Grammatica: Starke Verben

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Starke Verben

Periode 4 & Trabitour B S. 162/163

Zwakke werkwoorden

Zwakke werkwoorden

	rechnen	atmen
ich	rechne	atme
du	rechnest	atmest
er,sie,es,man	rechnet	atmet
wir	rechnen	atmen
ihr	rechnet	atmet
sie, Sie	rechnen	atmen

Even oefenen...

Draußen (regnen) es.

1. regnt
2. regent
3. regnet
4. regnest

Das Flugzeug (landen) auf der Wiese.

1. land
2. landt
3. landet
4. landest

Da (befassen) man sich mit Hausaufgaben...

1. befasst
2. befasset
3. befasse
4. befassen

Du (rechnen) immer mit dem Taschenrechner.

1. rechst
2. rechnst
3. rechnet
4. rechnest

Ihr (parken) zuerst das Auto.

1. parkt
2. parket
3. parkiert
4. parkst

Aus Langeweile (zeichnen) man ein Bild.

1. zeichnt
2. zeichnen
3. zeichent
4. zeichnet

Du (übersetzen) einen Text ins Deutsche.

1. übersetzt
2. übersetzst
3. übersetzet
4. übersetzest

Er (warten) auf Whatsapp-Nachrichten.

1. warte
2. wartt
3. wartet
4. wart

Vertaal 'hij speelt'

spielen (= spelen)

1. er spielt
2. er spielst
3. du spielst
4. du spielt

Wat is het voltooid deelwoord van 'kaufen'?

1. gekaufen
2. gekauft
3. gekauftet
4. gekaufd

Sterke werkwoorden

Herhaling Periode 1: 

Sterke werkwoorden in het Duits

werkwoorden met e/i wissel en Umlaut wissel (ä, ö, ü)

Sterke werkwoorden

sterke werkwoorden -a/-ä:
Du _______ aber sehr lang.

1. schlafst
2. schlaft
3. schläfst

Wanneer treedt er bij de sterke werkwoorden een verandering op?
Bij de ...

1. ich-, du-, er-vorm
2. du-, er-, sie-, es-vorm
3. er- , sie-, es-vorm
4. tweede- en derde- persoon enkelvoud

Man trägt oft Lederhosen auf dem Bierfest in München.

Wer trägt dann die Lederhosen?

Het sterke werkwoord helfen
ziet er bij 'er' als volgt uit:

1. helft
2. hilft
3. hielft
4. helfe

Welke vorm heeft het voltooid deelwoord van een sterk werkwoord

1. ge + stam + t
2. ge + stam (evt. klankverandering) + en

het sterke werkwoord lesen ziet er bij du als volgt uit:

1. lest
2. liest
3. list
4. lesst

Bij sterke werkwoorden met een korte e-klank in de stam:

1. e->ie
2. e-> ee
3. e->i

Bij sterke werkwoorden met een a-klank verandert

1. a -> ai
2. a -> au
3. er verandert niets
4. a -> ä

sterke werkwoorden -a/-ä:
Er ______ mit dem Zug.

1. fahrt
2. fahrtet
3. fährt
4. fährst

Sterke werkwoorden (verleden tijd) 

Sterke werkwoorden.......?

•  hebben een klinkerverandering in de verleden tijd
•  hebben een voltooid deelwoord eindigend op -en

voltooid deelwoord  haben & sein: werkt hetzelfde als in het NL
(met enkele uitzonderingen)

ich bin gefahren

du hast gegessen

er ist geblieben

Sterk werkwoord stam verleden tijd + uitgangen
(-, st, -, en, t, en)

ich ging

du gingst

er/sie/es ging

wir gingen

ihr gingt

sie/Sie gingen

Zwak werkwoord stam  + uitgangen (te, test, te, ten, tet, ten, ten) 

ich wohnte

du wohntest

er/sie/es wohnte

wir wohnten

ihr wohnte

sie wohnten

- 

Welke uitgang komt er achter de stam van de verleden tijd?

	regel (sprechen)	stam op -d/t (finden)	stam op -s, -ss, -z of - ß (lesen)
ich	sprach	fand	las
du	sprach - st	fand - est	las - t
er/sie/es	sprach	fand	las
wir	sprach - en	fanden	las - en
ihr	spracht - t	fand - et	las - t
sie/Sie	sprach - en	fand - en	las - en

Sterke werkwoorden

Lees nu de rijtjes op p. 162/163 (Trabitour boek B) door tot en met roepen. 

Je kan ook een scan van het overzicht op Classroom vinden!

Übung macht den Meister!

Wir (gaan) früher immer zusammen nach Spanien

1. gehten
2. gingen
3. gangen
4. ginget

Wieso (blijven) ihr so lang?

1. bliebt
2. bleibst
3. bliebst
4. blieben

Was (doen v.t.) Sie letzten Samstag Abend?

Du (bewegen, vt) dich schön zu dem Lied

Er (gooien, vt) die Münze ins Wasser.

Frau Müller, (trinken, vt) Sie gestern Rotwein?

(lesen, vt) du immer die Zeitung?

Das Kind (helpen, v.t.) seinem Bruder.

Wie (heten, vt) deine Eltern mit Nachnamen?

1. heißen
2. hießt
3. heißt
4. hießen

Wieviel Geld (winnen, vt) ihr in der Lotterie?

1. gewannst
2. gewannet
3. gewannt
4. gewonne

(nemen, vt) du dir letztes Wochenende frei?

1. nahmst
2. nammt
3. nimmt
4. nahmt

Beheers je de verleden tijd van de sterke werkwoorden?

Aufgaben

Oefen met de sterke werkwoorden op Memrise!

Ga door met met de script van de Krimi of de Portfolio opdrachten!