Lezen paragraaf 6

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welkom!

Startopdracht: lees uit je leesboek

Leg op tafel:

- Nieuw Nederlands boek

- Schrift en pen 

Wat gaan we doen vandaag?

Mededelingen

Cursus lezen: herhaling

Paragraaf 6

Aan de slag

Evaluatie

Mededelingen

Zijn er dingen die ik moet weten?

Lesdoelen herhaling

1. Ik kan signaalwoorden herkennen en goed gebruiken.

2. Ik kan onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken.

Begrippen

Onderwerp

Deelonderwerp

Alinea

Kernzin

Hoofdgedachte

Tekstdoelen

Informeren (informatie overbrengen)

Instrueren (een instructie geven)

Overtuigen (een mening overbrengen)

Tekstverbanden en signaalwoorden

Zinnen en alinea's hebben verband met elkaar. Door een signaalwoord weet je welk verband.

Opsomming

Meerdere dingen (die bij elkaar horen) worden achter elkaar genoemd.

Ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook, verder, ten slotte, en. Of streepjes, dots, getallen en dubbele punt.

Tijdsvolgorde

Dingen gebeuren in een bepaalde volgorde. Die volgorde is belangrijk.

Vroeger, later, nu, eerst daarna, vervolgens, ten slotte, nadat, terwijl, dadelijk en intussen. 

Voorbeeld (toelichting)

Er wordt uitleg of een voorbeeld gegeven. Je krijgt dus meer informatie.

Bijvoorbeeld, zo, als, zoals, denk aan, neem nou. 

Hoofd- en bijzaken

De belangrijkste informatie noem je hoofdzaken.

Deze lees je in de inleiding en het slot. Ook in de kernzinnen.

Hoofd- en bijzaken

Bijzaken zijn niet zo belangrijk.

Het zijn vaak voorbeelden of een uitleg. 

Lesdoel

1. Ik kan feiten, meningen, standpunten en argumenten herkennen in de tekst. 

Feit

Iets wat echt zo is. Je kunt het controleren.

Mening of standpunt

Een uitspraak over wat iemand vindt of denkt.

Te herkennen aan: ik vind of ik denk.

Argument

Een uitleg over waarom je iets vindt of denkt.

Te herkennen aan: want, omdat, namelijk en immers.

Feit of mening?

1. Ik vind voetbal leuk. 

2. Voetbal is leuk.

3. Mijn moeder is juf op de basisschool.

4. Mijn moeder doet thuis alsof ze juf is.

In stilte werken

Opdracht 1, 2, 3 en 4 van blz. 39/42

Klaar? Ga aan de slag in Numo

Fluisterend samenwerken

Opdracht 1, 2, 3 en 4 van blz. 39/42

Klaar? Ga aan de slag in Numo

Lesdoelen

1. Ik kan feiten, meningen, standpunten en argumenten herkennen in een tekst.

Evaluatie

Wat ging er goed deze les?

Wat kan er de volgende keer beter?

Wat heb ik geleerd?