaneen. Tussen de celwanden komen dan kleine holten voor: de intercellulaire ruimten. Deze holten zijn gevuld met lucht of water.
Een plantencel

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Celmembraan plant
Cytoplasma plant
Celkern plant
Vacuole
Bladgroenkorrel
Celwand
Celmembraan dier
Cytoplasma dier
Celkern dier

Slide 9 - Question de remorquage

Heb je een plant wel eens zien eten?
- Bekijk eerst het onderstaand filmpje op je eigen laptop.
- Zie link in teams

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Wat gebeurt er nu echt? Lees de tekst en kijk naar het plaatje
1: De plant neemt water en mineralen op uit de grond.

2: De plant neemt koolzuurgas (koolstofdioxide) op met het blad.

3: In het blad (bladgroenkorrels) worden koolzuurgas en water met elke gemengd met behulp van zonlicht.

4: Door het mengen ontstaat zuurstof en suikers (glucose).

5: Een deel van de zuurstof wordt aan de lucht gegeven.

6: De overige zuurstof en suiker gebruikt de plant om te leven.


Slide 12 - Diapositive

Samenvattend:
Water + Koolzuurgas (koolstofdioxide) → Zuurstof + Suikers (glucose)
Wat de plant hier boven heeft gedaan, noemen wij fotosynthese.
Foto betekent licht, synthese betekent maken. De plant maakt dus iets met licht. Namelijk eten!

1: De plant neemt water en mineralen op uit de grond.

2: De plant neemt koolzuurgas (koolstofdioxide) op met het blad.

3: In het blad (bladgroenkorrels) worden koolzuurgas en water met elke gemengd met behulp van zonlicht.

4: Door het mengen ontstaat zuurstof en suikers (glucose).

5: Een deel van de zuurstof wordt aan de lucht gegeven.

6: De overige zuurstof en suiker gebruikt de plant om te leven.


Slide 13 - Diapositive

Fotosynthese, hoe schrijf je het op?
Water + Koolstofdioxide (koolzuurgas) → Zuurstof + Glucose (suikers)
Nu missen we alleen iets, eerder stond beschreven dat je nog iets nodig had. Namelijk zonlicht! Waarom staat hij hier dan niet bij? Zonlicht is geen stof, hij hoort niet bij het mengen. Hij moet boven de pijl.
Wij schrijven deze regel dus vanaf nu, zo op:
          Zonlicht
Water + Koolstofdioxide → Zuurstof + Glucose

Slide 14 - Diapositive

Waar gebruikt hij die suiker dan voor?
De plant kan de glucose weer gebruiken en omzetten in andere dingen:

1: Eiwitten, zijn voor groei van de plant en opslag. Eiwitten worden gemaakt met behulp van mineralen uit de grond.

2: Vetten, opslagvoedsel voor de zaadjes.

3: Zetmeel, opslagvoedsel voor plant zelf.

Slide 15 - Diapositive

Belang van fotosynthese voor het leven op aarde

Slide 16 - Diapositive

Voor fotosynthese heeft de plant ..... nodig?
A
Water en zuurstof
B
Glucose en licht
C
Water, koolstofdioxide en licht
D
Licht, zuurstof en koolstofdioxide

Slide 17 - Quiz

Welke organismen leven van het voedsel dat de bladeren van planten maken?
A
De planten zelf
B
Dieren
C
Planten en dieren
D
De kinderen van de plant, de plant zelf en dieren

Slide 18 - Quiz

Welke stof wordt vooral door de plant gebruikt om te groeien?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Zetmeel
D
Mineralen

Slide 19 - Quiz

Fotosynthese vindt plaats in de?
A
Wortels
B
Bladeren
C
Bloemen
D
Vruchten

Slide 20 - Quiz

Waarom kan fotosynthese niet in de wortels plaatsvinden?

Slide 21 - Question ouverte

In de nacht kan een plant ook fotosynthese doen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Wij ademen koolstofdioxide uit en de plant ademt dit in. Met zuurstof is dit andersom.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Vidéo