unit 2 lesson 7

Welcome!

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welcome!

Slide 1 - Diapositive

Today
- check lesson 6
- lezen lesson 7
- uitleg lesson 7

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

Slide 4 - Lien

Grammar: this & that

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

New grammar: this/that/these/those
  • Om iets aan te wijzen gebruik je aanwijzende voornaamwoorden.

  • Het Engels kent er 4:                                         - this        - these                                               - that       - those

Slide 7 - Diapositive

New grammar: this/that/these/those


  • this > 1 (voorwerp) dichtbij
  • that > 1 (voorwerp) verweg

  • these > 2 of meer (voorwerpen) dichtbij
  • those > 2 of meer (voorwerpen) verweg
Wanneer gebruik je welke?

Slide 8 - Diapositive

Use this, these, that, those:
I want .... books over there.
A
this
B
these
C
that
D
those

Slide 9 - Quiz

this, that, these, those
... colours look beautiful on you!
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 10 - Quiz

this,that,these,those
I prefer ... shoes here.
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 11 - Quiz

... balloons here are nicer than ... over there.
A
those, these
B
these, those
C
this, that
D
that, this

Slide 12 - Quiz

Grammar: past continuous

Slide 13 - Diapositive

New grammar

Slide 14 - Diapositive

Past continuous
Gebruik: iets was bezig in het verleden
               (vaak gebeurt er ook iets anders)

Slide 15 - Diapositive

Past continuous
Gebruik: iets was bezig in het verleden
               (vaak gebeurt er ook iets anders)

Vorm: was/were + werkwoord  + ing

Slide 16 - Diapositive

Past continuous
Gebruik: iets was bezig in het verleden
               (vaak gebeurt er ook iets anders)

Vorm: was/were + werkwoord  + ing

I / he / she / it > was
you / we / they > were

Slide 17 - Diapositive

Past Continuous
Joseph ___ (clean) his room when he hurt his finger.

Slide 18 - Question ouverte

Maak past continuous:
I ..... TV when the bell rang. (watch)

Slide 19 - Question ouverte

Our dog
_______ after the white cat. (not/to run) (past continuous)

Slide 20 - Question ouverte

Zet in de past continuous (hele zin):
She (to do) her homework this morning.

Slide 21 - Question ouverte

Maak van deze zin de onvoltooid verleden tijd (past continuous):
She played the piano

Slide 22 - Question ouverte

Today
Maken: lesson 7 opdracht 11 t/m 17

Slide 23 - Diapositive