woorden 1.3 les 1 samenstellingen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Wat gaan we doen?

Herhalen woorden paragraaf 1.3

Samenstellingen

Definitief Verslag lockdown

Feedback zit in It's Learning (druk op de drie balletjes en dan op downloaden)

Deze week verbeteren.

Inleveren in It's Learning (Alleen dan krijg je een cijfer! Telt 2x)

Samenstelling

Bestudeer  theorie blz. 24 uit het boek.

Soms gaat het fout

Er volgt nu een paar voorbeelden waarbij er een foutje is gemaakt bij het (niet) samenstellen van woorden. Kan je de fout ontdekken?

Hier zijn er twee!

Schrijf de samenstelling op:

+

Handtas klinkt soms als */hantas/: de d van hand valt weg in de uitspraak. Toch schrijf je handtas omdat het woord een samenstelling is van hand en tas. 

Schrijf de samenstelling op:

+

In kerkklok hoor je de laatste k van kerk of de eerste k van klok niet. Toch schrijf je kerkklok omdat het woord een samenstelling is van kerk en klok.

Schrijf de samenstelling op:

Tandpasta klinkt soms als */tampasta/: hierbij mist niet alleen een letter in de uitspraak, maar veranderen ze zelfs naar een andere letter. Toch schrijf je tandpasta, omdat het woord een samenstelling is van tand en pasta. 

Hoe schrijf je de samenstelling: leraar + kamer

1. leraarskamer
2. lerarekamer
3. leraarkamer
4. lerarenkamer

Hoe schrijf je de samenstelling: zon + stelsel?

1. zonnenstelsel
2. zonstelsel
3. zonnestelsel

Hoe schrijf je de samenstelling: stage plaats?

1. stageplaats
2. stagesplaats
3. stagenplaats

Hoe schrijf je de samenstelling: karn + melk?

1. karnmelk
2. karnemelk
3. karnenmelk

Hoe schrijf je de samenstelling: beer + gezellig?

1. berengezellig
2. beregezellig

woorden 1.3

Zie boek blz 23 & blz 24

Wat betekent ‘uiterst’?

1. Iets bereiken
2. Aantonen
3. Bezitten
4. Heel erg

Wat betekent ‘erop nahouden’?

1. Iets bereiken
2. Aantonen
3. Bezitten
4. Heel erg

Wat betekent ‘de focus’?

1. Iets bereiken
2. Overal
3. De concentratie
4. Nadoen

Wat betekent ‘roemen’?

1. Heel erg
2. Rekening houden met
3. Prijzen, goede kwaliteiten noemen
4. Bezitten